Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ten Boer

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTen Boer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2019
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 15.33 van de Wet milieubeheer

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-12-201801-01-2021Nieuwe regeling

31-10-2018

gmb-2018-267176

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2019

De raad van de gemeente Ten Boer;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 oktober 2018;

 

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2019

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1. van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2. van de tarieventabel wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting naar tijdsevenredigheid verschuldigd.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de verschuldigde belasting naar tijdsevenredigheid.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar inzake een ander perceel belastingplichtig wordt.

  • 5.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag opgelegd voor de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de derde maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat een aanslag moet worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    Belastingbedragen van € 10,-- of minder worden niet geheven. Hierbij wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aangemerkt als één belastingbedrag.

  • 4.

    Het minimum termijnbedrag is € 10,--. Slechts het laatste termijnbedrag kan lager zijn dan € 10,--. Indien het aanslagbedrag lager is dan € 100,-- wordt in afwijking van het gestelde in het tweede lid het aantal termijnen verlaagd en kan het laatste termijnbedrag afwijken van de voorgaande gelijke termijnen.

  • 5.

    De kennisgeving, opgelegd voor de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, moeten worden betaald op het tijdstip van uitreiking.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2018’ van 29 november 2017, nr. 8, wordt ingetrokken met ingang van 31 december 2018, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening afvalstoffenheffing 2019.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Ten Boer van 31 oktober 2018.

De voorzitter,

De griffier,

Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening afvalstoffenheffing 2019’

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

€ 128,25

1.1.2

De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1.1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een:

 

1.1.2.1

container van 140 liter, bestemd voor groente, fruit en tuinafval, per container met

 

€ 48,20

1.1.2.2

container van 140 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per container met

 

€ 71,10

1.1.2.3

container van 240 liter, bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per container met

 

€ 58,90

1.1.1.4

container van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per container met

 

€ 105,85

1.1.3

De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1.1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, gebruik maken van een verzamelcontainer met

 

 

 

€ 119,30

Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

1.2.1.

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen:

 

 

1.2.1.1

per aanvraag voor een hoeveelheid tot en met 3 kubieke meter afval

 

1.2.1.2

per aanvraag voor een hoeveelheid van meer dan 3 kubieke meter afval het standaardtarief van € 72,80 vermeerderd met een toeslag.

De betreffende toeslag wordt van te voren aan de aanvrager bekend gemaakt.

€ 72,80

1.2.2

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van elektrische en elektronische afvalstoffen per aanvraag

 

 

€ 35,70

1.2.3

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het aanbieden van bouw- en sloopafval, grof vuil en/of hout bij het afvalbrengstation van de ARCG aan de Duinkerkenstraat in Groningen:

 

1.2.3.1

in geval van aanvoer in een personenauto

per keer

€ 19,30

1.2.3.2

in geval van aanvoer op een éénassige aanhangwagen

per keer

€ 59,50

1.2.3.3

in geval van aanvoer op een tweeassige aanhangwagen of in een bestelbus per ton met dien verstande dat de eerste vier bezoeken waarbij grof vuil en/of hout wordt aangeboden, gratis zijn.

€ 208,60

 

1.2.4

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het aanbieden van schone deelstromen bij het afvalbrengstation van de ARCG aan de Duinkerkenstraat in Groningen:

 

1.2.4.1

in geval van aanvoer in een personenauto

per keer

€ 6,60

 

1.2.4.2

in geval van aanvoer op een éénassige aanhangwagen

per keer

€ 12,70

 

1.2.4.3

in geval van aanvoer op een tweeassige aanhangwagen of in een bestelbus

per ton

met dien verstande dat de eerste vier bezoeken waarbij schone deelstromen worden aangeboden gratis zijn.

€ 208,60

 

1.2.4.5

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het aanbieden van autobanden met velg bij het afvalbrengstation van de ARCG aan de Duinkerkenstraat te Groningen

per stuk

 

 

 

€ 10,20

Behoort bij het raadsbesluit van 31 oktober 2018.

De griffier