Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening marktgelden 2019 |
Citeertitel | Verordening marktgelden 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening marktgelden 2019 |
Geen
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 08-11-2018 | 044/2018 |
De raad van de gemeente Waalwijk heeft het voorstel over de belastingverordeningen van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018
gelezen en stelt, gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet de volgende verordening vast:
“Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2019”
Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats op voor de openbare dienst bestemde en door het college als marktterrein aan te wijzen plaatsen.
Het recht wordt geheven van de vergunninghouder, dan wel van degene die voor zichzelf of voor anderen de betreffende standplaats inneemt.
1. Het recht, als bedoeld in artikel 2, bedraagt voor iedere kraam, voor iedere ingenomen grondplaats of welke verkoopgelegenheid ook, met:
a. een lengte van 4 meter of minder voor:
1. een dagplaats: € 5,90 per dag; (2018: € 5,85)
2. een vaste plaats: € 61,55 per kwartaal; (2081: € 60,95)
b. een lengte van meer dan 4 meter voor:
Het recht wordt geheven door middel van toezending of uitreiking van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, of andere schriftuur, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
1. De rechten die verschuldigd zijn voor:
een vaste plaats, zijn verschuldigd bij de aanvang van het kwartaal of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht;
2. Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van een kwartaal wordt voor dat kwartaal het recht, vermeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, punt 2 of onderdeel b, punt 2, berekend over zoveel derde gedeelten als er in dat kwartaal, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog kalendermaanden overblijven. Een gedeelte van een maand wordt daarbij voor een volle maand gerekend;
3. Indien de belastingplicht eindigt in de loop van een kwartaal bestaat aanspraak op ontheffing van het in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, punt 2 of onderdeel b, punt 2, vermelde recht voor zoveel derde gedeelten als er in dat kwartaal, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht, nog volle maanden overblijven.
De rechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5:
Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend. De aanslag of factuur moet dus altijd betaald worden.
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de marktgelden. Dit zijn dan besluiten van het college waarin deze verordening verder wordt uitgewerkt. Wanneer deze besluiten zijn genomen zijn ze terug te vinden op de websites wetten.overheid.nl en www.waalwijk.nl.