Organisatie | Valkenburg aan de Geul |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | De verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2019. |
Citeertitel | Parkeerbelastingverordening 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | kostenbesluit naheffingsaanslag parkeerbelastingen |
Geen
artikel 225 van de Gemeentewet
kostenbesluit naheffingsaanslag parkeerbelastingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2018 | 01-01-2020 | 06-11-2018 |
De raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2018;
gelet op artikel 225, 234 en 235 van de Gemeentewet, alsmede op de Parkeerverordening;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
De verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2019.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
In dit artikel wordt verstaan onder:
1.Betaald-parkeergebieden en tarieven betaald parkeren
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt:
2.Parkeren vergunninghouders en tarieven vergunningen
Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:
A.Parkeervergunning voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen
F.Tijdelijke parkeerontheffing artikel 87 RVV 1990
Ontheffing artikel 87 RVV 1990 waarmee geparkeerd wordt buiten de toegestane parkeerplaatsen in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn |
*1 Aan de aanvraag van een tijdelijke parkeerontheffing volgens artikel 87 van het RVV 1990 zijn naast bovengenoemde parkeerbelasting ook legeskosten verbonden.
Houders van een geldige gehandicaptenparkeerkaart zijn vrijgesteld van betaling van de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mits deze geheel zichtbaar achter de voorruit is aangebracht, zodanig dat deze vanaf de buitenkant van het motorvoertuig te lezen is. Deze vrijstelling geldt niet voor parkeren “achter de slagboom”.
Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2 mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De regelgeving inzake de kwijtschelding is vastgelegd in de Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.