Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | |
2.1.1.1 | Bouwkosten: | |
| Onder bouwkosten wordt verstaan de kosten die ontstaan door en worden gemaakt voor de realisering van een omgevingsvergunningplichtig bouwwerk tot en met de oplevering van dat bouwwerk, exclusief BTW, en worden berekend op basis van door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen en bij deze verordening behorende lijst van vast te stellen dan wel vastgestelde genormeerde eenheidsprijzen per m1, m2 of m3 per type bouwwerk. Voor die bouwwerken of bouwwerkzaamheden waarvoor het college van burgemeester en wethouders geen eenheidsprijzen heeft vastgesteld, wordt onder bouwkosten verstaan de door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen kosten die aan een derde in het economisch verkeer rederlijkerwijs zouden moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk of het verrichten van bouwwerkzaamheden. | |
2.1.1.2 | Conceptaanvraag: | |
| (ook wel genoemd principeaanvraag / informele aanvraag). Een conceptaanvraag is een schriftelijke aanvraag uitsluitend bedoeld om een indicatie te krijgen of een voorgenomen project/activiteit vergunbaar zou zijn. Aan een conceptaanvraag zijn geen wettelijke termijnen verbonden. Doordat een conceptaanvraag nagenoeg nooit alle gegevens omvat om de aanvraag volledig te kunnen toetsen, kan nooit worden uitgesloten dat een project/activiteit uiteindelijk in formele fase niet kan worden vergund. Een oordeel dat een voorgenomen project/activiteit vergunbaar is, houdt dus geen toezegging in voor het verkrijgen van een vergunning. Wanneer de gemeente een conceptaanvraag in behandeling neemt, toetst zij de aanvraag (indien relevant) in ieder geval aan het bestemmingsplan en aan redelijke eisen van welstand. Op basis van de door de aanvrager overgelegde gegevens wordt daarnaast beoordeeld of mogelijk andere vergunningen of ontheffingen nodig zijn. | |
2.1.1.3 | Rijks, provinciale of waterschapscomponent: | |
| De kosten die het rijk, de provincie of het waterschap de gemeente in rekening brengt voor handelingen die zij in het kader van omgevingsvergunningverlening (of aangehaakte toestemmingen) verrichten. Op verzoek van de aanvrager levert de gemeente voorafgaand aan het in behandeling nemen van een aanvraag om omgevingsvergunning een offerte aan. Indien een offerte is uitgebracht, wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de offerte aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.1.2 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | |
| In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | |
| | |
Hoofdstuk 2 Concept aanvraag: informele aanvraag/ principeaanvraag | |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een | |
| Concept aanvraag als bedoeld onder 2.1.1.2 | 10% |
| van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor hetzelfde project op basis van 2.3.1 zouden worden vastgesteld met een minimum van | € 141,00 |
| Kosten voor toetsing aan redelijke eisen van welstand worden apart in rekening gebracht overeenkomstig artikel 2.3.1.2 van deze tarieventabel. | |
| | |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
| | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 10.450.000,00 bedragen | 3,85% |
| van de bouwkosten met een minimumbedrag van | € 209,00 |
2.3.1.1.2 | het verschuldigde bedrag op grond van 2.3.1.1.1 wordt verhoogd met | 1,75% |
| van de bouwkosten tussen de € 10.450.000,00 t/m € 15.680.000,00 | |
2.3.1.1.3 | de verschuldigde bedragen op grond van 2.3.1.1.1 en 2.3.1.1.2 worden verhoogd met | 0,65% |
| van de bouwkosten meer dan € 15.680.000,00 | |
2.3.1.2 | Welstandstoets | |
| In gevallen waarin de aanvraag om een (omgevings)vergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo en het bouwplan op grond van een wettelijk voorschrift of op basis van een informele aanvraag moet worden getoetst c.q. wordt getoetst aan redelijke eisen welstand (ambtelijk of door een adviseur), wordt het verschuldigde bedrag op grond van de onderdelen 2.3.1.1.1, 2.3.1.1.2, 2.3.1.1.3 en 2.3.6 verhoogd met een bedrag van | € 125,00 |
| per toetsing. | |
| (Toetsing vindt ook (opnieuw) plaats bij een (kleine) wijziging van het uiterlijk van een bouwwerk). | |
2.3.1.3 | Achteraf ingediende aanvraag (legalisatie) | |
2.3.1.3.1 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of na gereedkomen van de bouwactiviteit | 200% |
| van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde leges | |
2.3.1.3.2 | In afwijking van het bepaalde in artikel 2.3.1.3.1 wordt het tarief voor een aanvraag legalisatie van een bestaand terrasschot of luifel aangepast en bedragen de hierover verschuldigde leges | |
| | € 150,00 |
2.3.1.4 | Beoordeling aanvullende gegevens | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen en die een (op onderdelen) gewijzigd plan tot gevolg hebben 10% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde leges | |
2.3.1.5 | Verder buiten behandeling laten van de aanvraag | |
2.3.1.5.1 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief wanneer de behandeling wordt afgebroken in verband met een onvolledige aanvraag 50% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde leges | |
2.3.1.5.2 | In het geval de volledige aanvraag wordt ingediend binnen een half jaar nadat de onvolledigheid werd geconstateerd, bedraagt het tarief 50% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde leges | |
| | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
2.3.2.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief | € 300,00 |
| | |
2.3.3 | Planologische strijdig gebruik | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onderdeel c, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in andere artikelen in deze verordening: | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) | € 438,00 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) | € 438,00 |
