Organisatie | Schinnen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reinigingsheffingen |
Citeertitel | Gewijzigde verordening reinigingsheffingen gemeente Schinnen 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 29-11-2018 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE SCHINNEN;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2018;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Gewijzigde verordening op de heffing en de invordering van reinigingsheffingen 2018
HOOFDSTUK II AFVALSTOFFENHEFFING
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing, als bedoeld in deze verordening, en de daarbij behorende tarieventabel, wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan, krachtens artikel 10.21 en artikel 10.22 van de Wet milieubeheer, een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De vaststelling van het totaal per belastingtijdvak ingezamelde gewicht van de afvalstoffen van een perceel vindt plaats door een optelling van de gewichten van het wekelijks ingezamelde groente-, fruit- en tuinafval en/of het restafval van dit perceel in het betreffende belastingtijdvak, waarbij dit totaal wordt afgerond op gehele kilo’s naar beneden.
Indien tijdens een inzamelbeurt door een calamiteit of technische storing aan de wegende inzamelauto, de herkennings-, wegings- of registratieapparatuur of van de middelen waarmee de registratiegegevens van de geledigde containers worden opgeslagen, van een aangeboden container geen of onjuiste automatische weging, herkenning, registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt voor de inzameling van de afvalstoffen voor alle betrokken percelen, ongeacht of de bij deze percelen behorende containers worden aangeboden, per perceel een forfaitair gewicht vastgesteld overeenkomstig het gestelde in de leden 6 en 7.
Voor de berekening van de belasting, als bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1.5, van de tarieventabel, wordt uitgegaan van het aantal ledigingen dat wordt vastgesteld door middel van de registratieapparatuur op de inzamelauto.
Artikel 8 Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de per tijdvak verschuldigde belasting
Indien de belastingplicht in de loop van een belasting jaar aanvangt, is de belasting, als bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1.1. en onderdeel 1.2 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van een belasting jaar eindigt, bestaat voor de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1.1. en onderdeel 1.2 van de tarieventabel aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid, onder b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,-. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de belastingaanslag/het gevorderde bedrag.
HOOFDSTUK III REINIGINGSRECHTEN
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag, dan wel ten behoeve van wie, de dienst wordt verricht.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 13 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De vaststelling van het totaal per belastingjaar ingezamelde gewicht van het bedrijfsafval van een bedrijfspand vindt plaats door een optelling van de gewichten van het wekelijks ingezamelde bedrijfsafval van dit bedrijfspand in het betreffende belastingjaar waarbij dit totaal wordt afgerond op gehele kilo’s naar beneden.
Indien tijdens een inzamelbeurt door een calamiteit of technische storing aan de wegende inzamelauto, de herkennings-, wegings- of registratieapparatuur of van de middelen waarmee de registratiegegevens van de geledigde containers worden opgeslagen, van een aangeboden container geen of onjuiste automatische weging, herkenning, registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt voor de inzameling van het bedrijfsafval voor alle betrokken bedrijfspanden, ongeacht of de bij deze bedrijfspanden behorende containers worden aangeboden, voor de betreffende inzamelbeurt een forfaitair gewicht per bedrijfspand vastgesteld overeenkomstig het gestelde in de leden 6 en 7.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van een belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, als bedoeld in hoofdstuk 2, onderdeel 2.1 en onderdeel 2.2 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van een belastingjaar eindigt, bestaat voor de belasting als bedoeld in hoofdstuk 2, artikel 2.1. en onderdeel 2.2. van de tarieventabel aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 16 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid, onder b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,-. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze wordt opgelegd met de belastingaanslag/het gevorderde bedrag.
HOOFDSTUK IV AANVULLENDE BEPALINGEN
Artikel 17 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten.
behorende bij de “Gewijzigde verordening reinigingsheffingen gemeente Schinnen 2018”
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is, zulks met uitzondering van de in hoofdstuk 2 van deze tabel genoemde bedragen.
Hoofdstuk 1 Maatstaf en overige tarieven afvalstoffenheffing per belastingjaar
Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten per belastingjaar