Organisatie | Helmond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel kwijtschelding Helmond 2010 |
Citeertitel | Beleidsregel kwijtschelding Helmond 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | financiën en belastingen |
Deze regeling vervangt de Beleidsregel kwijtschelding Helmond 2009.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-03-2010 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 09-02-2010 | Collegebesluit, 2010, 1055174 |
Kwijtschelding is mogelijk voor de volgende belastingen/heffingen a. onroerende-zaakbelastingen voor woningen (niet voor winkels en/of bedrijfspanden) b. afvalstoffenheffing (basisbedrag) c. rioolheffing
Een aanvraag om kwijtschelding moet worden ingediend middels een daartoe vastgesteld aanvraagformulier.
Aan de in onderdeel a. en b. genoemde belastingschuldigen wordt jaarlijks een toetsingsformulier toegezonden conform model A behorende bij deze beleidsregel. Mocht blijken dat de belastingschuldige onder de vastgestelde normen van het kwijtscheldingsbeleid blijft, dan volgt automatisch kwijtschelding.
Als het formulier voor kwijtschelding ingevuld is ontvangen, dan wordt de invordering in beginsel opgeschort en ontvangt de belastingschuldige binnen 10 dagen een ontvangstbevestiging.
Een verzoek om kwijtschelding dat niet is ingediend op het daartoe bestemde formulier wordt niet in behandeling genomen. Aan belastingschuldige wordt alsnog een formulier voor kwijtschelding toegezonden.
Een volledig ingevuld verzoek om kwijtschelding leidt in de regel tot uitstel van betaling voor het bedrag waarvoor om kwijtschelding wordt verzocht. Wanneer belastingschuldige een machtiging tot automatische incasso heeft afgegeven, dan wordt hij/zij in de gelegenheid gesteld om de incassoregeling te continueren.
Wanneer aannemelijk is dat gegronde vrees bestaat dat opschorting van de invordering ertoe zal leiden dat goederen – waarop de belastingschuld waarvan kwijtschelding is verzocht kan worden verhaald – zullen worden verduisterd, dan kan de invorderingsambtenaar ondanks de aanvraag om kwijtschelding conservatoire en zo nodig executoriale maatregelen nemen. Voorzover deze maatregelen een onherroepelijk karakter dragen, is toestemming nodig van het college van burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders hebben deze bevoegdheid gemandateerd aan de invorderingsambtenaar (MO.CF.11).
De invorderingsambtenaar kan, indien nodig, een nader onderzoek instellen of inlichtingen inwinnen bij de belastingschuldige of derden. Met de ondertekening van het verzoek om kwijtschelding verleent belastingschuldige aan de ontvanger toestemming om bij derden nadere informatie in te winnen ten aanzien van de inkomsten en/of het vermogen van belastingschuldige.
De invorderingsambtenaar is niet verplicht belastingschuldige zijn zienswijze naar voren te laten brengen, voordat hij een aanvraag om kwijtschelding geheel of gedeeltelijk afwijst.
Op een aanvraag om kwijtschelding wordt binnen 4 maanden na ontvangst daarvan, bij beschikking beslist. Wanneer deze termijn wordt overschreden, wordt belastingschuldige schriftelijk medegedeeld binnen welke termijn op het ingediende verzoek wordt beslist.
Wanneer de belastingschuldige zich niet kan verenigen met de beschikking van de invorderingsambtenaar kan daartegen, binnen tien dagen na dagtekening van de kennisgeving waarmee de beschikking is bekend gemaakt, schriftelijk administratief beroep bij het college van burgemeester en wethouders worden ingesteld. Het gemotiveerde beroepschrift dient te worden gericht tot het college van burgemeester en wethouders en dient te worden ingediend bij de invorderingsambtenaar.
In alle gevallen dat een beroepschrift wordt ontvangen verzendt de invorderingsambtenaar een ontvangstbevestiging.
In verband met het uit te brengen advies aan het college van burgemeester en wethouders, vraagt de invorderingsambtenaar zonodig opnieuw nadere gegevens aan de belastingschuldige met het verzoek deze binnen 10 dagen te verstrekken. Indien hieraan geen gevolg wordt gegeven stelt de invorderingsambtenaar het college van burgemeester en wethouders daarvan in kennis en adviseert hen om die reden het beroepschrift ongegrond te verklaren.
Het college van burgemeester en wethouders beslist binnen zes weken op het administratief beroepschrift, gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het beroepschrift is verstreken. Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste tien weken verdagen. Hiervan wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de belastingschuldige. Verder uitstel is alleen mogelijk indien de belastingschuldige daarmee instemt.
De beslissing op een beroepschrift dient te berusten op een deugdelijke motivering die bij bekendmaking van de beslissing wordt vermeld.
Wanneer het college van burgemeester en wethouders afwijzend heeft beslist op een ingediend administratief beroepschrift tegen de afwijzende beschikking van de invorderingsambtenaar, moet het verschuldigde bedrag binnen de op het aanslagbiljet aangegeven betaaltermijn worden voldaan, waarbij een minimale termijn van tien dagen wordt aangehouden.
Wanneer de invorderingsambtenaar tot de conclusie komt dat belastingschuldige niet in aanmerking komt voor kwijtschelding, maar op grond van het feit dat op aanvrager de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, wordt de belastingschuld buiten invordering gesteld.