Organisatie | Barneveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening toeristenbelasting 2019 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 224 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-12-2018 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 14-11-2018 | 1089453 |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;
Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
Artikel 4. Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.
Artikel 5. Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
Het aantal malen dat wordt overnacht en het aantal personen dat verblijf houdt in vakantieonderkomens, niet beroepsmatig – verhuurde ruimten, in mobiele kampeeronderkomens op een niet, in het eerste lid onderdelen a en b, bedoelde standplaats wordt bepaald op het werkelijk aantal overnachtingen en het werkelijk aantal personen dat verblijf houdt. Bij aanwezigheid van een betrouwbare verhuuradministratie van de belastingplichtige wordt daarbij aangesloten.
Artikel 6. Opteren voor niet forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 5 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op de voet van artikel 5 berekende aantal.
Artikel 9. Vrijstellingsbepalingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf door degene die:
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g en h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers.
Artikel 11. Termijn van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de voorlopige aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden na de eerste vervaltermijn;
Artikel 13. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het inwerking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.