Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent afvalstoffen Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht bedrijfsafval 2019 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht bedrijfsafval 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Afvalstoffenheffing en Reinigingsrecht Bedrijfsvuil Amsterdam 2015.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 04-12-2019 | nieuwe regeling | 08-11-2018 |
Hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven terzake van het feitelijk gebruik van een perceel, waaronder mede begrepen een stacaravan, een woonboot, en een woonwagen, ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Onder het begrip perceel wordt niet verstaan een volkstuinhuisje, zomerhuisje of vakantiehuisje, tenzij een dergelijk huisje dient tot hoofdverblijf.
Belastingplichtig voor de afvalstoffenheffing is degene die, naar de omstandigheden beoordeeld, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, gebruikmaakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 9 Termijnen van betaling
Indien op basis van artikel 7, tweede lid, een machtiging tot automatische incasso werd afgegeven, moeten de aanslagen worden betaald, respectievelijk worden de aanslagen geïncasseerd in acht gelijke termijnen, waarbij de eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elke volgende termijn één maand later.
Hoofdstuk 3 Reinigingsrecht bedrijfsafval
Artikel 10 Aard van de heffing
Onder de naam reinigingsrecht bedrijfsafval wordt een recht geheven voor zowel het genot van de door of vanwege de gemeente verstrekte dienst als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
Belastingplichtig voor het reinigingsrecht bedrijfsafval is degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.
Artikel 12 Maatstaf van heffing en tarief
Voor het periodiek inzamelen van bedrijfsafvalstoffen, voor zover dit kan geschieden tijdens het periodiek inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedraagt het recht, bij de afgifte van ten hoogste 176 liter per week, overeenkomend met maximaal 4 huisvuilzakken van 44 liter, € 358,00 per belastingjaar (exclusief BTW).
Voor het periodiek inzamelen van bedrijfsafvalstoffen, voor zover dit kan geschieden tijdens het periodiek inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedraagt het recht, bij de afgifte van meer dan 176 liter en ten hoogste 396 liter per week, overeenkomend met minimaal 5 en maximaal 9 huisvuilzakken van 44 liter, € 759,00 per belastingjaar (exclusief BTW).
Artikel 16 Termijnen van betaling
Indien op basis van art. 14, tweede lid, een machtiging tot automatische incasso werd afgegeven, moeten de aanslagen worden betaald, respectievelijk worden de aanslagen geïncasseerd in acht gelijke termijnen, waarbij de eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elke volgende termijn één maand later.
Hoofdstuk 4 Algemene bepalingen
Artikel 18 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en het reinigingsrecht bedrijfsafval.
Artikel 19 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
Met ingang van de in het derde lid vermelde datum vervalt de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht bedrijfsvuil 2015, vastgesteld op 4 november 2014 en laatstelijk gewijzigd op 9 november 2017, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.