Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Borne

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Borne houdende regels omtrent advisering bezwaarschriften Verordening advisering bezwaarschriften gemeente Borne 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBorne
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Borne houdende regels omtrent advisering bezwaarschriften Verordening advisering bezwaarschriften gemeente Borne 2018
CiteertitelVerordening advisering bezwaarschriften, gemeente Borne, 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening advisering bezwaarschriften gemeente Borne 2009.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-11-2018nieuwe regeling

13-11-2018

gmb-2018-252027

18int03764

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Borne houdende regels omtrent advisering bezwaarschriften Verordening advisering bezwaarschriften gemeente Borne 2018

De raad van de gemeente Borne;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16-10-2018

 

Besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening advisering bezwaarschriften gemeente Borne 2018

Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen:

Artikel 1  

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: de commissie advisering bezwaarschriften zoals bedoeld in artikel 2;

  • c.

    wet: Algemene wet bestuursrecht

Hoofdstuk 2: De commissie advisering bezwaarschriften:

Paragraaf 1: De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren (bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de wet) tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2

    De commissie fungeert bij alle bezwaren tegen besluiten van de in het voorgaande lid genoemde bestuursorganen als adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de wet, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald (zie lid 4 van dit artikel).

  • 3

    Wanneer een bezwaar vergezeld gaat van een verzoek om vergoeding van kosten als bedoeld in artikel 7:15, tweede lid van de wet, adviseert de commissie eveneens over al dan niet toekenning van die vergoeding.

  • 4

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      belastingwetgeving (hoofdstuk XV van de Gemeentewet en de daarop gebaseerde gemeentelijke verordeningen) en de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      regelingen op het gebied van de rechtspositie van ambtenaren.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste 2 leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    De voorzitter en de leden kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Borne.

  • 4.

    Bij afwezigheid van de voorzitter, bepalen de aanwezige leden in onderling overleg, wie van hen als plaatsvervangend voorzitter zal fungeren.

  • 5.

    Bij afwezigheid van één van de leden, wordt vervanging onderling geregeld.

Artikel 4 Ondersteuning commissie

  • 1.

    De commissie wordt administratief en inhoudelijk ondersteund door, daartoe door het college aangewezen, ambtelijke secretarissen.

  • 2.

    De ambtelijke secretarissen zijn geen lid van de commissie.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1

    De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een periode van ten hoogste 4 jaar.

  • 2

    Deze periode kan verlengd worden met 4 jaar.

  • 3

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 4

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment bij een met redenen omkleed besluit door het college uit hun functie worden ontheven, als zij zodanige daden of gedragingen hebben verricht dat redelijkerwijs niet verlangd kan worden dat hun voorzitter- respectievelijk lidmaatschap voortduurt of als de vereiste bekwaamheid of geschiktheid wordt gemist om de taak als voorzitter of lid van de commissie naar behoren uit te voeren.

  • 5

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien. Dit geldt niet voor de voorzitter of leden die op grond van het bepaalde in lid 4 aftreden of uit hun functie zijn ontheven.

  • 5.

    De voorzitter en de leden die op het moment van inwerkingtreding van deze verordening reeds lid waren van de commissie treden uiterlijk 8 jaar na hun benoeming af.

Paragraaf 2: Procedure

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift, met de daarbij overgelegde stukken, wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3.

    Bij het bericht van ontvangst, als bedoeld in artikel 6:14 van de wet, wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

Naast de in artikel 7:13, lid 4 van de wet genoemde bevoegdheden, worden de bevoegdheden die volgen uit onderstaande artikelen van de wet, voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door of namens de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn, waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld.;

  • c.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:2, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • f.

    artikel 7:6, vierde lid.

  • g.

    artikel 7:10, vierde en vijfde lid, gedurende de periode dat het bezwaar bij de commissie in behandeling is en het advies van de commissie nog niet is verzonden.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zonodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien een deskundige wordt uitgenodigd zal dit tijdig worden meegedeeld aan betrokkenen. Wanneer daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 9 Alternatieve geschilbeslechting

  • 1

    Na ontvangst van het bezwaarschrift kan, ten allen tijde, door de secretaris, in overleg met het bestuursorgaan en bezwaarde, worden onderzocht of de bezwaren kunnen worden weggenomen door een gesprek met bezwaarde en eventuele belanghebbenden, dan wel bemiddeling dan wel mediation.

  • 2.

    De secretaris verricht de voor deze alternatieve geschilbeslechting benodigde handelingen.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin belanghebbende(n) en het bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2

    Indien de voorzitter besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan belanghebbende(n) en het bestuursorgaan.

