Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent de subisidiëring van activiteiten ter stimulering van herbestemming van monumenten, beperkt herstel van en onderzoek aan monumenten en behoud en herstel van monumentale kunstwerken in of aan gebouwen (Bijzondere subsidieverordening Erfgoed 2018) |
Citeertitel | Bijzondere Subsidieverordening Erfgoed 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Bijzondere subsidieverordening Erfgoed 2017.
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-11-2018 | nieuwe regeling | 07-11-2018 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze subsidieverordening wordt verstaan onder:
herbestemmingsonderzoek:cultuurhistorisch onderzoek in het kader van herbestemmingsopgaven. Het onderzoek richt zich op het vinden van een passende nieuwe bestemming van een gebouw, waarbij wordt betrokken een onderzoek naar de bouwtechnische gebreken en inzicht in de kosten van de herstelwerkzaamheden die noodzakelijk zijn om het monument in een goede bouwtechnische staat te brengen;
uitzonderlijke onderdelen: onderdelen aan en van monumenten zoals decoratieve gevelelementen, rijk gedecoreerde stoepen, gevelstenen en historische gevelreclames voor zover deze in situ behouden blijven, als ook uitzonderlijke interieuronderdelen, zoals binnenbetimmeringen, gedecoreerde of beschilderde plafonds, bijzonder gedecoreerde wandafwerkingen, schoorsteenmantels e.d., dit ter beoordeling aan Monumenten en Archeologie;
(wand-)kunstwerken:kunstwerken met monumentale waarde, die gelijktijdig of in relatie met het gebouw tot stand zijn gekomen, zoals tegeltableaus, wandschilderingen, mozaïeken, glas-in-loodvoorstellingen en andere bij het gebouw behorende objecten, die door Monumenten en Archeologie worden aangemerkt als historisch waardevol. Interieuronderdelen zoals stucplafonds, trappen en lambriseringen vallen hierbuiten.
Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
Op deze verordening is de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 van toepassing.
Subsidies op grond van deze verordening worden verstrekt met toepassing van het Nationale Monumentenkader staatssteun.
Artikel 3 Doel subsidieregeling
Het doel van deze subsidieverordening is het ondersteunen van eigenaren bij de instandhouding van Amsterdamse monumenten en beeldbepalende panden middels het bijdragen in de kosten van herbestemmingsonderzoek, herstel en onderzoek voorafgaand aan herstel of bijdragen in kosten van instandhouding van waardevolle (wand-)kunst en historische winkelpuien.
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten: Herstel en Onderzoek
Van bovengenoemde onderdelen zijn subsidiabel:
het deel van de begroting of offerte van het onderzoek voor het herstel en onderhoud, en voor de onderdelen die de monumentale waarde van het pand of object in de openbare ruimte mede bepalen, de kosten van onderzoeker, architect en constructeur, alsmede de kosten van toezicht en de kostenbewaking, voor zover deze betrekking hebben op de hierboven bedoelde werkzaamheden die als subsidiabel worden aangemerkt;
Artikel 6 Subsidiabele activiteiten: (Wand-) kunstwerken
Het college kan eenmalige subsidie verlenen voor het behoud en herstel van (wand-)kunst in of aan gebouwen zoals tegeltableaus, wandschilderingen, mozaïeken, glas-in-loodvoorstellingen en andere bij het gebouw behorende objecten, die door Monumenten en Archeologie worden aangemerkt als historisch waardevol.
Voor (wand-)kunst kan het college:
voor uitneming en herplaatsing van een kunstwerk als gevolg van sloop van het pand waarin het kunstwerk van oorsprong is geplaatst, kan een subsidie worden verleend van 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van €40.000,-. Het college kent deze subsidie slechts toe als herplaatsing is gegarandeerd.
Artikel 7 Subsidiabele activiteiten: Historische winkelpuien
Voor het bovengenoemde zijn subsidiabel:
het deel van de begroting of offerte van het onderzoek voor het herstel en onderhoud, voor onderdelen die de monumentale waarde van de pui mede bepalen, de kosten van onderzoeker, architect en constructeur, alsmede de kosten van toezicht en de kostenbewaking, voor zover deze betrekking hebben op de hierboven bedoelde werkzaamheden die als subsidiabel worden aangemerkt;
Artikel 11 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
In afwijking van en in aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:
Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 15 Aanvullende verplichtingen
Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:
de eigenaar zal het gesubsidieerde onderdeel of kunstwerk onderhouden. Indien de eigenaar niet aan de instandhoudings-/onderhoudsverplichting voldoet, kan het college besluiten binnen tien jaar na verlening, de subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen, al naar gelang de ernst van de overtreding.
Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd
in zijn vergadering op 7 november 2018.
De voorzitter
Femke Halsema
De raadsgriffier
Marijke Pe
Toelichting bij de subsidieregeling
De gemeente wil eigenaren van monumenten ondersteunen bij de instandhouding van het Amsterdamse erfgoed. Zowel als het gaat om onderzoek naar herbestemmingsmogelijkheden als bij herstel van de monumentale onderdelen. Ook het aan onderzoek dat hieraan vooraf zou kunnen gaan, kan worden bijgedragen. Als er sprake is van waardevolle (wand-)kunstwerken of historische winkelpuien kunnen eigenaren ook aanspraak maken op subsidie voor instandhouding.
Over het algemeen volgt deze verordening grotendeel het ASA 2013. Wat betreft de financiële verantwoording voor bedragen onder de €5000,- echter wijkt deze verordening af van het ASA.
De belangrijkste begrippen uit de verordening zijn in dit artikel gedefinieerd.
Artikel 2 Toepassing Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
Bepaald is in dit artikel dat de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 van toepassing is tenzij er in deze verordening van afgeweken wordt.
Het risico op verboden staatssteun wordt voorkomen door subsidie op grond van deze verordening te verstrekken met toepassing van het nationale Monumentenkader. Het Monumentenkader biedt een juridisch kader, waarmee decentrale overheden steun aan monumenten staatssteunproof kunnen maken. Steunmaatregelen op basis van deze regeling hoeven niet aangemeld te worden bij de Europese Commissie; het Monumentenkader is door het ministerie van OCW kennisgegeven bij de Europese Commissie onder de Algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV). Het betreft kennisgevingsnummer SA.40475. In de subsidieverleningsbeschikkingen wordt een clausule opgenomen om het nakomen van het nationale Monumentenkader te garanderen. De gemeente dient jaarlijks te rapporteren over de subsidies die zijn verstrekt op grond van deze regeling.
Artikel 3 Doel Subsidieregeling
Het Amsterdamse erfgoed is van groot belang voor de stad en is steeds meer een vanzelfsprekend en geïntegreerd onderdeel van de stedelijke dynamiek. Als inspiratiebron voor ruimtelijke ontwikkelingen levert erfgoed een belangrijke bijdrage aan de economie, het vestigingsklimaat en is het een factor bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. De gemeente wil daarom de eigenaren van monumenten financieel ondersteunen bij:
Aangezien het bij monumenten altijd om maatwerk gaat houdt het college bij het beoordelen van de aanvraag in ieder geval rekening met :
Deze criteria hebben te maken met de huidige monumentale waarden en in hoeverre deze met een te verlenen subsidie kunnen worden gewaarborgd en voor de toekomst worden veiliggesteld
Artikel 4-7 Subsidiabele activiteiten
In deze artikelen wordt per subsidiabele activiteit beschreven welke kosten subsidiabel zijn en voor welke percentage van deze kosten kan worden bijgedragen. Tevens is een maximumbedrag vastgesteld.
De subsidie bedraagt altijd een percentage van de subsidiabele kosten. Een eigen bijdrage van de aanvrager is dus altijd vereist.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten: Herbestemmingsonderzoek
De RCE heeft richtlijnen opgesteld voor het maken van cultuurhistorisch onderzoek: https://cultureelerfgoed.nl/sites/default/files/publications/cultuurhistorisch-onderzoek-in-de-vormgeving-van-ruimtelijke-ordening.pdf
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten: herstel en onderzoek
Aangezien het meestal om onbeschermd erfgoed gaat, zal Monumenten en Archeologie beoordelen welke objecten in de openbare ruimte voor subsidie voor herstel in aanmerking kunnen komen. Te denken valt aan historische straatverlichting, tuinhekken, pleininrichting etc..
Het college stel het subsidieplafond vast op basis van het beschikbare budget.
In dit artikel wordt gefineerd welke partijen een aanvraag voor subsidie kunnen doen.
Voor onderzoek naar herstemming kunnen dit eigenaren zijn van monumenten maar ook van onbeschermd erfgoed zoals orde 2 panden en panden die nog niet formeel zijn aangewezen.
Voor onderzoek en herstel kunnen alleen eigenaren van monumenten aanspraak op subsidie maken. Ook huurders kunnen voor subsidie in aanmerking komen maar hebben dan wel toestemming van de eigenaar nodig.
