Organisatie | Gouda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda houdende regels omtrent de burgerlijke stand Rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand Gouda 2018 |
Citeertitel | Rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand Gouda 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand Gouda, vastgesteld op 20 december 2011.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-11-2018 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 20-11-2018 |
Rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand Gouda 2018
Burgemeester en wethouders van Gouda
gelet op het Reglement burgerlijke stand genoemd, zoals vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 18 maart 2014,
gelezen het voorstel, d.d. 30 augustus 2018, dossiernummer 2134;
gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet
gelet op artikel 160 van de Gemeentewet
gezien de door het Georganiseerd Overleg verleende instemming d.d. 29 oktober 2018;
besluiten vast te stellen de volgende regeling
Rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand Gouda 2018
Artikel 5 Aanspraken bij ziekte
Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand zijn de artikelen 7:1 tot en met 7:3 (definities, begeleiding en recht op salaris en salaristoelagen), 7:9 tot en met 7:14 (verplichtingen en sancties) en 7:19 tot en met 7:21 (samenloop salaris en uitkering) van de CAR-GUWO van overeenkomstige toepassing.
Voor toepassing van dit artikel wordt onder salaris verstaan: het gemiddelde van het totale salaris bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand. Voor zover het dienstverband van de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand op deze datum nog geen 12 maanden heeft geduurd, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.
Artikel 6 Ontslag en schorsing
Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1 (op verzoek), 8:2 en 8:2a (wegens ouder-domspensioen), 8:3 (wegens reorganisatie), 8:4 (wegens volledige arbeidsongeschiktheid), 8:5 (ontslag wegens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid) en 8:5a (ontslag wegens arbeidsongeschiktheid), 8:6 (wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), 8:7 en 8:8 (overige ontslaggronden), 8:12 en 8:12:1 (wegens tijdelijke aanstelling of urenuitbreiding) en 8:13 (als disciplinaire straf) van de CAR-GUWO.
De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CAR-GUWO.
Artikel 8 Overige rechten en verplichtingen
De artikelen 3:21 (reis- en verblijfskostenvergoeding), 15:1 (verplichtingen), 15:1b tot en met 15:1g (verplich-tingen rond integriteit), 15:1:12 (vergoeding van schade), 15:1:15 (beoordeling van de ambtenaar), 15:1:16 (dragen van uniform of dienstkleding), 15:1:19 (verbod betreden arbeidsterrein), 15:1:20 (infectieziekten), 15:1:23 (vergoeden van schade), 15:1:24 (gebruik motorvoertuig), 15:1:25 (schadeloosstelling) en 15:2 (klokkenluiders) van de CAR-GUWO zijn van overeenkomstige toepassing.
De Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand Gouda, vastgesteld op 20 december 2011, wordt ingetrokken.
Aldus besloten in de vergadering van 20 november 2018.
burgemeester en wethouders van Gouda,
getekend op 20 november 2018, dr. M. Schoenmaker, de burgemeester
getekend op 20 november 2018, dr. E.M. Branderhorst, de gemeentesecretaris
Rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand Gouda 2018
De Wet-Mulder heeft met ingang van 1 januari 1995 de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (verder te noemen: babs) geïntroduceerd. De babs wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders (artikel 1:16 Burgerlijk Wetboek en artikel 2 van deze regeling). Gemeenten hebben een Reglement burgerlijke stand. Daarin is geregeld welke benoemingsmogelijkheden er zijn.
De persoon die op verzoek van een aanstaand bruidspaar benoemd is als onbezoldigd babs voor één dag, te weten de burgemeester, de wethouders, de raadsleden, een gemeenteambtenaar of andere personen, niet werkzaam bij de gemeente. Alleen artikel 2 van deze Rechtspositieregeling is op deze persoon van toepassing.
De babs is een ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. Omdat de CAR-GUWO niet op de babs van toepassing is, geldt er een afzonderlijke rechtspositieregeling, conform het bepaalde in artikel 125 Ambtenarenwet. Doorgaans is de functie van babs een nevenfunctie, die in omvang sterk kan variëren.
In het lokale Reglement burgerlijke stand is een benoemingstermijn geregeld van maximaal vijf kalenderjaren. Bij goed functioneren, bestaat de mogelijkheid van een eenmalige verlenging met vijf kalenderjaren. Voor de onder b. tot en met f. van het tweede lid van artikel 2 van het Reglement genoemde personen geldt een afwijkende termijn. De ketenbepalingen gelden niet omdat noch de CAR-GUWO (artikel 1:2, eerste lid, aanhef en sub c, CAR-GUWO), noch het Burgerlijk Wetboek (artikel 7:615 BW) van toepassing zijn.
Het salaris per gesloten verbintenis bedraagt vijfmaal het uurloon¸ behorende bij de hoogste periodiek van salarisschaal 8, bijlage IIa van de CAR-GUWO.
Artikel 125, lid 1, aanhef en sub c, jo artikel 125, lid 2, van de Ambtenarenwet stelt dat voor ambtenaren nadere regels voor de bezoldiging moeten worden getroffen. Artikel 3 van deze regeling voorziet hierin. Per verbintenis wordt een salaris uitbetaald. Dit salaris, bedoeld in lid 1, wordt opgehoogd met het percentage, genoemd in artikel 3:28, lid 2, sub a en b, van de CAR-GUWO.
