Organisatie | Helmond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Wet Inburgering Helmond 2009 |
Citeertitel | Beleidsregels Wet Inburgering Helmond 2009 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-07-2011 | art. W053 | 14-06-2011 | Collegebesluit, 2011, 1103914 | ||
29-05-2009 | 09-07-2011 | nieuwe regeling | 26-05-2009 Gemeenteblad, 2009, 56 | Collegebesluit, 2009, 0955549 |
Richtlijn nr. W001 wordt als volgt ingevuld:
In artikel 2 van de Verordening Wet Inburgering Helmond 2007 is het volgende bepaald:
Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen
Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.
De gemeente Helmond heeft de volgende beleidskeuzes gemaakt met betrekking tot de invulling van de informatiefunctie in Helmond (Inburgeringsagenda 2008-2009; gemeentelijke bijlagen nr.GB02):
Communicatiekanalen: de informatie wordt via 4 kanalen aangeboden: schriftelijk (brochures, publicaties in de Trompetter, informatiemappen), persoonlijk (Stadswinkel en Werkplein), Telefonisch (via alle gemeentelijke loketfuncties) en elektronisch (gemeentelijke website en jaarlijkse uitzending via Gemeente-tv).
De invulling van deze richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad.
In deze richtlijn is het gemeentelijke - in de verordening neergelegde - beleid inzake de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, ter zake van hun rechten en plichten uit hoofde van de Wet inburgering, alsmede van het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen (artikel 8 Wet inburgering), opgenomen.
Deze richtlijn is in het handboek WI te vinden in: paragraaf W2.4 onderdeel 2.4.
De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, ter zake van hun rechten en plichten uit hoofde van de Wet inburgering, alsmede van het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen (artikel 8 Wet inburgering). Artikel 8 Wet inburgering is door middel van een amendement in de Wet inburgering gekomen (zie TK 2005-2006, 30 308, nr. 50). In de toelichting op dit amendement staat te lezen dat het van bijzonder belang is de inburgeringsplichtigen door middel van een gemeentelijk informatieloket optimaal te informeren over hun rechten en plichten en over de manier waarop ze hun inburgeringsplicht kunnen nakomen. Op deze wijze worden inburgeringsplichtigen (volgens de toelichting op het amendement) beter in staat gesteld hun eigen verantwoordelijkheid te nemen en hun plichten uit hoofde van deze wet na te komen.
De regels over informatieverstrekking hebben betrekking op de volgende twee onderwerpen:
Het college van burgemeester en wethouders,
Gelet op artikel 3 en 4 Verordening Wet Inburgering Helmond 2007
Vast te stellen de invulling van richtlijn nr. W002 Procedure aanbieding; vaststelling passende inburgeringsvoorziening
Richtlijn nr. W002 wordt als volgt ingevuld:
Het beleid is neergelegd in artikel 3 en artikel 4 van de Verordening Wet Inburgering Helmond 2007, waarin het volgende is bepaald:
Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen
Het college wijst de groepen inburgeringsplichtigen aan waaraan hij bij voorrang een inburgeringsvoorziening kan aanbieden. Hierbij geeft het college per wettelijk bepaalde doelgroep bijzondere aandacht aan de volgende criteria:
Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening
In het inburgeringsbeleid zijn in geval van beperkte middelen de volgende keuzes gemaakt door college en raad:
Binnen de doelgroep uitkeringsgerechtigden heeft de gemeente Helmond ervoor gekozen zowel inburgeringsplichtigen als inburgeringsbehoeftigen een aanbod te doen.
Oudkomers zonder inkomen uit werk of uitkering (opvoeders)
1. de opvoeders van kinderen onder de 13 jaar;
2. de mensen die al een inburgeringstraject hebben gevolgd;
3. de opvoeders van kinderen boven de 13 jaar.
Binnen deze doelgroep heeft de gemeente Helmond ervoor gekozen met name de inburgeringsplichtige opvoeders actief te gaan benaderen. Maar omdat we vooral ook gemotiveerde inburgeraars een kans willen geven, zullen we inburgeringsbehoeftigen die zichzelf melden voor een traject zeker ook een aanbod doen.
Voorlopig ziet het ernaar uit dat ons budget ruim genoeg is en dat het niet nodig zal zijn mensen te weigeren obv deze prioriteitsstelling. Het criterium waaraan voorlopig getoetst zal moeten worden is dus de rechtmatigheid: voldoet een inburgeraar aan de criteria van de Wet Inburgering dan wel de Regeling Vrijwillige Inburgering en mag de gemeente hem/haar een aanbod doen.
