Organisatie | Zwijndrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van Precariobelasting Gemeente Zwijndrecht 2019 |
Citeertitel | Verordening Precariobelasting Gemeente Zwijndrecht 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 228 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 13-11-2018 |
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt degene aan wie de vergunning is verleend aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een recognitie of privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
voorwerpen bestaande uit onverlichte naamborden mits de grootste afmeting niet meer bedraagt dan 0,60 m en het bord niet meer vermeldt dan de naam, het beroep of de aard van het bedrijf, eventueel aangevuld met enige zakelijke mededelingen, hierop betrekking hebbend, waarmede geen reclame wordt beoogd betreffende de persoon of onderneming, gevestigd in het perceel, waartegen het bord is aangebracht;
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Het belastingtijdvak is de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan, met dien verstande dat bij een kalenderjaar overschrijdende periode het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 3.500,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in gelijke termijnen van minimaal € 5,--, waarbij de laatste termijn vervalt op de laatste dag van de tiende maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de eerdere termijnen telkens een maand eerder.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
De 'Verordening precariobelasting Zwijndrecht 2018', laatstelijk gewijzigd op 31 oktober 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 13 november 2018
De griffier, De voorzitter,
Noor Kanters Dominic Schrijer
Tarieventabel Precariobelasting Gemeente Zwijndrecht 2019
behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van Precariobelasting Gemeente Zwijndrecht 2019 (nota nummer 2018 – 15137)
Voor het hebben van een uithangbord, uithangteken, letterreclame, (neon)lichtreclame, lichtbak, magazinedisplays, lantaarn, en andere tot reclame dienende voorwerpen met uitzondering van reclameborden;
De in lid 1. genoemde tarieven worden berekend over de frontoppervlakte.
Een en ander met een minimum van: € 17,27
Een en ander met een minimum van: € 17,27
Standplaatsen ingenomen (bijv. door een demonstratie bus, een kraam, een rij- of voertuig, tafel, tent, bank of stoel) ten behoeve van de verkoop van goederen, waren, of het aanbieden van diensten, anders dan op de daarvoor aangewezen markten, per m2 in gebruik genomen oppervlakte:
Het tarief voor het hebben van kabels, buizen en leidingen bedraagt,
per strekkende meter per jaar: € 1,73
Voor het plaatsen van een kiosk, walhuis, wachtlokaal, directiekeet, schaft keet, sanitaire unit, opslagruimte, nissenhut en andere dergelijke voorwerpen, per m2 in gebruik genomen oppervlakte:
Een en ander met een minimum van: € 17,27
Voor het innemen van gemeentegrond ten behoeve van kermissen, per m2 in gebruik genomen oppervlakte:
Een en ander met een maximum van: € 3.500,00 per aangesloten periode.
Voor het hebben van banken, stoelen, tafels, tochtschermen en dergelijke, per m² in gebruik genomen oppervlakte:
Een en ander met een minimum van: € 17,27
Voor zover daaromtrent in voorgaande bepalingen niet uitdrukkelijk tarieven dan wel vrijstellingen zijn vastgesteld worden de navolgende rechten geheven voor het gebruik of genot van voor de openbare dienst bestemde gemeentewerken, bezittingen of inrichtingen en voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond of openbaar gemeentewater, per m2 in gebruik genomen oppervlakte, voor zover het de volgende voorwerpen betreft:
Een en ander met een minimum van: € 17,27
Behorend bij het raadsbesluit, nummer 2018 - 15137 van 13 november 2018.