Organisatie | Wierden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening jeugdhulp gemeente Wierden 2019 |
Citeertitel | Verordening jeugdhulp gemeente Wierden 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | jeugdhulp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 04-02-2021 | gewijzigde verordening | 04-12-2018 |
De raad van de gemeente Wierden
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2018
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, derde lid, van de Jeugdwet;
het noodzakelijk is om regels vast te stellen over:
de waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;
overwegende dat het voorts wenselijk is te bepalen onder welke voorwaarden degene aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot diens sociale netwerk;
besluit vast te stellen de Verordening jeugdhulp gemeente Wierden 2019
Hoofdstuk 2. Individuele voorzienigen
Wanneer er naast de voorzieningen opgenomen in lid 1 a t/m d ook behoefte is aan een woon of verblijfs- omgeving, kan aanvullend de module wonen en verblijf worden ingezet. Onderdeel van deze module is:
Dakje 3: Vervanging van de thuissituatie in situaties waarbij de cliënt een gevaar voor zichzelf of voor anderen is. Er wordt een veilige omgeving geboden waarbij camera’s aanwezig kunnen zijn. Naast bewaking is een (pedagogisch) gekwalificeerde (slaap)dienst beschikbaar. Op afroep is een behandelaar beschikbaar. Er is een adequaat alarmeringssysteem en directe back-up van collega’s aanwezig. De inwoner heeft behoefte aan 24x7 toezicht.
Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door de huisarts, medisch specialist of jeugdarts, als en voor zover de betreffende jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp noodzakelijk is. Het college legt de te verlenen individuele voorziening vast in een beschikking.
Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp die de rechter, de officier van justitie, de directeur van de justitiële jeugdinrichting (JJI) of de selectiefunctionaris van de JJI noodzakelijk acht bij de uitvoering van jeugdreclassering. Het college informeert de jeugdige en zijn ouders hier schriftelijk over.
Als een jeugdige of ouder in aanmerking komt voor een individuele voorziening en de ondersteuning zelf wenst in te kopen door middel van een pgb, toest het college of voldaan wordt aan de in artikel 8.1.1. lid 2 van de wet opgenomen voorwaarden. De jeugdige of ouder dient daartoe een budgetplan in. In het budgetplan is in elk geval opgenomen:
De volgende kosten zijn uitgesloten voor vergoeding vanuit een pgb:
Het pgb bevat geen vrij besteedbaar deel.De persoon aan wie een pgb wordt verstrekt kan de jeugdhulp betrekken van een persoon die behoort tot het sociaal netwerk, maar niet als het gaat om ggz-behandeling.Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een geheel of gedeeltelijke opschorting voor ten hoogste dertien weken van betalingen uit het pgb als duidelijk is dat de jeugdige of zijn ouders het pgb in die periode anders ten onrechte zullen ontvangen.
Van formele hulp is sprake als de hulp verleend wordt door onderstaande personen, met uitzondering van bloed- of aanverwanten in de 1e of 2e graad van de budgethouder:
personen die werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007), en die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
personen die aangemerkt zijn als Zelfstandige zonder personeel. Daarnaast moeten ze ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
Het college stelt een regeling vast voor de afhandeling van klachten van cliënten die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van aanvragen als bedoeld in deze verordening.
Het college stelt jeugdigen en ouders en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Het college maakt afspraken met de zorgverzekeraars en het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) hoe de continuïteit van zorg te garanderen voor jeugdigen die jeugdhulp ontvangen en de leeftijd van 18 jaar bereiken en daarmee onder de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg komen te vallen, en hoe te voorkomen dat jeugdigen tussen wal en schip vallen wanneer er discussie is over het wettelijke kader.
Het college maakt afspraken met de gecertificeerde instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming en Justitiële Jeugdinrichtingen over het overleg over de inzet van jeugdhulp bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing en jeugdreclassering als bedoeld in artikel 2.4 lid 2 onderdeel b van de wet.