Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leidschendam-Voorburg

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeidschendam-Voorburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg 2018
CiteertitelReglement van orde college Leidschendam-Voorburg 2018
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Reglement van orde college 2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 52 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-11-2018nieuwe regeling

13-11-2018

gmb-2018-252205

530

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg

 

gelet op artikel 52 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT

 

vast te stellen het:

 

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg 2018

 

Artikel 1 Verdeling werkzaamheden en onderlinge vervanging

  • 1.

    Het college regelt de verdeling van zijn werkzaamheden.

  • 2.

    Het college regelt de onderlinge vervanging in geval van verhindering of ontstentenis van één der wethouders.

  • 3.

    Het college regelt de vervanging van de burgemeester in geval van diens verhindering of ontstentenis.

  • 4.

    Een lid van het college dat verhinderd is zijn werkzaamheden uit te oefenen, geeft daarvan zo spoedig mogelijk kennis aan de burgemeester en de secretaris.

 

Artikel 2 Dag en plaats van de vergaderingen

  • 1.

    Het college vergadert in de regel eenmaal per week op dinsdag en verder zo vaak de voorzitter of een wethouder het nodig acht. De vergaderingen worden als regel in het gemeentehuis gehouden.

  • 2.

    Indien een wethouder een extra vergadering nodig acht, verzoekt hij onder opgave van redenen aan de voorzitter deze bijeen te roepen. De secretaris zorgt na overleg met de voorzitter voor een oproep voor deze vergadering – onder vermelding van de te bespreken onderwerpen – die zo mogelijk uiterlijk 24 uur van tevoren op een in de gemeente gebruikelijke wijze aan de leden van het college wordt toegezonden.

 

Artikel 3 Verhindering

  • 1.

    Wanneer een lid van het college verhinderd is een vergadering geheel of gedeeltelijk bij te wonen, geeft hij daarvan zo snel mogelijk kennis aan de burgemeester en de secretaris.

  • 2.

    Wanneer de secretaris verhinderd is een vergadering geheel of gedeeltelijk bij te wonen, geeft hij daarvan kennis aan de burgemeester, als mede aan degene die de secretaris vervangt.

 

Artikel 4 Agenda

  • 1.

    De agenda voor de vergadering met bespreekstukken inclusief de volledige verzameling vergaderingstukken, wordt als regel uiterlijk drie dagen van te voren digitaal beschikbaar gesteld voor alle leden van het college.

  • 2.

    Stukken ten aanzien waarvan tijdige agendering als bedoeld in het eerst lid niet mogelijk is, doch waarvan ten gevolge van de spoedeisendheid geen uitstel mogelijk is, kunnen onder opgave van reden(en) van urgentie uiterlijk 12 uur voor de vergadering worden aangemeld bij de secretaris en op de agenda worden geplaatst.

  • 3.

    Stukken voor de vergadering worden digitaal aangeleverd, waarbij op de agenda een onderscheid tussen conformstukken (niet te bespreken stukken) en bespreekstukken wordt gemaakt. Elk collegelid heeft de mogelijkheid om een stuk dat op de agenda staat ter beraadslaging in de vergadering op te voeren.

  • 4.

    Vertrouwelijke stukken worden op een aparte agenda geplaatst.

  • 5.

    Alle raadsleden wordt voorafgaand aan de vergadering een agenda, bevattende de te behandelen niet-vertrouwelijke onderwerpen, beschikbaar gesteld.

 

Artikel 5 Rol gemeentesecretaris

  • 1.

    De secretaris zorgt voor alles wat binnen de hem opgedragen taak nodig is in het belang van een vlot verloop van de vergadering van het college.

  • 2.

    Indien het functioneren van de secretaris het onderwerp is van de beraadslagingen, kan het college de secretaris verzoeken de vergadering te verlaten en treedt in dat geval diens plaatsvervanger op.

 

Artikel 6 Deelname derden aan de vergadering

Het college kan besluiten een of meer ambtelijk medewerkers of derden voor een vergadering uit te nodigen.

 

Artikel 7 Stemmingen

  • 1.

    Alleen collegeleden die tegenwoordig zijn bij de vergadering kunnen deelnemen aan een stemming.

  • 2.

    Indien geen van de leden van het college bij het nemen van een besluit stemming vraagt, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 3.

    Indien een lid van het college bij het nemen van een besluit stemming vraagt, wordt mondeling gestemd, tenzij het vierde lid wordt toegepast.

  • 4.

    Indien:

    • a.

      een lid van het college dat verlangt, wordt bij het nemen van een besluit over een benoeming, voordracht of aanbeveling van personen gestemd bij gesloten en ongetekende briefjes.

    • b.

      daarbij de stemming beperkt is tot één persoon en de stemmen staken, beslist het lot.

    • c.

      in de overige gevallen bij een eerste stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een tweede stemming plaats tussen de twee personen die bij de eerste stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij die eerste stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de tweede stemming zal plaatshebben. Indien bij de tussenstemming of bij de tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot.

 

Artikel 8 Besluitvorming en besluitenlijst

  • 1.

    De secretaris draagt zorg voor het bijhouden van de besluitenlijst van de collegevergadering.

  • 2.

    Er wordt een openbare en een niet-openbare besluitenlijst van de collegevergadering opgesteld. 

  • 3.

    De besluitenlijsten bevatten ten minste:

    • a.

      de namen van de aanwezige en afwezige leden;

    • b.

      de naam van de secretaris;

    • c.

      de namen van andere personen die hebben deelgenomen aan de vergadering;

    • d.

      een formulering van de door het college genomen besluiten.

  • 4.

    Stemverhoudingen worden alleen vermeld als een lid van het college daarom vraagt.

  • 5.

    De besluitenlijsten worden in de eerstvolgende vergadering vastgesteld en door de secretaris en burgemeester ondertekend.

  • 6.

    Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de openbare besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaar gemaakt door plaatsing op de website en digitaal aan de leden van de raad aangeleverd via het daarvoor bestemde systeem.

 

Artikel 9 Openbare vergadering

  • 1.

    Het college kan besluiten een openbare vergadering te houden.

  • 2.

    De bepalingen van dit reglement zijn voor zover mogelijk van toepassing op een openbare vergadering.

 

Artikel 10 Parafenbesluit

  • 1.

    Op voordracht van het collegelid dat het onderwerp in zijn portefeuille heeft, of diens plaatsvervanger bij verhindering, kan het college in spoedgevallen buiten vergadering besluiten nemen in de vorm van parafenbesluiten. Voor het nemen van een parafenbesluit is instemming vooraf van de secretaris en de burgemeester noodzakelijk.

  • 2.

    Een parafenbesluit komt tot stand indien de meerderheid van het college het voorgelegde ontwerpbesluit voor akkoord geparafeerd heeft en geen van de overige leden, binnen een bij het ontwerpbesluit gestelde reële termijn, heeft verklaard niet akkoord te zijn.

  • 3.

    Het besluit wordt geacht te zijn genomen op de dag waarop de in lid 2 gestelde termijn is verstreken en tevens voldoende parafen zijn gezet.

  • 4.

    De parafenbesluiten worden in de eerstvolgende collegevergadering opgenomen in de besluitenlijsten.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking de dag na de dag van bekendmaking. Op dat moment vervalt het Reglement van orde college 2010.

 

Artikel 12 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als Reglement van orde college Leidschendam-Voorburg 2018.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2018.

mr. drs. M.R. Gorsse, K. Tigelaar

wnd. secretaris, burgemeester

Toelichting

 

Toelichting op het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg 2018

 

Algemeen

Ingevolge artikel 52 Gemeentewet stelt het college een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Onder werkzaamheden wordt blijkens de memorie van toelichting bij de Gemeentewet onder meer verstaan de bekendmaking van besluiten. Ook bijvoorbeeld de onderlinge vervanging tussen de wethouders behoort daartoe.

 

Artikel 1 Verdeling werkzaamheden en onderlinge vervanging

In het eerste lid van dit artikel wordt een onderwerp geregeld zoals dat aan de orde zal zijn in het zogenaamde constituerend beraad, de eerste vergadering van het college direct na de raadsvergadering waarin de wethouders zijn benoemd. Wellicht ten overvloede wordt er op gewezen dat het college als geheel de verantwoordelijkheid draagt voor de uitgeoefende taken, dit ondanks de portefeuilleverdeling en het eventueel gebruikmaken van de mogelijkheid die in artikel 168 Gemeentewet geboden wordt (mandaat aan individuele leden van het college).

Naast de verdeling van de werkzaamheden kan de onderlinge vervanging worden geregeld. Door de Wet dualisering gemeentebestuur is het niet mogelijk een raadslid aan te wijzen als vervanger van een wethouder. De vervanging zal onderling geregeld moeten worden of, indien mogelijk gezien het aantal wethouders (artikel 36 Gemeentewet), door het (tijdelijk) aanstellen van een extra wethouder. Met het derde lid wordt voldaan aan het gestelde in artikel 77 Gemeentewet. Ter wille van de nodige flexibiliteit is gekozen voor een algemene formulering. Het vierde lid is een voorwaarde om de vervangingsprocedure in werking te kunnen zetten.

