Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Herzien Handhavingsbeleid bestuurlijke boete kinderopvang 1-1-2018 |
Citeertitel | Handhavingsbeleid bestuurlijke boete Wetkinderopvang |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | Technische aanpassing handhavingsbeleid bestuurlijke boete kinderopvang |
Geen
collegebesluit van 21 maart 2017 nr 2016/519348
Beleidsprogramma 2016-2019 Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving gemeente Haarlem
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-12-2018 | 01-12-2018 | Nieuwe regeling | 30-10-2018 | 2018/313547 |
Beleid is op 30 oktober 2018 geactualiseerd in verband met een aantal (technische) wijzigingen in de Wet kinderopvang per 1 maart 2018.
Burgemeester en wethouders van Haarlem
Gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht (verder: Awb);
Gelet op Artikel 1.72 van de Wet kinderopvang (verder: Wko);
Gelet op het collegebesluit van 21 maart 2017 nr. 2016/519348 (= besluit tot het invoeren van de bestuurlijke boete op verschillende handhavingsterreinen)
De gemeente Haarlem is verantwoordelijk voor handhaving op kwalitatief voldoende en volwaardige kinderopvang zoals vastgelegd in de Wet kinderopvang (verder: Wko). Handhaven deed de gemeente tot nu toe voornamelijk met gebruikmaking van de last onder dwangsom uit de Algemene wet bestuursrecht (verder: Awb). Uit het rapport dd 28 februari 2013 van Bureau Bartels BV, dat op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzoek heeft gedaan, is echter gebleken dat (zeker bij bepaalde overtredingen) effectiever kan worden gehandhaafd met toepassing van de bestuurlijke boete uit de Wko. Uit ervaringen van andere gemeenten (zoals Amsterdam, Utrecht, Haarlemmermeer) blijkt dit ook inderdaad het geval, daarom heeft het college op 21 maart 2017 (nr. 2016/519348) besloten tot de invoer van de bestuurlijke boete op bepaalde overtredingen.
Zo snel mogelijk na vaststelling van dit beleid, en in ieder geval voor de beoogde invoering van 1 januari 2018, zullen wij alle houders in Haarlem per mail (indien in ons bezit) en per post informeren over de inhoud van dit beleidsstuk en de mogelijke gevolgen.
De evaluatie van dit beleidsstuk zal in ieder geval worden meegenomen in de normale beleidscyclus van het actieprogramma VTH (Vergunningen, Toezicht & Handhaving) die jaarlijks wordt vastgesteld en geëvalueerd. Ook zal een evaluatie plaatsvinden bij de eens-in-de-drie-jaarlijkse vaststelling van het beleidsprogramma VTH. Het beleid zal sowieso worden herzien wanneer dit noodzakelijk is.
Artikel 1 Gebruik bevoegdheid opleggen bestuurlijke boete
Het college kan een bestuurlijke boete opleggen in geval van overtredingen op de volgende drie domeinen:
Artikel 2 Hoogte bestuurlijke boete
Artikel 1 Gebruik bevoegdheid opleggen bestuurlijke boete:
Artikel 1.72 van de Wko geeft de mogelijkheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan kindercentra (zoals kinderdagverblijven (incl en excl peuterspeelzaalwerk) en buitenschoolse opvang), gastouderbureaus en gastouders. Wij willen deze mogelijkheid vooralsnog inzetten voor overtredingen op de volgende drie domeinen:
Artikel 2 Hoogte bestuurlijke boete:
Gelijktijdig met het toepassen van een bestuurlijke boete zal worden gehandhaafd met de last onder dwangsom of last onder bestuursdwang. Een last moet ervoor zorgen dat de overtreding wordt beëindigd. Het opleggen van een boete bestraft de overtreder. Dit heeft naar verwachting een preventief effect op overtredingen in de toekomst. Overtredingen worden immers niet alleen meer hersteld maar ook bestraft. Aangezien de dwangsom en bestuursdwang een herstellende functie hebben en de bestuurlijke boete een bestraffende functie heeft mogen deze twee methoden op grond van de Awb gelijktijdig worden ingezet.
Bij overtredingen van de regels op gebied van de vog en bkr wordt in beginsel een herstelaanbod gedaan door de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). Een herstelaanbod is een mogelijkheid van korte duur om direct de overtreding te beëindigen. Als deze mogelijkheid is gegeven en de overtreding binnen de door de GGD gegeven herstelperiode is beëindigd wordt geen bestuurlijke boete opgelegd, in andere gevallen in principe wel.
Recidive bij beroepskwalificatie
Bij overtredingen op de beroepskwalificatie wordt een bestuurlijke boete pas opgelegd als bij een
volgende inspectie blijkt dat een overtreding op dit onderdeel nog steeds bestaat of opnieuw binnen 2 jaar is begaan.
Voor het bepalen van het aantal kindplaatsen wordt organisatiebreed gekeken. Dus niet per locatie.
De boetes worden per overtreding opgelegd.
Het is redelijk en effectief als het boetebedrag evenredig is. Dus hoe groter het kinderopvangcentrum, hoe meer inkomsten, hoe hoger het bedrag om de prikkel die er vanuit gaat effectief te laten zijn. Gastouderbureaus betalen altijd het hoogste bedrag omdat, los van het feit dat zij vaak toch al meer dan 150 kindplaatsen onder hun hoede hebben, zij zelf ook een belangrijke rol qua toezicht hebben op de bij hen aangesloten gastouders. Gastouders daarentegen vangen maximaal 6 kinderen op en zijn altijd particulieren. Vandaar dat het redelijk is om het bedrag daar op 1/6 van het totaal te zetten.
De boetes worden opgelegd per geconstateerde overtreding. Dus, hebben 3 beroepskrachten, werkzaam bij 1 kinderdagverblijf niet de juiste beroepskwalificatie, dan worden er 3 boetes opgelegd.
€ 3.000,- per ontbrekende, te late, niet overlegde en te oude vog. Of per niet of te laat ingeschreven en/of gekoppelde persoon in het PRK (personenregister kinderopvang). |