Organisatie | Almelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening begraafplaatsrechten 2019 |
Citeertitel | Verordening begraafplaatsrechten 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 01-11-2018 |
De Raad van de Gemeente Almelo;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 oktober 2018;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
de volgende verordening vast te stellen:
Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2019.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- de gemeentelijke begraafplaats ’t Groenedael;
- de gemeentelijke begraafplaats Aadorp;
b) eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- het doen begraven en begraven houden van lijken;
- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- afdeling A: ruimgesitueerd graf met liggende zerk
- afdeling B: nieuw uit te geven graven en opnieuw uit te geven bestaande graven met staande steen en grasbedekking
- afdeling C: graven met liggende zerk op rij uitgegeven
- afdeling D: opnieuw uit te geven bestaande graven met liggende zerk
d) opnieuw uit te geven graf: graf op begraafplaats ’t Groenedael, waarvan nabestaanden hebben aangegeven dat zij geen belangstelling hebben voor overschrijving van de grafrechten of waarvan geen nabestaanden bekend zijn.
e) algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
f) eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
g) urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;
h) asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
i) urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
j) verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien;
k) poortgebouw: ruimte / voorziening op begraafplaats ’t Groenedael om een urnennis, asbus of urn te plaatsen;
l) herinneringsplaatje: een voorwerp met inscriptie bevestigd aan het monument op het verstrooiingsveld op begraafplaats ‘t Groenedael ter nagedachtenis aan een overledene;
m) sleutel voor slagboom: een sleutel, die in bepaalde gevallen in bruikleen wordt gegeven, voor toegang tot begraafplaats ’t Groenedael;
n) grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooingsplaats.
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.
1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
2. Met betrekking tot de rechten genoemd in de hoofdstukken 1 en 6 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld
De rechten zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 10 Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, zijn de rechten invorderbaar in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die waarin het aanslagbiljet is gedagtekend. Dit geldt ook in geval het totaalbedrag van de op één aanslag verschuldigde bedrag door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.
1. De “Verordening begraafplaatsrechten 2018”, vastgesteld op 2 november 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening begraafplaatsrechten 2019”.
Gedaan ter openbare vergadering van 1 november 2018,
drs. C.M. Steenbergen A.J. Gerritsen