Deze informatie is ontleend aan de Inburgeringsagenda 2008-2009 (gemeentelijke bijlagen nr.GB02).
De invulling van deze richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad.
In deze richtlijn is het gemeentelijke - in de verordening neergelegde - beleid opgenomen inzake:
Deze richtlijn is in het handboek WI te vinden in: paragraaf W2.4 onderdeel 3.6.
De gemeenteraad stelt regels inzake de procedure die door het college wordt gevolgd voor het doen van een aanbod van een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening aan een inburgeringsplichtige, en de criteria die daarbij worden gehanteerd.
Met procedure wordt niet bedoeld het proces dat in elk individueel geval gevolgd wordt. Bedoeld wordt de werkwijze van het college voorafgaand aan het doen van een aanbod / het direct vaststellen. De regels gaan in elk geval over de criteria die het college hanteert bij het doen van een aanbod / het direct vastellen en de prioritering die daarin door het college moet worden aangebracht. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een prioritering op basis van een wijkgerichte aanpak, leeftijd dan wel gezinssituatie of hoogte van het gezinsinkomen.
Het college van burgemeester en wethouders,
Gelet op artikel 23, derde lid, Wet inburgering en artikel 5, 6, 7 en 8 Verordening Wet Inburgering Helmond 2007
Vast te stellen de invulling van richtlijn nr. W003 Rechten en plichten inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld
Richtlijn nr. W003 wordt als volgt ingevuld:
Het beleid is neergelegd in artikel 5 t/m 8 van de Verordening Wet Inburgering Helmond 2007, waarin het volgende is bepaald:
Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage
Artikel 6 Opleggen van verplichtingen
Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:
Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod
Artikel 8 De inhoud van de beschikking
Het besluit tot toekenning van een inburgeringsvoorziening wordt vervat in een beschikking en bevat in ieder geval:
Werkafspraken inning eigen bijdrage
Zie gemeentelijke bijlage nr. GB07.
Zie de Richtlijn kinderopvang voor de werkverdeling rondom het regelen van kinderopvang voor inburgeringsplichtigen en inburgeraars (gemeentelijke bijlagen nr.GB09).
De invulling van deze richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad.
In deze richtlijn is het beleid inzake de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is vastgesteld, opgenomen.
Deze richtlijn is in het handboek WI te vinden in: paragraaf W2.4 onderdeel 4.4.
De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is vastgesteld. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op de inning van de eigen bijdrage door het college en de mogelijkheid van betaling in termijnen. Zie artikel 23 lid 3 Wet inburgering.
De regels over de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is vastgesteld hebben in ieder geval betrekking op de inning van de eigen bijdrage en de mogelijkheid van het hanteren van betalingstermijnen. Met betrekking tot de betaling in termijnen worden in de Wet inburgering geen nadere regels gesteld, anders dan dat de gemeenteraad betaling in termijnen bij verordening mogelijk kan maken. Kwijtschelding van de eigen bijdrage door het college is in de Wet inburgering niet mogelijk gemaakt.
Naast de hierboven bedoelde regels met betrekking tot de inning van de eigen bijdrage door het college en de mogelijkheid van betaling in termijnen, kan de gemeenteraad bij verordening nog overige regels stellen over de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is vastgesteld.
Het college van burgemeester en wethouders,
Vast te stellen de invulling van richtlijn nr. W004 Inkoop inburgeringsvoorziening
Richtlijn nr. W004 wordt als volgt ingevuld:
Ten behoeve van de uitvoering van het inburgeringsbeleid heeft de gemeente Helmond overeenkomsten gesloten met de volgende aanbieders.
Capabel Taal: Inburgeringstrajecten
Inburgeringscursussen vinden plaats aan de Penningstraat (binnenstad) in Helmond, waar o.a. met webbased lesmateriaal gewerkt wordt. Inzet is niet alleen het behalen van het inburgeringsexamen, maar ook maatschappelijke participatie. In de overeenkomst met Capabel Taal zijn daar prestatieafspraken over opgenomen. Inburgeringsplichtigen en inburgeraars moeten deelnemen aan vrijwilligerswerk, stages en/of arbeid.
Nadat de gemeente een aanbod heeft gedaan, wordt de inburgeringsplichtige aangemeld voor een intake en diagnose bij Capabel Taal. Capabel Taal stelt voor de gemeente het niveau vast en maakt het trajectvoorstel. Daarna zijn er verschillende mogelijkheden: de klant wordt geplaatst bij Capabel Taal, de klant gaat eerst voor alfabetisering naar het ROC, of de klant weigert het aanbod alsnog.
