Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Helmond

Garagereglement Helmond 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHelmond
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGaragereglement Helmond 2010
CiteertitelGaragereglement Helmond 2010
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpverkeer en vervoer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wegenverkeerswet 1994
  2. Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens
  3. Wet gevaarlijke stoffen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-09-2010nieuwe regeling

07-09-2010

Gemeenteblad, 2010, 81

Collegebesluit, 2010, 1055932

Tekst van de regeling

Intitulé

Garagereglement Helmond 2010

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

Parkeerder: de eigenaar/gebruiker van het voertuig dat het voertuig de parkeergarage heeft ingebracht.

Parkeergeld: bedrag dat de parkeerder verschuldigd is voor het gebruik van de parkeergarage.

Parkeerbewijs: parkeerkaart, abonnement of elk ander middel dat gebruikt kan worden of handeling die verricht dient te worden om toegang tot de parkeergarage te krijgen.

Parkeerovereenkomst: elke tussen de parkeerder en de gemeente gesloten overeenkomst met betrekking tot het gebruik van welke aard of welke duur dan ook van de parkeergarage.

Garagebeheerder: de in de parkeergarage werkzame medewerker van of namens de gemeente Helmond.

Gemeente: de gemeente Helmond

Artikel 2 Afbakening reglement

Dit reglement is van toepassing op alle parkeergarages, welke eigendom zijn van, dan wel worden geëxploiteerd/beheerd door de gemeente Helmond.

Artikel 3 Totstandkoming parkeerovereenkomst

De parkeerovereenkomst wordt geacht tot stand te zijn gekomen door het enkele feit van het gebruik van de parkeergarage met een voertuig.

De parkeerovereenkomst wordt tevens geacht te zijn tot stand gekomen door de enkele afgifte aan de parkeerder van een parkeerbewijs.

Artikel 4 Gebruik parkeerbewijs

  • 1.

    Een voertuig wordt slechts toegelaten tot de parkeergarage met een geldig parkeerbewijs.

  • 2.

    Het is verboden een parkeerbewijs te vervalsen of hieraan medewerking te verlenen.

  • 3.

    Indien het parkeerbewijs is verstrekt door de gemeente, blijft dit eigendom van de gemeente.

    Parkeerbewijzen die meerdere malen gebruikt kunnen worden (zoals abonnementen) dienen bij het beëindigen van het gebruik (zoals na het verstrijken van de termijn waarvoor het parkeerbewijs werd afgegeven) aan de gemeente te worden teruggegeven. De parkeerder kan de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de parkeerovereenkomst niet overdragen.

  • 4.

    Het parkeerbewijs mag uitsluitend worden gebruikt voor het parkeren van één voertuig tegelijkertijd.

    Indien met één parkeerbewijs meer voertuigen worden gestald, dient voor de meerdere voertuigen per voertuig per dag het dagtarief te worden betaald en zal de parkeerder door de garagebeheerder op zijn gedrag worden aangesproken. Indien deze gedraging zich voordoet, is de gemeente gerechtigd maatregelen te treffen, zoals bijvoorbeeld het intrekken van een abonnement.

Artikel 5 Betaling

  • 1.

    Het parkeergeld wordt berekend volgens door de gemeente vastgestelde tarieven zoals deze in de parkeergarage staan vermeld.

  • 2.

    Het verschuldigde parkeergeld dient, voordat de parkeerder met zijn voertuig de parkeergarage verlaat,

    te worden voldaan.

  • 3.

    Indien de parkeerder geen geldig parkeerbewijs kan tonen, is hij voor elke dag of gedeelte daarvan dat hij gebruik heeft gemaakt van de parkeergarage, het tarief voor een volledig etmaal (dagtarief) verschuldigd.

Artikel 6 Toegang tot de parkeergarage

  • 1.

    Het in- en uitrijden van voertuigen in de parkeergarage kan uitsluitend geschieden tijdens de in of bij de parkeergarage aangegeven openingstijden. De gemeente stelt de openingstijden vast en maakt deze in de parkeergarage kenbaar.

