Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
Wmo: de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
- b.
college: het college van burgemeester en wethouders ;
- c.
Right to Challenge: het recht van inwoners om de overheid uit te dagen om verantwoordelijkheden aan henzelf over te dragen of over te laten, zoals bedoeld in de Wmo 2015;
- d.
stimuleringsfonds: het Stimuleringsfonds sociaal domein;
- e.
wet: de Algemene wet bestuursrecht
Artikel 2. Stimuleringsfonds sociaal domein
- 1.
Het Stimuleringsfonds sociaal domein vindt zijn oorsprong in 2016 en wordt gewijzigd gecontinueerd.
- 2.
Ten laste van dit fonds worden subsidies verstrekt met inachtneming van deze verordening.
- 3.
Het college is bevoegd te besluiten omtrent alle subsidieaanvragen op grond van deze verordening.
Artikel 3. Voorwaarden en voorschriften
- 1.
Het college is bevoegd om voorwaarden en voorschriften aan een beschikking tot verstrekken van subsidie te verbinden.
- 2.
De subsidie bedraagt maximaal € 15.000,-- per aanvraag.
- 3.
De raad stelt jaarlijks, bij het vaststellen van de begroting, het subsidieplafond vast.
- 4.
De subsidie wordt verdeeld op basis van volgorde van ontvangst van de aanvragen, totdat het subsidieplafond is bereikt.
- 5.
Bij gelijktijdig ontvangen aanvragen wordt bij het bereiken van het subsidieplafond de subsidie naar rato verdeeld.
Hoofdstuk 3. Aanvraag van de subsidie
Artikel 5. Bij aanvraag in te dienen gegevens
- 1.
Uit de aanvraag moet duidelijk worden welke activiteiten worden verricht. Hierin moeten in ieder geval de volgende punten zijn opgenomen:
- a.
de startdatum en de duur van de activiteit;
- b.
welke doelen beoogd worden en welke activiteiten hiervoor verricht zullen worden;
- c.
- d.
wie de subsidieaanvrager is en welke overige participanten deelnemen aan het initiatief;
- e.
waaruit medeparticipatie van inwoners uit de gemeente Dinkelland blijkt;
- f.
hoe het initiatief geborgd/ gecontinueerd wordt.
- 2.
Bij de aanvraag, zoals bedoeld in lid 1. moet een begroting zijn opgenomen. Uit de begroting moet blijken wat naast de aangevraagde subsidie de andere verwachte inkomsten zijn en van wie deze afkomstig zijn.
- 3.
Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het eerste en tweede lid genoemde gegevens te verlangen, indien het die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag aangewezen acht.
Artikel 6. Beslistermijn
Het college beslist op een aanvraag om een eenmalige subsidie binnen 6 weken na ontvangst van de aanvraag.
Artikel 7. Eisen
- 1.
Bij de uitvoering van de activiteit dient actieve betrokkenheid, in de vorm van medeparticipatie, van de samenleving (inwoners, doelgroepen) plaats te vinden;
- 2.
Cofinanciering is verplicht. Dit mag bestaan uit de inzet van vrijwilligersuren (uurtarief € 30,- ). De minimale cofinanciering bedraagt 25% van de aangevraagde subsidie.
Hoofdstuk 6. Verantwoording en vaststelling van de subsidie
Artikel 10. Vaststelling en verantwoording subsidies
Voor de vaststelling en verantwoording van subsidies geldt dat:
- 1.
De subsidieontvanger uiterlijk 6 weken na afloop van de activiteit een aanvraag tot vaststelling van de subsidie indient bij het college;
- 2.
de aanvraag tot vaststelling bestaat uit een financieel verslag en een inhoudelijk verslag;
- 3.
in het inhoudelijke verslag in ieder geval wordt aangegeven of en hoe de uitgangspunten van de aanvraag zijn gerealiseerd.
- 4.
Het college kan bij de verlening nadere eisen stellen aan de verantwoording van de subsidie;
- 5.
Het college stelt de subsidie uiterlijk 6 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling vast.
Artikel 11. Bevoorschotting
- 1.
Het voorschot bedraagt maximaal 100% van de verleende subsidie;
- 2.
Het voorschot wordt binnen 4 weken na de subsidieverlening betaalbaar gesteld.
Hoofdstuk 7. Overige bepalingen
Artikel 12. Nadere regels
Het college kan nadere regels vaststellen ter uitvoering van deze verordening.
Artikel 13. Hardheidsclausule
Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen bij of krachtens deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 14. Inwerkingtreding
- 1.
De verordening stimuleringsfonds sociaal domein van 23 februari 2016 is vervallen.
- 2.
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2017.
Artikel 15. Citeerregel
Deze regeling wordt aangehaald als: “Verordening Stimuleringsfonds sociaal domein 2018”.