Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oegstgeest

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oegstgeest houdende regels omtrent de heffing en de invordering van marktgeld Verordening marktgeld 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOegstgeest
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Oegstgeest houdende regels omtrent de heffing en de invordering van marktgeld Verordening marktgeld 2019
CiteertitelVerordening marktgeld 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening marktgeld 2018.

De datum van ingang van deze heffing is 1 januari 2019.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-12-201801-01-2020nieuwe regeling

22-11-2018

gmb-2018-259644

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oegstgeest houdende regels omtrent de heffing en de invordering van marktgeld Verordening marktgeld 2019

De raad van de gemeente Oegstgeest;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 oktober 2018;

 

gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2019

(Verordening marktgeld 2019)

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

standplaats : de op en voor de duur van een markt door de gemeenteraad aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

vaste plaats: een standplaats die tot wederopzegging beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 2 Belastbaar feit

Terzake van het in gebruik nemen van een standplaats of vaste plaats, als bedoeld in artikel 1, wordt onder de naam marktgeld een recht geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

Het recht wordt geheven van degene die een standplaats of vaste plaats in gebruik neemt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

Het recht wordt geheven naar de frontbreedte van de standplaats of vaste plaats in strekkende meters.

Artikel 5 Tarieven

Het recht als bedoeld in artikel 2 bedraagt voor een:

5.1

standplaats per marktdag of gedeelte daarvan:

 

 

5.1.1

bij een frontbreedte t/m 4 meter per strekkende meter frontbreedte

4,75

5.1.2

bij een frontbreedte van meer dan 4 meter t/m 8 meter per strekkende meter frontbreedte

4,21

5.1.3

bij een frontbreedte boven 8 meter per strekkende meter frontbreedte

3,69

 

 

 

 

5.2

vaste plaats per jaar:

 

 

5.2.1

bij een frontbreedte t/m 4 meter per kwartaal, per strekkende meter frontbreedte

46,43

5.2.2

bij een frontbreedte van meer dan 4 meter t/m 8 meter per kwartaal, per strekkende meter frontbreedte

38,88

5.2.3

bij een frontbreedte boven 8 meter per kwartaal, per strekkende meter frontbreedte

35,19

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving of een aanslag.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht met betrekking tot een vaste plaats als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht met betrekking tot een vaste plaats als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Tijdstip van betaling

  • 1.

    Het marktgeld moet worden betaald op het moment van uitreiken van de schriftelijke kennisgeving of vóór het verstrijken van de op de aanslag genoemde vervaldatum.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van marktgeld.

Artikel 11 Overgangsrecht

De ‘Verordening marktgeld 2018’ vastgesteld bij raadbesluit van 23 november 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van deze heffing is 1 januari 2019.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening marktgeld 2019’.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 november 2018,

de voorzitter, de griffier,