Voor de instandhouding van (wand-) kunst kan subsidie worden aangevraagd door de eigenaar van het pand waarin zich het werk bevindt. Alvorens subsidie wordt verleend beoordeelt Monumenten en Archeologie in hoeverre er sprake is van waardevolle wandkunst. Hierbij wordt onder meer gebruik gemaakt van de Voorlopige inventarisatie wandkunst 2018. Deze is te vinden op de website van Monumenten en Archeologie.
De eigenaren van panden met een historische winkelpui kunnen subsidie aanvragen voor instandhouding van de pui indien deze door Monumenten en Archeologie als historisch is bestempeld. Hiervoor zal op basis van een bezoek ter plaatse een maatwerkbeoordeling worden opgesteld.
Artikel 11 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
Per subsidiabele activiteit is aangegeven welke stukken moeten overgelegd zodat een snelle en efficiënte beoordeling van de aanvraag kan worden gemaakt. De subsidie wordt alleen verleend als de aanvrager in het bezit is van vergunningen voor zover dit voor de uitvoering van de werkzaamheden is vereist en, voor zover van toepassing, de voorgenomen activiteit in overeenstemming is met het welstandsbeleid.
Het College kan aanvullende stukken opvragen indien dit nodig is voor een juiste afhandeling van de aanvraag. Na ontvangst van de aanvraag zal beoordeeld worden of deze compleet is. Indien dit niet het geval is, dan krijgt de aanvrager de mogelijkheid om de aanvraag aan te vullen.
De RCE heeft richtlijnen opgesteld voor het maken van cultuurhistorisch onderzoek: https://cultureelerfgoed.nl/sites/default/files/publications/cultuurhistorisch-onderzoek-in-de-vormgeving-van-ruimtelijke-ordening.pdf
Op een subsidieaanvraag wordt binnen 12 weken beslist. Indien het college niet binnen 12 weken beslist over de aanvraag, stellen zij de aanvrager schriftelijk hiervan in kennis en melden de termijn waarbinnen een beslissing tegemoet kan worden gezien.
In dit artikel staat op welke grond het college een subsidieaanvraag moet weigeren en kan weigeren.
Kosten die zijn gemaakt ten behoeven van de realisatie van het project zijn subsidiabel. Deze kosten dienen in direct verband te staan met het project. In dit artikel is beschreven om welke kosten het gaat.
Kosten die worden gemaakt voordat de subsidie is verleend, dan wel na de einddatum van het project, zijn niet subsidiabel. Hiermee dient de aanvrager rekening te houden bij het bepalen van de projectperiode. Ook zijn structurele kosten en exploitatiekosten niet subsidiabel. Dit betekent dat kosten die binnen de reguliere bedrijfsvoering worden gemaakt niet als subsidiabele kosten kunnen worden meegenomen.
Artikel 15 Aanvullende verplichtingen
In dit artikel worden in aanvullende verplichtingen genoemd die aan de subsidie zijn verbonden.
Het project moet uitgevoerd worden volgens de plannen die bij de subsidieaanvraag zijn voorgelegd. Bij de verantwoording van de subsidie die in artikel 16 is omschreven, wordt dit gecontroleerd. Teven wordt er een tijdpad afgesproken waarbinnen het project gereed moet zijn. Daarom is het van belang om redelijk snel na de subsidieverlening met de werkzaamheden te starten. Dit kunnen ook voorbereidende werkzaamheden zijn. Indien de subsidieverlener langer wacht met de uitvoering van het project, dan bestaat de mogelijkheid om de subsidieverlening in te trekken en het uitgekeerde voorschot terug te vorderen.
Omwille van kennisontwikkeling is in dit artikel opgenomen dat onderzoeksgegevens en rapportages die verband houden met de subsidieaanvraag, moeten worden gedeeld met Monumenten en Archeologie. Benadrukt wordt dat privacygevoelige gegevens niet openbaar worden gemaakt.
Na het verkrijgen van subsidie is een eigenaar verplicht om het pand of object waarvoor subsidie verleend is, te onderhouden zodat de werkzaamheden niet voor niets zijn geweest.
Artikel 16 Verantwoording subsidies
De gemeente wil controleren of de werkzaamheden uit de subsidieaanvraag volgens afspraak zijn uitgevoerd. In dit artikel wordt opgesomd welke gegeven hiervoor moeten worden aangeleverd. Deze gegevens gezamenlijk betreffen een financieel verslag zoals het Nationale Monumentenkader staatssteun dat vereist.
Bij de aanvraag tot subsidievaststelling dienen alle gemaakte subsidiabele kosten door de projectdeelnemers te zijn uitbetaald. Indien er nog openstaande facturen zijn, dan kunnen deze niet worden opgevoerd als subsidiabele kosten.
Indien nodig brengt Monumenten en Archeologie een bezoek ter plaatste.