2.3.3.3 | Indien artikel 2.12 eerste lid, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking: projectbesluit) | € 3.637,00 |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € 566,00 |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) | € 1.407,00 |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) | € 64,00 |
| te vermeerderen met rijks, provinciale of waterschapscomponent als bedoeld in artikel 2.1.1.3 | |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) | € 64,00 |
| exclusief rijks, provinciale of waterschapscomponent als bedoeld in artikel 2.1.1.3 | |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit, of indien een voorbereidingsbesluit wordt doorbroken) | € 257,00 |
| | |
| | |
2.3.4 | | |
Niet van toepassing. | |
| | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |
2.3.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief | € 222,00 |
2.3.5.2 | Het bedrag vermeld in artikel 2.3.5.1 wordt verhoogd wanneer de oppervlakte van een bouwwerk meer dan 100 m2 bedraagt. De verhoging bedraagt: | |
| | |
2.3.5.2.1 | voor het aantal m2 waarmee de 100 m2 wordt overschreden per m2 | € 1,27 |
2.3.5.2.2 | voor het aantal m2 waarmee de 500 m2 wordt overschreden per m2 | € 0,47 |
2.3.5.2.3 | voor het aantal m2 waarmee de 2.000 m2 wordt overschreden per m2 | € 0,12 |
2.3.5.2.4 | voor het aantal m2 waarmee de 5.000 m2 wordt overschreden per m2 | € 0,03 |
2.3.5.2.5 | voor het aantal m2 waarmee de 50.000 m2 wordt overschreden per m2 | € 0,02 |
| | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument | € 290,00 |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht | € 290,00 |
| | |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten | € 180,00 |
2.3.6.3 | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.6 wordt, indien de aanvraag van een sloopvergunning betrekking heeft op een bouwwerk dat wordt gesloopt en is gelegen tegen een of meerdere bestaande en niet te slopen panden, of dat grenst aan een openbare weg, verhoogd met | € 313,00 |
2.3.6.4 | In gevallen waarin de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder f van de Wabo en de aanvraag op grond van een wettelijk voorschrift of op basis van een informele aanvraag moet worden voorgelegd c.q. wordt voorgelegd aan de monumentencommissie, wordt het bedrag op grond van de onderdelen 2.3.6.1 en 2.3.6.2 verhoogd met | € 249,00 |
| per toetsing. | |
| | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief: | |
2.3.7.1.1 | in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo | € 181,00 |
2.3.7.1.2 | in gevallen waarvoor op grond van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo | € 181,00 |
2.3.7.2 | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.7 wordt, indien de aanvraag van een sloopvergunning betrekking heeft op een bouwwerk dat wordt gesloopt en is gelegen tegen een of meerdere bestaande en niet te slopen panden, of dat grenst aan een openbare weg, verhoogd met | € 313,00 |
| | |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg | |
2.3.8.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten | € 78,00 |
| | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | |
2.3.9.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten | € 93,00 |
| | |
2.3.10 | Kappen | |
2.3.10.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de provinciale bomenverordening of de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten | € 53,00 |
| | |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | |
2.3.11.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie (of de gemeente], bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.11.1.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken | € 78,00 |
2.3.11.1.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen | € 78,00 |
| | |
2.3.12 | Natura 2000-activiteiten | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten | € 64,00 |
| te vermeerderen met de rijks, provinciale of waterschapscomponent als bedoeld in artikel 2.1.1.3 | |
| | |
2.3.13 | Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) | |
2.3.13.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten | € 64,00 |
| te vermeerderen met de rijks, provinciale of waterschapscomponent als bedoeld in artikel 2.1.1.3 | |
| | |
2.3.14 | Andere activiteiten | |
2.3.14.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | |
2.3.14.1.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten | € 141,00 |
2.3.14.1.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
| | |
| | |
2.3.14.1.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten | € 141,00 |
2.3.14.1.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken | € 64,00 |
| | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
2.3.15.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.15.1.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft | |
2.3.15.1.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft | |
| | |
2.3.16 | Beoordeling rapporten / uitvoeren inspectie /extra toetsing | |
2.3.16.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief: | |
2.3.16.1.1 | indien krachtens wettelijk voorschrift of krachtens gemeentelijk beleid een milieukundig bodemrapport moet worden overgelegd en beoordeeld, per afzonderlijk rapport | € 167,00 |
2.3.16.1.2 | indien krachtens wettelijk voorschrift of krachtens gemeentelijk beleid een archeologisch onderzoeksrapport of een programma van eisen moet worden overgelegd en beoordeeld per afzonderlijk rapport c.q. per programma van eisen | € 313,00 |
2.3.16.1.3 | voor het schriftelijk (digitaal/analoog) verstrekken van gegevens over de bodemkwaliteit van bebouwde en onbebouwde percelen bedraagt per rapport | € 29,00 |
