Organisatie | Hardinxveld-Giessendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting en -rechten 2011 |
Citeertitel | Precariobelasting en Rechtenverordening 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-12-2010 | 01-01-2012 | intrekking | 02-12-2010 Het Kompas editie Hardinxveld-Giessendam, 08-12-2010 | onbekend | |
09-12-2010 | nieuwe regeling | 02-12-2010 Het Kompas editie Hardinxveld-Giessendam, 08-12-2010 | onbekend |
De raad van de gemeente Hardinxveld-Giessendam;gezien het voorstel van burgemeester en wethouders nr. GemHG/INTERN/4110;gelet op de artikelen 228 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;b e s l u i tvast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting en -rechten 2011
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:a. jaar : een kalenderjaar;b. kwartaal : een kalenderkwartaal;c. maand : een kalendermaand;d. week : een periode van zeven achtereenvolgende dagen;e. dag : een periode van 24 uren, aanvangende te 0.00 uur.
De rechten worden geheven voor:a. het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn;b. het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten.
De rechten worden geheven van degene: a. die gebruik maakt overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn;b. die het genot heeft van door het gemeentebestuur verstrekte diensten.
Artikel 4 Vrijstellingen precariobelasting
De precariobelasting wordt niet geheven voor:a. het hebben van voorwerpen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;b. het hebben van voorwerpen, waarvoor de gemeente een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;c. het hebben van voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;d. het hebben van wegwijzers en verkeersaanwijzingen;e. het hebben van brievenbussen, postzegelautomaten, telefooncellen of van kabels en draden ten behoeve van de telefoon of kabeltelevisie al dan niet geëxploiteerd van overheidswege;f. het hebben van halteborden, wachthuisjes en dergelijke ten dienste van openbare middelen van vervoer;g. het hebben van borden, masten, palen en dergelijke die in verband met verkiezingen van publiekrechtelijke lichamen zijn aangebracht;h. het hebben van voorwerpen uitsluitend gebezigd voor een sociaal, cultureel of godsdienstig doel;i. het hebben van buizen in de grond, tot lozing van fecaliën, huishoud- of hemelwater;j. het hebben van buizen, draden en kabels ten behoeve van de gas-, water- en elektriciteitsdistributie;k. het hebben van pilaren, plinten, kozijndorpels, gevelversieringen, goten, puilijsten, goot- of kroonlijsten, spionnen, bloembakken, klokken, vlaggenstokken, gevelautomaten en dergelijke voorwerpen;l. het hebben van kelderingangen, licht- en luchtopeningen, rijwieltegels, rijwielstandaards, stoeptreden, overstekken, luifels, erkers, balkons, uitbouwen, overbouwingen en dergelijke onderdelen van bouwwerken;
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting en de rechten worden geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien in de tarieventabel voor het hebben van voorwerpen zowel een jaar-, maand-, week- als dagtarief is opgenomen, is voor de berekening van de precariobelasting het tarief van toepassing dat het meest aansluit bij een ter zake door de gemeente verleende vergunning. In de gevallen waarin geen vergunning is verleend, geldt het tarief voor de kleinste tijdseenheid.
De precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag en de rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, nota of ander schriftuur, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,08.
Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld voor de niet in artikel 9 genoemde gevallen
Andere precariobelasting dan die bedoeld in artikel 9 is verschuldigd bij de aanvang van het belastbaar feit.
Artikel 11 Ontstaan van de belastingschuld van de rechten
De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting en de rechten.
Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel
De “Precario- en retributieverordening 2010”, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
TARIEVENTABEL behorende bij de “Precariobelasting en Rechtenverordening 2011” 1
PRECARIOBELASTING A. Bouw- en onderhoudswerken:
Ten behoeve van een bouwwerk door een afscheiding afgesloten gedeelte grond of water, |
||
Het hebben van een loods, bouwkeet of ander tijdelijk getimmerte, |
||
B. Terrassen, kramen, wagens, tenten, enz.:
Voor het hebben van kabels, leidingen of andere verbindingen, voor zover deze niet vallen onder de gedoogplicht binnen het kader van de Telecommunicatiewet |
|
F. Het van gemeentewege herstellen van in het bijzonder belang van de aanvrager opgebroken en/of uitgegraventrottoirs, wegen, bermen, plantsoenen en dergelijke toebehorend of in onderhoud bij de gemeente: