Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van scheepvaartrechten 2019 |
Citeertitel | verordening scheepvaartrechten 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
Geen
artikel 229 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 08-11-2018 | ontwerpbesluit 2018_741-74 t/m 77 |
Onder de naam "havengeld" wordt een recht geheven voor het meren, hetzij middellijk of onmiddellijk, van vaartuigen aan de kaden van de haven of van de gemeentelijke aanlegplaatsen aan het Wilhelminakanaal, met de bedoeling om goederen te laden dan wel te lossen.
Het havengeld bedraagt € 0,12 per ton, of gedeelte daarvan, in Tilburg geladen dan wel geloste goederen.
Artikel 13. Aard en grondslag der belasting
1. Onder de naam "staangeld" wordt een recht geheven voor het gebruik van gedeelten van de kaden van de haven of van de gemeentelijke aanlegplaatsen aan het Wilhelminakanaal met toestellen, werken of inrichtingen, welke onmiddellijk dan wel middellijk met het lossen en laden van vaartuigen verband houden, zoals los- en laadbruggen, hijskranen, elevatoren of andere soortgelijke toestellen, werken of inrichtingen.
2. Bij dit gebruik is het onverschillig, of de in het eerste lid bedoelde toestellen, werken of inrichtingen zich in, op of boven de daar aangeduide kaden bevinden.
3. Het staangeld wordt mede geheven voor vaartuigen, waarop inrichtingen ten behoeve van het laden en lossen van andere vaartuigen zijn aangebracht.
1. Het recht bedoeld in artikel 13 bedraagt per jaar:
2. Voor verplaatsbare toestellen is het in dit artikel bepaalde recht voor elk toestel slechts eenmaal per jaar verschuldigd.
3. Bij de berekening van het verschuldigde bedrag worden gedeelten van een m², respectievelijk van een strekkende meter voor een hele m² respectievelijk hele strekkende meter gehouden.
Ter zake van de in artikel 13 opgenomen rechten wordt het belastingjaar gelijkgesteld aan een kalenderjaar.
Artikel 17. Tijdstip ontstaan/eindigen belastingplicht in de loop van het belastingjaar
Indien de belastingplicht van de in artikel 13 opgenomen rechten in de loop van het belastingjaar aanvangen dan wel eindigen, worden de rechten geheven over zoveel twaalfde gedeelten als er na de aanvang/einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden in het belastingjaar overblijven.
1. Bij wijze van maandelijkse factuur voor wat betreft de rechten genoemd in artikel 3 als voldoening op aangifte.
2. Bij wijze van aanslag voor wat betreft de rechten genoemd in artikel 13.
Artikel 20. Nadere regels door het college
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de scheepvaartrechten.
Artikel 21. Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, doch niet eerder dan 1 januari 2019.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.
3. De "Verordening Scheepvaartrechten 2018" van 9 november 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening scheepvaartrechten 2019".
Voor 2019 zijn de tarieven verhoogd met de nominale index van 2,4%. Voor de tarieven van artikel 6, letters a en b geldt een BTW-vrijstelling in verband met een wijziging van de Europese Uitvoeringsverordening per 1 juli 2011. Voor de liggelden en de scheepvaartrechten zijn de kosten € 233.000,-- en de opbrengsten € 116.000,--.