 

Artikel 2 Dag en plaats van de vergaderingen

Met het eerste lid wordt voldaan aan het gestelde in artikel 53, eerst lid Gemeentewet. Ook hier is weer gekozen voor een algemeen flexibele formulering, waardoor de mogelijkheid bestaat in bijzondere gevallen af te wijken. Uit de eerste zin van het eerste lid en het tweede lid volgt dat ook de burgemeester, als voorzitter van het college (zie artikel 34 Gemeentewet), maar ook een lid van het college ervoor kan zorgen dat een extra vergadering wordt gehouden. De formulering van het bepaalde in het tweede lid houdt overigens niet in dat de burgemeester de bevoegdheid zou toekomen een extra vergadering tegen te houden. De imperatieve formulering van het eerst lid staat daaraan in de weg. Het tweede lid geeft verder de procedure voor een extra vergadering weer.

 

Artikel 3 Verhindering

Dit artikel is naast een vastlegging van de procedure ook van belang om wellicht al voorafgaand aan de vergadering te kunnen constateren dat het benodigde quorum voor besluitvorming niet gehaald wordt (artikel 56 Gemeentewet). De voorzitter kan dan een nieuwe vergadering beleggen.

 

Artikel 4 Agenda

Er is kort aangegeven hoe zaken van spoedeisend belang worden geagendeerd. De secretaris zal al naar gelang de omstandigheden dienen af te wegen of ten aanzien van de spoedeisende onderwerpen van tevoren gecommuniceerd wordt met de collegeleden of dat dit in de vergadering gebeurt. Lid 5 waarin geregeld wordt dat raadsleden voorafgaand aan de collegevergadering de agenda ontvangen is geen wettelijke verplichting, maar een lokaal gebruik waarmee het college openheid wil geven aan de raad over de onderwerpen die bij het college in behandeling zijn.

 

Artikel 5 Rol gemeentesecretaris

De rol van de gemeentesecretaris bij de collegevergaderingen wordt in de artikelen 103 tot en met 105 van de Gemeentewet aangegeven. Nadere uitwerking van de taken van de secretaris vindt o.a. plaats in dit reglement.

 

Artikel 6 Deelname van derden aan de vergadering

Artikel 57 en 55 eerste lid Gemeentewet geven indirect aan dat het mogelijk is dat naast de collegeleden en de secretaris anderen bij de vergadering aanwezig kunnen zijn. Deze Gemeentewetartikelen geven aan dat de onschendbaarheid en de eventueel opgelegde geheimhouding voor allen aanwezig bij de vergadering geldt.

 

Artikel 7 Stemmingen

Artikel 56 Gemeentewet bevat een regeling over zowel het vergader- als het besluitquorum in vergaderingen van het college. Hoewel het ingevolge de Memorie van Toelichting bij dit artikel aan het college vrijstaat in het reglement van orde een zwaarder quorumvereiste te stellen, is hiervoor niet gekozen; het in de wet terzake opgenomen stelsel is daarmee onverkort van toepassing.

In lid 1 van dit artikel is expliciet opgenomen dat een collegelid tegenwoordig moet zijn om deel te kunnen nemen aan een stemming. Hierbij is aansluiting gezocht met artikel 56 Gemeentewet. Dit betekent dat fysieke aanwezigheid niet vereist is. Het collegelid kan ook tegenwoordig zijn door deelname aan de beraadslagingen via telecommunicatiemiddelen zoals Skype of Facetime.

Het vereiste van tegenwoordig zijn betekent ook dat  een collegelid bij afwezigheid een ander collegelid geen volmacht kan geven om een stem uit te brengen. Het uitgangspunt van het besluitquorum is dat een collegelid tegenwoordig moet zijn bij de vergadering om te kunnen beraadslagen. Aangezien artikel 56 Gemeentewet dient ter bescherming van de afwezigen en een collegelid met het verlenen van een volmacht niet tegenwoordig is, is het niet wenselijk dat middels een volmacht de bescherming van afwezigen kan worden omzeild. Een collegelid kan derhalve niet middels een volmacht aan een ander collegelid beraadslagen, deelnemen aan de besluitvorming of een stem uitbrengen.

Ten aanzien van het stemmen is gekozen om alleen het meest noodzakelijke te regelen. Voor wat betreft het stemmen over een benoeming, voordracht of aanbeveling van personen is aansluiting gezocht bij de regeling daarover voor de raad in artikel 31 Gemeentewet.  Dat artikel bepaalt dat de stemming over het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen geheim is. De wijze waarop wordt aan de gemeente overgelaten, bijvoorbeeld door middel van  gesloten en ongetekende stembriefjes. Verder is bepaald dat indien de stemmen over personen tot wie de keuze door een voordracht of herstemming is beperkt, staken, er in dezelfde vergadering een herstemming wordt gehouden. Staken de stemmen opnieuw, dan beslist het lot. Van de hierdoor geboden ruimte is in het reglement gebruikgemaakt. De opgenomen regeling in lid 3 en lid 4 komt erop neer dat in principe slechts wordt gestemd indien één van de leden dat wenst. In dat geval wordt mondeling gestemd (ook over personen), tenzij ten aanzien van personen om een schriftelijke stemming wordt verzocht.

Over zaken wordt dus of niet of mondeling gestemd. Indien bij het stemmen over zaken de stemmen staken, dan beslist de stem van de voorzitter conform artikel 59 Gemeentewet.

 

Artikel 8 Besluitvorming en besluitenlijst

Dit artikel regelt de verslagleggende taak van de secretaris en de wijze waarop de besluitenlijst wordt vastgesteld.

Er is een openbare en een niet-openbare besluitenlijst. Uitgangspunt is dat de besluiten van het college van burgemeester en wethouders openbaar zijn. Redenen om een besluit op de niet-openbare besluitenlijst te zetten zijn:

• de stukken zijn op grond van de absolute of relatieve uitzonderingsgronden van de Wet openbaarheid van bestuur niet openbaar;

• de stukken zijn op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens niet openbaar;

• openbaarmaking van de stukken is in strijd met het openbaar belang;

• op de stukken rust geheimhouding op grond van artikel 55 Gemeentewet of artikel 25 Gemeentewet t.b.v. de raad. Als artikel 25 Gemeentewet van toepassing is, zal de raad de geheimhouding tijdens zijn eerstvolgende vergadering moeten bekrachtigen.

Op grond van artikel 60 Gemeentewet kan de raad regelen van welke beslissingen van het college de raad op de hoogte gebracht wil worden. In lid 6 is bepaald op welke wijze de besluitenlijst bekendgemaakt wordt. Daarbij moet worden opgemerkt dat besluiten rechtskracht hebben zodra zij door het college zijn genomen. Dit doet niets af aan het feit dat de besluitenlijst nog moet worden vastgesteld. Het is wel mogelijk dat bij de vaststelling van de besluitenlijst blijkt dat een agendapunt ten onrechte als besluit is benoemd. In dat geval worden eventueel al genomen uitvoeringshandelingen gestaakt c.q. teruggedraaid en zal het betreffende besluit moeten worden ingetrokken.

 

Artikel 9 Openbare vergadering

Ingevolge artikel 54 Gemeentewet is hoofdregel dat de vergaderingen met gesloten deuren plaatsvinden. Het college kan daar zelf van afwijken. Via artikel 9 wordt dit ook uitdrukkelijk aan het college overgelaten. Indien een vergadering van het college openbaar is, bepaalt het tweede lid van artikel 53 Gemeentewet dat de burgemeester dag, plaats en tijdstip daarvan bekend moet maken.

 

Artikel 10 Parafenbesluit

Een parafenbesluit is een concept-besluit dat door de leden van het college van (digitale) parafen wordt voorzien, waarna dit door het college als een definitief meerderheidsbesluit wordt beschouwd.

Als hiervan gebruik gemaakt wordt, is de uitspraak van de Raad van State van 16 juli 2003 van belang

(LJN-nr. AH9850, zaaknr. 200200757/1). In deze uitspraak is bepaald dat doordat met een parafenbesluit in materiële zin besluitvorming buiten de collegevergadering plaatsvindt, deze wijze van besluitvorming bekend gemaakt dient te zijn. Dat kan op grond van het reglement of op grond van een bekend gemaakte vaste praktijk. Daarbij moet bepaald zijn dat in een vergadering van het college de mogelijkheid bestaat tot beraadslaging en besluitvorming over het te nemen (parafen)besluit en moet tevens duidelijk zijn wanneer het besluit genomen is.

Om een discussie over een eventueel onbevoegd genomen parafenbesluit uit te sluiten, is artikel 10 aan het reglement toegevoegd. Als sprake is van een spoedgeval (lid 1) dan zal het betreffende voorstel als eerste door de gemeentesecretaris geparafeerd moeten worden. Dit maakt de weg vrij om de bijbehorende procedure in werking te zetten. In lid 2 is bepaald wanneer een concept-besluit is aan te merken als een parafenbesluit. Daarbij is ervoor gekozen dat een meerderheid van het college geparafeerd moet hebben omdat over het voorstel geen beraadslaging plaatsvindt. In lid 3 wordt expliciet geregeld wanneer een parafenbesluit genomen is. Lid 4 is geen wettelijke verplichting, maar is opgenomen om te waarborgen dat alle collegebesluiten via besluitenlijsten openbaar worden gemaakt (voor zover zij geen vertrouwelijk karakter hebben).