2.3.16.1.4 | voor het beoordelen van een geluidsrapport dat op basis van de Wet geluidhinder moet worden opgesteld in het kader van de hogere grenswaardenprocedure | € 257,00 |
2.3.16.1.5 | voor een helling- of groeveonderzoek: | |
| indien onder of in de nabijheid van het perceel waar een activiteit wordt uitgevoerd een groeve of helling aanwezig is, zal onderzoek worden gedaan naar de gevolgen die deze activiteit op de stabiliteit heeft. Het tarief voor dit onderzoek bedraagt | € 281,00 |
| Indien vooraf zonder enig onderzoek duidelijk is dat de activiteit geen invloed heeft op de stabiliteit van de hellingen of groeven zal het tarief niet in rekening worden gebracht. | |
2.3.16.1.6 | voor het beoordelen van een door de aanvrager aangedragen gelijkwaardige oplossing en/of een door de aanvrager gevraagde ontheffing van het Bouwbesluit en/of van de Bouwverordening, per beoordeling | € 281,00 |
| | |
2.3.17 | Advies | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven | € 537,00 |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven | € 64,00 |
| te vermeerderen met de rijks, provinciale of waterschapscomponent als bedoeld in artikel 2.1.1.3 | |
| | |
Hoofdstuk 4 Vermindering | |
2.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een conceptaanvraag (als bedoeld in hoofdstuk 2) en het betreft een identiek plan, dan worden de bij de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de formele aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. De bovenstaande vermindering heeft uitsluitend betrekking op leges die op basis van artikel 2.2 van de legesverordening zijn geheven. - Indien door het toepassen van de bovenstaande vermindering het resterende bedrag aan verschuldigde leges lager uitvalt dan € 200,00, dan wordt een minimumbedrag van € 200,00 in rekening gebracht.- Indien in het kader van een conceptaanvraag meer dan één keer de kosten als bedoeld in artikel 2.3.1.2 in rekening zijn gebracht (welstandstoets) dan worden bij een aanvraag omgevingsvergunning voor een identiek plan, waarvan in het kader van de conceptaanvraag is aangegeven dat dit identieke plan voldoet aan redelijke eisen van welstand, eenmaal de kosten als bedoeld in artikel 2.3.1.2 van de legesverordening in mindering gebracht op de verschuldigde leges voor de omgevingsvergunning voor het identiek plan. | |
| | |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.1.4, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | |
2.5.1.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na ontvangst ervan | 50% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges | |
2.5.1.2 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 24 weken na ontvangst ervan | 25% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges | |
2.5.1.3 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 24 weken na ontvangst ervan | 10% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges | |
2.5.2 | Opnieuw en ongewijzigd indienen van een ingetrokken aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | |
| In het geval een aanvrager zijn ingetrokken aanvraag binnen 26 weken opnieuw en ongewijzigd indient, bedraagt het tarief de van toepassing zijnde teruggaaf zoals opgenomen in de onderdelen 2.5.1.1, 2.5.1.2 en 2.5.1.3, vermeerderd met | 10% |
| van de op grond van de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.1.4, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 verschuldigde leges | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | |
| Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.1.4, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt | 10% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
2.5.4 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | |
| Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.1.4, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat, wanneer de aanvrager binnen 6 maanden na het kenbaar maken van de weigering een schriftelijk verzoek tot teruggave indient, aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt | 10% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges | |
2.5.5 | Minimumbedrag voor teruggaaf | |
| Een bedrag minder dan € 125,00 wordt niet teruggegeven. | |
2.5.6 | Geen teruggaaf legesdeel advies, verklaring van geen bedenkingen of component leges rijk, provincie of waterschap | |
| Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17.1 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. Ook van de rijks, provinciale of waterschapscomponent als bedoeld in artikel 2.1.1.3 wordt geen teruggaaf verleend. | |
| | |
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning | |
2.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is | € 165,00 |
| | |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | |
2.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging (als bedoeld in paragraaf 2.6 van de Wabo) van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project | € 141,00 |
| | |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten | |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening | € 3.637,00 |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening | € 2.037,00 |
| | |
Hoofdstuk 9 Sloopmelding | |
Niet van toepassing. | |
| | |
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking | |
2.10.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking | € 171,00 |
2.10.2 | Indien voor het aanvragen van een vergunning als bedoeld in titel 2 van deze tabel een advies nodig is van de Limburgse Kwaliteitscommissie als bedoeld in het Limburgs Kwaliteitsmenu, wordt de leges verhoogd met | € 1.075,00 |
2.10.3 | In afwijking van voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media als bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit Basisregistratie Personen | € 143,00 |