  • 2.

    In de parkeergarage mogen uitsluitend personenauto’s en bedrijfsauto’s met een maximale lengte van 4,80 meter worden geparkeerd. De hoogte van de voertuigen mag niet meer bedragen dan die welke bij de ingang van de parkeergarage staat aangegeven.

  • 3.

    Het is niet toegestaan met aanhangwagens van welke aard dan ook, hieronder mede begrepen caravans, de parkeergarage binnen te rijden.

  • 4.

    De gemeente is gerechtigd aan enig voertuig de toegang tot de parkeergarage te weigeren indien de gemeente dit, met inachtneming van de redelijkheid en billijkheid, wenselijk acht.

Artikel 7 Buiten openingstijden

De gemeente is niet gehouden buiten de openingstijden aan de parkeerder diensten te verlenen.

Verleent de gemeente buiten de openingstijden desalniettemin en dus onverplicht aan de parkeerder op diens verzoek diensten, dan zal de parkeerder aan de gemeente de daarmee gepaard gaande kosten dienen te voldoen.

Artikel 8 Verkeersregels in de parkeergarage

  • 1.

    Gedurende de aanwezigheid in de parkeergarage dient de parkeerder zich conform de bepalingen van het Wegenverkeerswet 1994, de nadere regels krachtens deze wet gesteld, het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens en de daarbij behorende bijlagen, als ook de nadere regels krachtens dit reglement, te gedragen. Hieronder valt eveneens het houden aan de op de bebording aangegeven maximum snelheid.

  • 2.

    Bij niet-nakoming hiervan is de parkeerder aansprakelijk voor de daaruit voortvloeiende schade.

  • 3.

    De parkeerder is verplicht aanwijzingen van de garagebeheerder op te volgen, het voertuig te plaatsen op de aangewezen plaats en zich zodanig te gedragen dat het verkeer in de parkeergarage niet wordt gehinderd en de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht.

  • 4.

    De functienaam / gemandateerde medewerker parkeerbeheer & exploitatie is de bevoegd om onder bijzondere omstandigheden voertuigen binnen de parkeergarage te verplaatsen en/of enig voertuig uit de parkeergarage te (doen) verwijderen.

    Voortkomende kosten ten gevolge van het laten verwijderen van het voertuig komen geheel ten laste van de eigenaar van het voertuig.

Artikel 9 Aanwezigheid in de parkeergarage

  • 1.

    Het is uitdrukkelijk niet toegestaan in de parkeergarage te verblijven indien dit verblijf naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders niet nodig is voor het parkeren van het voertuig.

    Personen die zich in strijd met deze bepaling gedragen dienen de parkeergarage op eerste verzoek van de garagebeheerder te verlaten.

  • 2.

    De voertuigen dienen tijdens het parkeren deugdelijk te zijn afgesloten en de lichten dienen te zijn gedoofd.

  • 3.

    Het is de inzittenden van de voertuigen die in de parkeergarage worden geparkeerd niet toegestaan om langer in het voertuig te verblijven dan gedurende de tijd die nodig is om het betreffende voertuig te parkeren. Nadat het voertuig is geparkeerd dienen de inzittenden het voertuig en de parkeergarage te verlaten.

Artikel 10 Gebruik parkeergarage overeenkomstig bestemming

  • 1.

    Het is verboden om de ruimte in de parkeergarage anders te gebruiken dan overeenkomstig de hieraan gegeven of uit de inrichting blijkende bestemming.

  • 2.

    Het is verboden in de parkeergarage voertuigen alsook zich daarin of daarop bevindende voorwerpen te verkopen, te koop aan te bieden of te verhuren.

  • 3.

    Het is eveneens verboden een voertuig te wassen of daaraan werkzaamheden uit te voeren, bestaande uit reparaties of wijzigingen, tenzij het college van de gemeente hier toestemming voor heeft gegeven.