Artikel 11 Uitnodiging hoorzitting

  • 1

    De voorzitter nodigt belanghebbende(n) en het bestuursorgaan tenminste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2

    Binnen drie werkdagen na het verzenden van de in het eerste lid bedoelde uitnodiging, kunnen belanghebbende(n) of het bestuursorgaan, onder opgaaf van redenen, de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt, uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting, aan belanghebbende(n) en het bestuursorgaan meegedeeld.

  • 4

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 12 Horen minderjarige

  • 1

    De commissie stelt een minderjarige van twaalf jaar of ouder die bij een bezwaarschrift in het kader van de Jeugdwet en daarop gebaseerde regelgeving is betrokken, in de gelegenheid zijn mening mondeling of schriftelijk kenbaar te maken. De commissie kan besluiten een minderjarige jonger dan twaalf jaar te doen horen.

  • 2

    De minderjarige wordt in beginsel voorafgaand aan de hoorzitting afzonderlijk gehoord door het expertlid in aanwezigheid van het gemeentelijk orgaan. Van dit horen wordt geen verslag gemaakt.

  • 3

    Tijdens de hoorzitting geeft het expertlid kort en zakelijk weer wat de minderjarige heeft verklaard.

  • 4

    Aan de belanghebbenden wordt geen kopie verstrekt van documenten van de minderjarige.

Artikel 13 Quorum

  • 1.

    Voor het houden van een zitting is vereist dat ten minste één lid en de voorzitter of zijn plaatsvervanger, aanwezig zijn.

  • 2.

    Bij de beraadslaging zijn minimaal 2 leden en de voorzitter of zijn plaatsvervanger, betrokken.

Artikel 14 Niet deelneming aan de behandeling

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 15 Openbaarheid hoorzitting

  • 1.

    De hoorzittingen van de commissie zijn openbaar, tenzij het bezwaar gericht is tegen een besluit op grond van de Participatiewet (waaronder Bbz en minimabeleid), Wet maatschappelijke ondersteuning, Jeugdwet, Verordening leerlingenvervoer, schuldhulpdienstverlening, gehandicaptenparkeerkaart.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan worden besloten de hoorzitting eveneens achter gesloten deuren plaats te laten vinden indien de voorzitter van de commissie of één van de aanwezige leden dit vanwege gewichtige redenen nodig acht of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

Artikel 16 Verslaglegging

  • 1

    Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:7 van de wet, kan zowel schriftelijk als digitaal worden vastgelegd.

  • 2

    Een schriftelijk verslag vermeldt de namen van de aanwezigen (met daarbij eventueel een vermelding van hun hoedanigheid) en geeft een zakelijke vermelding van hetgeen over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbende(n) respectievelijk de gemachtigde(n) niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het schriftelijke verslag hiervan melding, alsmede het digitale verslag.

  • 4

    Het schriftelijke verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5

    Het schriftelijke verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

  • 6

    Een digitale geluidsopname kan, op verzoek, aan de belanghebbende(n) ter beschikking worden gesteld.

  • 7

    Wanneer sprake is van een digitaal vastgelegd verslag, maakt de secretaris op basis van de geluidsopname een schriftelijke samenvatting van het besprokene wanneer het bestuursorgaan dat nodig acht of wanneer een gerechtelijke instantie daarom verzoekt in geval van een (hoger) beroepsprocedure.

Artikel 17 Nader onderzoek

  • 1

    Indien na afloop van de zitting, maar vóórdat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van andere commissieleden dit onderzoek houden, waarbij de behandeling van het bezwaarschrift wordt aangehouden. De betrokken partijen worden hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

  • 2

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbende(n) toegezonden.

  • 3

    De leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbende(n) kunnen binnen één week na verzending van de nadere informatie, aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het houden van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist over een dergelijk verzoek.

  • 4

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen van deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Raadkamer en advies

  • 1

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2

     

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies;

    • b.

      Indien het horen door omstandigheden heeft plaatsgevonden door één lid en de voorzitter, wordt een tweede lid betrokken bij de advisering;

    • c.

      Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter;

    • d.

      van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien de minderheid dat verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 19 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1

    Het advies wordt, onder medezending van door de commissie eventueel ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2

    Indien er een schriftelijk verslag is gemaakt van de hoorzitting, wordt dit verslag meegezonden met het advies.

  • 3

    Wanneer er sprake is van een digitaal verslag, vermeldt het advies de namen van de aanwezigen tijdens de hoorzitting en hun hoedanigheid.

  • 4

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van twaalf weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 5

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en belanghebbende(n) een afschrift.

Hoofdstuk 3: Slotbepaling

Artikel 20 Intrekking oude regeling en Inwerkingtreding nieuwe regeling

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na haar bekendmaking.

 

Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening advisering bezwaarschriften gemeente Borne 2009, vastgesteld door de Raad op 12 mei 2009, ingetrokken.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening advisering bezwaarschriften, gemeente Borne, 2018

Vastgesteld in de openbare vergadering van 13-11-2018.

De voorzitter,

De griffier,