Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2019 |
Citeertitel | Verordening begraafrechten 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belastingen; begraafrechten |
Deze Verordening vervangt de Verordening begraafrechten 2018
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 10-12-2018 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Herinneringsbos “de Wester”: een locatie waar ter nagedachtenis en/of voor verstrooiing van as van overledenen een boom kan worden geplant.
KU urnengedenkplaats: een urnengedenkplek in de Kinderhof, bestemd voor het daarin of daarop bijzetten van ten hoogste twee asbussen met of zonder sierurnen, dan wel doen verstrooien van as van daarin of daarop van ten hoogste 2 overledenen en uitgegeven voor 5 jaar of een veelvoud daarvan tot maximaal 25 jaar;
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraaf- en gedenkplaatsen en voor het genot van door of vanwege de gemeente verlenen van diensten op de begraaf- en gedenkplaatsen.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de rechten als bedoeld in hoofdstuk 6.1.1 tot en met 6.1.3 van de tarieventabel verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt voor de rechten als bedoeld in hoofdstuk 6.1.1 tot en met 6.1.3 van de tarieventabel ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van het eindigen van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 6.1.1 tot en met 6.1.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving. Dit geldt ook in geval het totaalbedrag van de op één aanslag verschuldigde bedrag door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van begraafrechten.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.