Artikel 11 Overige verbodsbepalingen

  • 1.

    Het is verboden in de parkeergarage te roken.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde bij of krachtens de Wet gevaarlijke stoffen is het de parkeerder verboden om een voertuig, geladen met een stankverspreidende stof, te parkeren in de parkeergarage, wanneer andere parkeerders aangeven daarvan hinder of overlast te ondervinden.

  • 3.

    Het is verboden een voertuig, dat geen motorvoertuig is, in een parkeergarage te parkeren, behoudens op gedeelten daartoe uitdrukkelijk bestemd.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in wegenverkeerswetgeving en – regelgeving zoals genoemd in artikel 8, is het verboden, in een parkeergarage een voertuig zodanig dicht bij een toegang, uitgang of deur van een trappenhuis, lift , meterkast of andere ruimte te parkeren, dat hinder kan ontstaan voor gebruikers daarvan.

Artikel 12 Tonen legitimatiebewijs

Parkeerders zijn verplicht een legitimatiebewijs te tonen indien de garagebeheerder daarom verzoekt.

Artikel 13 Gevonden voorwerpen

Gevonden voorwerpen kunnen worden afgegeven bij het kantoor van de garagebeheerder. Deze kunnen daar vervolgens door de rechthebbende worden opgehaald indien een geldig legitimatiebewijs wordt getoond en wordt getekend voor ontvangst. De gemeente is gerechtigd om de rechthebbende de kosten van bewaring in rekening te brengen.

Artikel 14 Aansprakelijkheid

  • 1.

    Tot de verplichting van de gemeente behoort niet de bewaking van het voertuig. De gemeente aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor diefstal of het verloren gaan van eigendommen van de parkeerder. De gemeente aanvaardt voorts geen aansprakelijkheid voor welke schade dan ook aan de eigendommen van de parkeerder alsmede terzake van lichamelijk letsel en/of enige schade, direct of indirect veroorzaakt door of tengevolge van het gebruik van de parkeergarage, tenzij de schade direct is veroorzaakt door of vanwege de gemeente en haar personeel.

  • 2.

    De parkeerder is aansprakelijk voor alle schade die door hem is veroorzaakt. Schade door de parkeerder veroorzaakt aan de parkeergarage of daarbij behorende apparatuur en installaties dient ter plaatse te worden vergoed dan wel dient door de parkeerder te worden vergoed nadat door de eigenaar een expertise van de schade is opgemaakt.

  • 3.

    De parkeerder is gehouden de gemeente schadeloos te stellen voor alle schade die de gemeente lijdt ten gevolge van enig handelen of nalaten van de parkeerder en hij zal de gemeente vrijwaren voor schadevorderingen van derden die door handelen of nalaten van parkeerder zijn ontstaan.

Artikel 15 Niet naleving

  • 1.

    Bij het niet naleven van de regels uit dit reglement is de gemeente gerechtigd de volgende maatregelen te treffen;

    • -

      aanspreken op het gedrag

    • -

      waarschuwen onder vermelding van mogelijke sancties

    • -

      opleggen betaling dagtarief per dag van overtreding

    • -

      intrekking van een abonnement

    • -

      het niet laten uitrijden van het voertuig

    • -

      het inschakelen van de politie.

Artikel 16 Slotbepaling

  • 1.

    Dit reglement is van toepassing op alle met de gemeente afgesloten parkeerovereenkomsten voor het parkeren in gemeentelijke parkeergarages en maakt een integraal onderdeel uit van deze parkeerovereenkomsten.

  • 2.

    Op de parkeerovereenkomst is Nederlands recht van toepassing. Geschillen zullen worden berecht door de bevoegde rechter.

Besloten in de vergadering van 7 september 2010.

Burgemeester en wethouders van Helmond

De burgemeester, De secretaris,

Drs. A.A.M. Jacobs Dhr. A.A.M. Marneffe RA

Bekend gemaakt op:

17 september 2010

De gemeentesecretaris,

Dhr. A.A.M. Marneffe RA