Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van rechten begraafplaatsen 2019 gemeente Utrecht, inclusief de tarieventabel 2019 |
Citeertitel | Verordening rechten begraafplaatsen gemeente Utrecht 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening rechten begraafplaatsen gemeente Utrecht 2019 |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | Gewijzigde regeling | 23-11-2018 |
(raadsbesluit van 8 november 2018)
De raad van de gemeente Utrecht;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 september 2018 met kenmerk 5258845
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
gezien het advies van de commissie Mens en Samenleving van 17 oktober 2018;
besluit vast te stellen de verordening op de heffing en invordering van rechten begraafplaatsen, inclusief de tarieventabel 2019 gemeente Utrecht
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1. Deze verordening verstaat onder:
a. begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen: Soestbergen, Kovelswade, Tolsteeg en Daelwijck;
b. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
c. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
d. urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
e. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
1. het doen begraven en begraven houden van lijken;
2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
3. het doen verstrooien van as;
f. particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het
uitsluitend recht is verleend tot:
1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
2. het doen verstrooien van as;
g. particuliere urnennis/-zuil: een nis, dan wel zuil waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
h. kindergraf: een klein graf voor het begraven van jong overleden kinderen. De maximale kistmaat is lang 150 cm en breed 60 cm;
i. maand: een tijdvak dat aanvangt op de n-de dag van een kalendermaand en eindigt op de n-1de dag van de kalendermaand daaropvolgend.
2. Onder begraven wordt in deze verordening mede verstaan herbegraven.
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
De rechten worden niet geheven voor:
1. opgravingen en daaruit volgende herbegraving ingevolge een bevel van een gerechtelijke autoriteit;
2. het ruimen van een algemeen graf of algemeen urnengraf van de overblijfselen van een lijk van een levenloos geborene of kind jonger dan één jaar na een grafrust van tien jaar;
3. het gebruik van de begraafplaatsen in verband met de nationale dodenherdenking;
De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt verstaan een nota of enig andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
De rechten als bedoeld in onderdeel 18 van de tarieventabel, worden per belastingtijdvak van twaalf aaneengesloten maanden geheven. Het eerste belastingtijdvak vangt daarbij aan op de dag volgende op die waarop de belastingplicht is ontstaan.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
1. De rechten, als bedoeld in onderdeel 18 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Andere rechten dan de rechten, als bedoeld in onderdeel 18 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening of bij aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Indien de belastingplicht voor de rechten, als bedoeld in onderdeel 18 van de tarieventabel in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten ten bedrage van zoveel twaalfde gedeelten als het belastingtijdvak vanaf de dag, waarop de belastingplicht eindigt, nog volle maanden heeft. Geen ontheffing wordt verleend indien de ontheffing voor minder dan 3/12 gedeelte van het belastingtijdvak geldt.
Artikel 10 Termijn van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Artikel 12 Nadere regels met betrekking tot heffing en invordering
Het bestuur van de belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
1. De Verordening rechten begraafplaatsen 2018 (Gemeenteblad van Utrecht 2017, nr.216328) van 9 november 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.
4. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechten begraafplaatsen gemeente Utrecht 2019.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 8 november 2018.
De griffier,
mr. M. van Hall CMC
De burgemeester,
mr. J.H.C. van Zanen
Tarieventabel behorende bij de Verordening rechten begraafplaat-en 2019