Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van haven-, kade- en opslaggelden 2019 |
Citeertitel | Verordening haven-, kade- en opslaggelden 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Haven-, kade- en opslaggelden; belastingen |
Deze Verordening vervangt de Verordening haven-, kade- en opslaggelden 2018
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 10-12-2018 |
De Raad van de Gemeente Enschede;
gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 20 november 2018;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;
de volgende verordening vast te stellen.
Verordening op de heffing en invordering van haven-, kade- en opslaggelden 2019.
Belastingplichtig is de schipper, de gezagvoerder, de reder of de eigenaar van het vaartuig dat gebruik maakt van gemeentelijk vaarwater, dan wel degene die het vaartuig heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.
Artikel 6. Maatstaf van heffing en tarief
De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van de in de verordening en tarieventabel gegeven aanwijzingen en bijzondere bepalingen.
Voor de toepassing van de tarieven wordt:
bij het ontbreken van een meetbrief of enig ander daarmee vergelijkbaar document of bij weigering om één van deze te tonen, de waterverplaatsing door de ambtenaar - belast met de heffing van de gemeentelijke belastingen als bedoeld in artikel 232, vierde lid, onderdeel a van de Gemeentewet vastgesteld en wordt het havengeld naar de uitkomst daarvan geheven.
Overtreding van het in het eerste lid opgenomen voorschrift wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie. Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Met betrekking tot de rechten die worden geheven voor een jaarabonnement als bedoeld in hoofdstuk 2, onder 2.1.2 tot en met 2.1.3.1, 2.2.1.c, onder 2.2.2.c en onder 2.2.3.c van de Tarieventabel, is het belastingjaar gelijk aan de aaneengesloten periode van een jaar waarin het belastbare feit zich voordoet.
Artikel 10. Overschrijving, verrekening, teruggaaf en ontheffing
Indien een vaartuig waarvoor het havengeld bij wijze van abonnement is geheven, in de loop van de abonnementsduur wordt vervangen door een vaartuig met een grotere waterverplaatsing, dan wordt over het verschil alsnog havengeld geheven. Het nog te heffen havengeld bedraagt dan het verschil tussen het havengeld berekend naar de waterverplaatsing van het vervangende vaartuig en het oorspronkelijk geheven havengeld, een en ander berekend over de periode dat er nog volle maanden in het abonnement overblijven.
Indien een vaartuig, waarvoor het havengeld bij wijze van abonnement is geheven, in de loop van de abonnementsduur wordt vervangen door een vaartuig met een kleinere waterverplaatsing, dan vindt op verzoek teruggaaf van havengeld plaats voor het verschil. Het terug te geven havengeld bedraagt dan het verschil tussen het oorspronkelijk geheven havengeld en het havengeld berekend naar de waterverplaatsing van het vervangende vaartuig, een en ander berekend over de periode dat er nog volle maanden in het abonnement overblijven.
Indien de belasting bij wijze van abonnement is geheven, wordt voor een vaartuig dat in de loop van de abonnementsperiode het gemeentelijke vaarwater heeft verlaten en daarin door overmacht niet heeft kunnen terugkeren, op aanvraag ontheffing van belasting verleend over het aantal volle maanden dat de overmacht situatie heeft bestaan. Het bestaan van overmacht situatie en de duur daarvan moeten schriftelijk worden aangetoond.
Hoofdstuk 3 VAN HET KADE- EN OPSLAGGELD
Belastingplichtig is degene, die gebruik maakt van de in artikel 11 genoemde voor de openbare dienst bestemde werken en inrichtingen, dan wel het genot daarvan heeft.
Geen opslaggeld wordt geheven voor het opslaan van aan het Rijk of aan de gemeente Enschede toebehorende zaken.
Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld
De belastingschuld ontstaat bij aanvang van het gebruik van de gemeentelijke kade en/of het opslagterrein, dan wel bij aanvraag van het genot van de dienst.
Indien voor het verstrijken van de termijn het gebruik, waarvoor het onder Hoofdstuk 3, onder 3.1.1 van de bij de verordening behorende tarieventabel genoemde opslaggeld is betaald, niet meer plaatsvindt, wordt teruggaaf verleend van het gedeelte van het kade- en opslaggeld dat overblijft na aftrek van de kade- en opslaggelden, welke voor het plaatsgevonden gebruik of genot worden geheven.
Artikel 19. Termijn van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het recht worden betaald ingeval:
In afwijking van het eerste lid, onder a, kan op verzoek van de belastingplichtige de aanslag als bedoeld in de hoofdstukken 2.1.2, 2.2.1c, 2.2.2c en 2.2.3c worden betaald in zes gelijke termijnen indien de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven. De overige aanslagen kunnen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige worden afgeschreven in één termijn van een maand.
Artikel 21. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de in deze verordening geregelde rechten.
De ‘’Verordening haven-, kade-, opslag en liggelden 2018’’ vastgesteld op 18 december 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 23, tweede lid genoemde datum van ingang van heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 23, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Tarieventabel behorende bij de Verordening Haven-, kade- en opslaggelden 2019