Organisatie | De Ronde Venen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel steigers Lintbebouwing Vinkeveen |
Citeertitel | Beleidsregel steigers Lintbebouwing Vinkeveen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is bij besluit van 4 januari 2011 van het college van De Ronde Venen geldend verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente.
Gemeentewet, art. 160
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2010 | 15-01-2019 | Nieuwe regeling | 07-12-2010 De Ronde Vener, 29-12-2010 | Onbekend |
Op 15 juni 2009 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan ‘1e herziening Lintbebouwing Vinkeveen 2003’ vastgesteld. De gemeenteraad heeft naast het raadsbesluit tot vaststelling van het bestemmingsplan ook een motie aangenomen. In deze motie vraagt de gemeenteraad het college van burgemeester en wethouders om voor steigers regels op te stellen die de kaders aangeven voor ontheffingen via het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).
De bovenstaande ontheffingsmogelijkheid valt per 1 oktober onder het regime van de Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De ‘kruimellijst’, voor het onderdeel betrekking hebbende op bouwwerken als steigers, uit artikel 4.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), is overgeheveld naar artikel 4, derde lid, van bijlage II van het Besluit Omgevingsrecht (Bor). Op grond van dit artikel is het college van burgemeester en wethouders bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
Pleziervaartuigen kennen een lengte van gemiddeld 10 a 15 meter. Het toegestane maximum voor woonschepen is 20 meter. Voor steigers volstaat daarmee een maximale maat van 25 m². Gelet op de maatvoering van steigers in deze gemeente en andere plassengebieden is een dergelijke maatvoering zeer ruim. Doorgaans wordt een steiger van 7,2 m² toegestaan (lengte van 6 meter en breedte van 1,2 meter).
De volgende voorschriften van het bestemmingsplan ‘1e herziening Lintbebouwing Vinkeveen 2003’ hebben betrekking op steigers.
Artikel 10 bestemming Woondoeleinden
Bij de bestemming Woondoeleinden is voor steigers het volgende voorschrift opgenomen:
“Per woning mag één steiger worden gebouwd ten behoeve van een aanlegplaats grenzend aan het bestemmingsvlak, met dien verstande dat:
Artikel 11 bestemming Woonschepenligplaatsen
Bij de bestemming Woonschepenligplaatsen is het volgende opgenomen:
“Per woonschip mag één steiger worden gebouwd ten behoeve van een aanlegplaats, met dien verstande dat:
Artikel 19 bestemming Landhuizen
In dit artikel is de realisatie van een botenhuis mogelijk gemaakt. Voor steigers is geen bepaling opgenomen. Een ontheffing voor een steiger dient wel tot de mogelijkheden te behoren. Bij het verlenen van een ontheffing op grond van deze beleidsregel, wordt voor de overige voorschriften verwezen naar het bepaalde in artikel 10 ‘Woondoeleinden’.
Artikel 29, derde lid, bestemming Water
Bij de bestemming Water is tot slot het volgende opgenomen:
“Steigers, vlonders of andere afmeervoorzieningen zijn slechts toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Zoals aangegeven in de inleiding, is op grond van artikel 4, derde lid, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) het college van B&W bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, mits wordt voldaan aan een tweetal eisen.
De maatvoering voor steigers opgenomen in bestemmingsplan ‘1e herziening Lintbebouwing Vinkeveen 2003’ is gebaseerd op onder andere provinciaal beleid en regelgeving van het hoogheemraadschap AGV.
Regelgeving van het hoogheemraadschap AGV geeft voor vaarwegen in eigen beheer strikte regels. AGV stelt dat in deze vaarwegen enkel een bescheiden steiger is toegestaan van maximaal 1,2 meter breed en dat met de realisatie ervan vijf meter van de doorvaart beschikbaar blijft voor een vrije doorvaart. Vanwege nautische overwegingen is voor de vaarwegen in eigen beheer géén verruiming van de toegestane maten toegestaan.
De Vinkeveense plassen zijn niet in beheer van het hoogheemraadschap AGV. AGV verwijst voor deze plassen naar de regelgeving van het Recreatieschap Vinkeveense Plassen respectievelijk de gemeente. Het recreatieschap kent de verordening Vinkeveense Plassen. In een deel hiervan is het verboden steigers te maken. In de verordening is aangewezen waar wel steigers zijn toegestaan. In merendeel van het plangebied van het bestemmingsplan ‘1e herziening Lintbebouwing Vinkeveen 2003’ is het realiseren van steigers toegestaan. Verruiming van de maximale maten is hier mogelijk.
Het overige deel van de Keur, de beleidsnota ‘Vaarwegen op Orde’ en de Oeverzoneringskaarten Vaarwegen van AGV zijn wel van toepassing op de Vinkeveense Plassen. Hierin worden onder andere eisen gesteld aan de doorvaart, de bevestiging van de steiger en het gebruik van materiaal en middelen. Uit de Oeverzoneringskaarten volgt dat bij de aangewezen oevers steigers niet toelaatbaar zijn. Voor het onderhavige bestemmingsplan is dit slechts aan de orde voor een klein deel van het plangebied.
De provincie kijkt vooral naar de invloeden op het landschap en naar de ligging in de EHS. De landschappelijke inpassing heeft in eerste instantie bij het vastgestelde bestemmingsplan ‘1e herziening Lintbebouwing Vinkeveen’ plaatsgevonden.
Gezien het bovenstaande zijn er géén overwegende bezwaren aanwezig om op het deel van de Vinkeveense Plassen, dat is gelegen binnen de linten van Vinkeveen, de maximale maatvoering van de steigers, zoals opgenomen in het bestemmingsplan ‘1e herziening Lintbebouwing Vinkeveen 2003”, te verruimen tot 25 m².
In artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 2, van de Wabo is opgenomen dat in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen de omgevingsvergunning, ondanks strijd met een bestemmingsplan, toch kan worden verleend. Deze algemene maatregel van bestuur is het Besluit Omgevingsrecht (Bor). Artikel 4, derde lid, van bijlage II van het Bor geeft aan dat een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met inachtneming van de genoemde maximale maten, hiervoor in aanmerking komt.
Het college van burgemeester en wethouders zal de bovengenoemde regeling bij aanvragen om een omgevingsvergunning voor steigers als volgt toepassen:
Indien de steiger valt onder artikel 10, 11, 19 of 29, derde lid, van het bestemmingsplan ‘1e herziening Lintbebouwing Vinkeveen 2003’ en de toegestane maximale maten van de steiger van 6,00 meter bij 1,2 meter worden overschreden, wordt artikel 4 derde lid, van bijlage II van het Bor toegepast, mits: