Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang voor ouders met een sociaal medische indicatie Den Haag 2018 |
Citeertitel | Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang voor ouders met een sociaal medische indicatie Den Haag 2018 |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang voor ouders met een sociaal medische indicatie Den Haag 2018 |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-07-2018 | 01-01-2018 | wijziging | 24-01-2018 | BSW/2018.21 |
Deze regeling is bedoeld voor ouders die vanwege ernstige lichamelijke, psychische of sociale problemen tijdelijk niet in staat zijn om voor hun kinderen te zorgen en begeleiding/hulp nodig hebben. Voorkomen moet worden dat de ontwikkeling van het kind belemmerd wordt. Kinderopvang geeft kinderen een veilig tweede milieu en draagt bij aan een positieve ontwikkeling van het kind. Echter, de lichamelijke, psychische of sociale problemen van de ouders maken werken/re-integreren vaak niet mogelijk. Hierdoor bestaat er geen recht op de tegemoetkoming kinderopvang van de Belastingdienst. Door de beleidsregel SMI kunnen ouders alsnog aanspraak maken op een vergoeding van de kinderopvangkosten bij deelname aan een medisch traject.
De beleidsregel 2015 was een open eind regeling. Door de inwerkingtreding van de Wet op de Jeugdhulp en de werkwijze met de wijkteams kwamen meer doelgroep-gezinnen voor deze regeling in beeld. Om de kosten beheersbaar te houden wordt de beleidsregel in dit besluit herzien tot een tijdelijke regeling. Hiermee wordt de regeling in alle gevallen in duur beperkt, zodat er meer mensen tijdelijk geholpen kunnen worden, in plaats van minder mensen voor een langere duur. Hierbij is aangesloten bij het beleid dat geldt voor SMI in de andere drie grote steden.
b. Per 2018 treedt een nieuwe wet kinderopvang in werking, genaamd Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.
c. Per 2018 is de wet collectieve preventie volksgezondheid vervangen door de Wet publieke gezondheid.
Artikel 4 Tegemoetkoming kosten kinderopvang
Lid 3. De regeling is bedoeld voor ouders die vanwege ernstige lichamelijke, psychische of sociale problemen tijdelijk niet in staat zijn om voor hun kinderen te zorgen en begeleiding/hulp nodig hebben. Met dit lid wordt de termijn waarover de tegemoetkoming SMI wordt toegekend gemaximeerd, waarmee het tijdelijke karakter van de regeling wordt benadrukt.
Lid 4. Met dit lid wordt, indien nodig, mogelijk gemaakt dat er eenmalig een verlenging van 3 maanden kan worden aangevraagd, voor die gevallen waar de maximale termijn van zes maanden onvoldoende blijkt.
Lid 6. Met dit lid wordt vastgesteld dat over maximaal drie dagen kinderopvang per week de tegemoetkoming SMI wordt verstrekt.
Artikel 11 Ingangsdatum en duur van de tegemoetkoming
Lid 3. De regeling is bedoeld voor ouders die vanwege ernstige lichamelijke, psychische of sociale problemen tijdelijk niet in staat zijn om voor hun kinderen te zorgen en begeleiding/hulp nodig hebben. Met dit lid wordt de termijn waarover de tegemoetkoming SMI wordt toegekend gemaximeerd, waarmee het tijdelijke karakter van de regeling wordt benadrukt.
Lid 4. Met dit lid wordt vastgesteld dat de aanvraag voor een eventuele verlenging van termijn waarover de SMI indicatie wordt verstrekt, op tijd gebeurd, zodat er voldoende tijd is een her-indicatie te laten plaatsvinden.
Het College van Burgemeester en Wethouders
BELEIDSREGEL TEGEMOETKOMING KOSTEN KINDEROPVANG VOOR OUDERS MET EEN SOCIAAL MEDISCHE INDICATIE DEN HAAG 2018.
In deze beleidsregels worden verstaan onder:
Paragraaf 2 RECHT OP TEGEMOETKOMING EN VERGOEDING
Artikel 2 Tegemoetkoming kosten kinderopvang
Lid 1. Het college kan een ouder met een sociaal medische indicatie voor kinderopvang een inkomensafhankelijke tegemoetkoming geven in de kosten kinderopvang.
Lid 2. Aanvullend op de tegemoetkoming kan de gemeente aan burgers met een bijstandsuitkering van de gemeente een extra vergoeding geven voor de eigen bijdrage.
Doelgroep voor de tegemoetkoming is een ouder die op grond van zijn of haar sociaal medische situatie kinderopvang nodig heeft, hiervoor een sociaal medische indicatie heeft en geen recht heeft op een tegemoetkoming op grond van de wet en waarvoor een andere voorziening geen passende oplossing biedt.
Artikel 4 Tegemoetkoming kosten kinderopvang
Lid 1. Het college verstrekt een tegemoetkoming in de kosten kinderopvang aan de ouder die op grond van een sociaal medische indicatie kinderopvang nodig heeft en een aanvraag voor een tegemoetkoming bij de gemeente heeft ingediend.
Lid 2. Het college baseert het besluit om een tegemoetkoming toe te kennen op basis van een sociaal medische indicatie van de GGD.
Lid 3. De geldigheidsduur van de indicatie wordt bepaald door de GG&GD, maar is nooit langer dan zes maanden.
Lid 4. De GGD kan eenmalig een indicatie voor een verlenging met drie maanden afgeven.
Lid 5. Voor het verkrijgen van een tegemoetkoming moet de ouder en indien van toepassing de partner voldoen aan de volgende aanvullende voorwaarden:
Lid 6. Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat op grond van de sociaal medische indicatie dan wel dat naar haar oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is, maar nooit meer dan drie dagen per week.
Het college weigert de tegemoetkoming in de kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie in ieder geval indien:
Artikel 6 Hoogte van de tegemoetkoming
Lid 1. Bij het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming worden de tabellen gehanteerd die gelden voor de wettelijke doelgroep in de wet. Hiertoe wordt een inkomenstoets gedaan.
Lid 2. Het college gaat bij het bepalen van de tegemoetkoming uit van het wettelijk uurtarief.
Artikel 7 Vergoeding van de eigen bijdrage
Lid. 1 Het college vergoedt de eigen bijdrage van ouders met een sociaal medische indicatie en een bijstandsuitkering van de gemeente. Hierbij geldt dat de hoogte van deze vergoeding is gebaseerd op het wettelijk uurtarief van de Belastingdienst.
Lid 1. De ouder doet aan het college uit eigen beweging of op verzoek direct mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem / haar redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een tegemoetkoming.
Lid 2. Een ouder is verplicht aan het college, daarnaar gevraagd, medewerking te verlenen aan uitvoering van deze beleidsregels.
Paragraaf 4 UITVOERINGSBEPALING
Artikel 9 Aanvraag en betaalbaarstelling
Lid 1. De tegemoetkoming en indien van toepassing de vergoeding voor de eigen bijdrage dient schriftelijk te worden aangevraagd door middel van een daarvoor bestemd aanvraagformulier. Alle op dit formulier gevraagde gegevens moeten worden ingevuld en door de ouder, en indien van toepassing door de partner, te worden ondertekend.
Lid 2. Bij de aanvraag moet worden meegestuurd:
Lid 3. Het college neemt binnen acht weken na indiening van de aanvraag een besluit.
Lid 4. De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald.
Lid 5. De tegemoetkoming wordt rechtstreeks aan de kinderopvang uitbetaald.
Lid 6. Het college kan nadere voorschriften stellen aan de wijze van uitbetaling.
Artikel 10 Inhoud van de beschikking
Lid 1. Het besluit tot verlening van de tegemoetkoming kosten kinderopvang door de gemeente op grond van een sociaal medische indicatie bevat in ieder geval:
Artikel 11 Ingangsdatum en duur van de tegemoetkoming
Lid 1. De tegemoetkoming wordt verleend vanaf dag één van de maand waarin de ouder de tegemoetkoming aanvraagt en de maand ervoor.
Lid 2. Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming vastgesteld met ingang van de dag waarop de kinderopvang een aanvang neemt.
Lid 3. De tegemoetkoming wordt vastgesteld voor de periode van maximaal zes maanden.
Lid 4. Een aanvraag voor verlenging van de tegemoetkoming dient 2 maanden voor afloop van de zes maanden ingediend te zijn om recht te kunnen hebben op de eenmalige verlenging met drie maanden.
Artikel 12 Definitieve vaststelling
Lid 1. Na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend stelt het college de tegemoetkoming vast; de ouder verstrekt daartoe desgevraagd:
a. een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode.
b. een jaaropgave van de inkomsten van de ouder(s).
Artikel 13 Herziening en intrekking
Lid 1. Het college kan het recht op tegemoetkoming herzien of intrekken:
Lid 1. Als het college een besluit tot herziening of intrekking als bedoeld in artikel 12 genomen heeft, kan het een ten onrechte of te hoog verstrekte tegemoetkoming terugvorderen
Lid 1. Op aanvragen welke na 31 december 2017 door de gemeente zijn ontvangen is de beleidsregel 2018 onverkort van toepassing.
Lid 2. Indien een voor 1 januari 2018 (op basis van beleidsregel BSW /2015.62) verleend recht op tegemoetkoming voor 1 oktober 2018 afloopt, kan dit recht ongewijzigd aansluitend op de einddatum door het college met drie maanden worden verlengd.
Lid 3. Indien een voor 1 januari 2018 verleend recht op tegemoetkoming of vergoeding na 30 september 2018 afloopt, kan door het college individueel beoordeeld worden of en voor hoe lang dit recht verlengt moet worden, tot en met uiterlijk 31 december 2018.
Het college kan in bijzondere gevallen een artikel of artikelen van deze beleidsregel buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan, gelet op het belang van de betrokken ouder, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2018 in werking.
Artikel 18 Intrekking beleidsregels
Met de inwerkingtreding van deze beleidsregels worden de beleidsregels BSW /2015.62 met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2018 ingetrokken.
Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Tegemoetkoming kosten kinderopvang voor ouders met een sociaal medische indicatie Den Haag 2018.
Het college van burgemeesters en wethouders,
Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten.
Op grond van hoofdstuk 1.6 van de mandaatregeling gemeente Den Haag (mandaatbesluit BOW 2017.62 RIS 296709)