In 2006 heeft het Europese Hof van Justitie bepaald dat een werkgever de wettelijke vakantiedagen van een medewerker niet mag afkopen. De vakantie moet in overleg met de werkgever opgenomen worden, wat in de praktijk betekent dat de babs gedurende die vakantieperiode niet ingeroosterd kan worden voor het voltrekken van een verbintenis. Een babs geeft zijn in de toekomst geplande vakantieperiodes door aan zijn leidinggevende. Dit wordt geregistreerd ende babs wordt voor die periodes uitgeroosterd. De vakantie-uren die zijn opgebouwd tot de vakantieperiode worden tijdens die vakantieperiode uitbetaald. Dus als de medewerker 20 uur vakantie wil opnemen en de medewerker heeft 15 uur opgebouwd, dan worden deze 15 uur gedurende de vakantieperiode volledig uitbetaald.
Artikel 5 Aanspraken bij ziekte
Deze regeling verklaart de CAR-GUWO op het punt van doorbetaling van salaris en toegekende salaristoe-lagen bij ziekte van toepassing op de babs. Deze regel geldt ongeacht de leeftijd van de babs en geldt ook voor de babs ouder dan de AOW-gerechtigde leeftijd.
In lid 3 is bepaald welke dag als eerste ziektedag geldt, aangezien de babs niet per definitie direct bij aanvang van het ziekteverzuim salaris en salaristoelagen doorbetaald dient te krijgen, maar pas vanaf het tijdstip dat hij een verbintenis zou sluiten als hij niet ziek was geweest. In de praktijk zal het overigens niet altijd duidelijk zijn of en wanneer de eerste ziektedag valt en daarmee op welk moment de doorbetaling ingaat, bijvoorbeeld omdat een rooster ontbreekt en de babs zelf voor vervanging zorgdraagt. Afhankelijk van de regelmaat waarmee de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand werkzaamheden verricht, wordt de ingangsdatum van de eerste ziektedag bepaald. Dit mag niet later zijn dan na één maand waarop de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand zich heeft ziek gemeld. Staat er binnen deze maand een verbintenis gepland door de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, dan wordt die dag als eerste ziektedag aangemerkt. Het tijdstip van uitbetalen van de doorbetaling van het salaris vindt maandelijks plaats.
De babs is verplicht zo spoedig mogelijk zijn verhindering tot werken door te geven. In artikel 6 van deze regeling is artikel 15:1d van de CAR-GUWO op de babs van toepassing verklaard. Ook artikel 7:9, lid 4, (verzuimprotocol) van de CAR-GUWO is van toepassing verklaard op de babs.
Naast het recht op doorbetaling van salaris en eventuele salaristoelagen, staat de verplichting van werkgever en de babs (jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd) zich in te spannen tot re-integratie in het arbeidsproces. Voor de babs die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, geldt de re-integratieverplichting niet. In de praktijk wordt deze verplichting niet altijd als wenselijk beschouwd. De babs is op grond van het Burgerlijk Wetboek immers uitsluitend benoemd tot het verrichten van de formaliteiten rondom en sluiting van de verbintenis. Bovendien heeft de babs in de regel een hoofdfunctie van waaruit re-integratieverplichtingen bestaan. In de praktijk zal bezien moeten worden hoe arbodienstverleners en het UWV omgaan met de verplichting tot re-integratie van de gemeente ten aanzien van een zieke babs.
Artikel 6 Ontslag en schorsing
De babs wordt geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders (artikel 1:16, lid 2, BW). Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor schorsing, ontslag en uitkering nadere regels worden getroffen. Er wordt een limitatieve opsomming gegeven van de ontslaggronden voor de babs, onder verwijzing naar de CAR-GUWO.
Opgemerkt wordt dat ontslag na ouderdomspensioen niet verplicht is. Artikel 8:2, lid 2, en artikel 8:2a CAR-GUWO bieden de mogelijkheid om een gepensioneerde in dienst te houden dan wel te nemen. Het dienstverband met een gepensioneerde is op grond van artikel 8:2a eenvoudig te beëindigen.
Artikel 7 Overige rechten en verplichtingen
De rechten en plichten van hoofdstuk 15 van de CAR-GUWO worden hier voor een groot gedeelte ook op de babs van toepassing verklaard. Voor de inhoud van de artikelen wordt verwezen naar de CAR-GUWO. Enkele opmerkingen hierover:
De reguliere bepalingen over schadevergoeding door en aan de ambtenaar zijn van toepassing verklaard. In het algemeen kan gezegd worden dat de gemeente aansprakelijk is voor fouten van ondergeschikten en een zorgplicht heeft ten aanzien van de ondergeschikten zelf. Gemeenten kunnen bij aansprakelijkheid voor schade terugvallen op de aansprakelijkheidsverzekering die personenschade, zaakschade en vermogensschade dekt. Onder deze verzekering valt een ruime groep van ondergeschikten van de gemeente, waaronder de babs. Ook valt hieronder de babs die slechts voor één enkele gelegenheid werkzaamheden verricht.