Inclusief intake en niveaubepaling en het afleggen van het inburgeringsexamen zijn de prijzen voor de verschillende inburgeringstrajecten als volgt:
Duaal traject taal en werk, subgroep 1 ( laagste niveau ) € 5125,=
Duaal traject taal en werk, subgroep 2 ( gemiddeld niveau ) € 4875,=
Duaal traject taal en werk, subgroep 3 ( hoogste niveau ) € 4225,=
Duaal traject taal en OGO ( Onderwijs, Gezondheid en Opvoeding ) € 4875,=
Zie de Richtlijn kinderopvang (gemeentelijke bijlagen nr.GB09) voor de werkverdeling rondom het regelen van kinderopvang voor inburgeringsplichtigen en inburgeraars.
De trajecten bij Capabel Taal zijn trajecten waarbij de klant binnen 1 jaar aan het examen moet hebben deelgenomen. Indien de verwachting is dat de klant meer tijd nodig heeft, dan is het mogelijk gebruik te maken van een voortraject bij het ROC. Dit alfabetiseringstraject moet aansluiten op de trajecten bij Capabel Taal. Met het ROC worden prestatieafspraken gemaakt. Een traject bij het ROC duurt maximaal 2 jaar. Over een alfabetiseringstraject bij Capabel Taal moeten nog afspraken gemaakt worden. Tot nader bericht mogen geen klanten aangemeld worden bij Capabel Taal voor trajecten anders dan de trajecten van het contract.
De kosten van het alfabetiseringstraject worden gedekt uit de WEB-gelden en het Werkdeel. In verband met verschillende financieringsstromen is het noodzakelijk verschillende procedures voor het aanmelden te hanteren:
Uitkeringsgerechtigden ( oudkomers, nieuwkomers, inburgeraars, opvoeders ) Aanmelden voor alfabetisering bij het ROC met vermelding op het formulier dat dit een uitkeringsgerechtigde betreft.
Asielgerechtigden met een uitkering Aanmelden bij het ROC met vermelding op het formulier dat dit een uitkeringsgerechtigde betreft.
Asielgerechtigde zonder uitkering Aanmelden bij het ROC met vermelding dat dit een aanmelding is waarbij gebruik wordt gemaakt van WEB-gelden.
Opvoeders Aanmelden bij het ROC met vermelding dat dit
een aanmelding is waarbij gebruik wordt gemaakt van WEB-gelden.
Inburgeringsplichtige zonder uitkering Aanmelden bij het ROC met vermelding dat dit een aanmelding is waarbij gebruik wordt gemaakt van WEB-gelden.
Deelnemers plaatsen binnen één week na ontvangst van de door de klantmanager ondertekende plaatsingsopdracht. Hiervan kan afgeweken worden bijvoorbeeld om kinderopvang te regelen, maar dit gebeurt altijd in gezamenlijk overleg.
Klantmanager ontvangt na plaatsing binnen een week via mail het digitale plaatsingsplan / advies ROC. Hierin wordt de start- én maximale einddatum opgenomen, tevens het in- en uitstroomniveau, de trajectprijs en NAW gegevens deelnemer.
Klantmanager ontvangt twee weken na kwartaaltoetsing een voortgangsrapportage van iedere door hem geplaatste deelnemer.
De inburgeringsplichtigen betalen de eigen bijdrage op het moment dat ze het inburgeringsaanbod waarvan de alfabetisering een onderdeel is aannemen. Ook al wordt er nog geen gebruik gemaakt van de inburgeringsgelden. Hiermee wordt een extra administratie voorkomen.
Personen die naar het ROC gaan voor alfabetisering maar geen aanbod krijgen omdat zij niet tot de doelgroep behoren betalen geen eigen bijdrage.
SWH: Maatschappelijke begeleiding
Maatschappelijke begeleiding aan asielgerechtigde inburgeringsplichtigen wordt verzorgd door de werkgroep Vluchtelingenwerk van de Stichting Welzijn Helmond.
De prijzen voor begeleiding zijn als volgt:
Algemene maatschappelijke begeleiding ( A ) € 800,=
Specifieke en extra begeleiding i.g.v. trauma’s ( B ) € 470,=
Deze informatie is ontleend aan de Inburgeringsagenda 2008-2009(gemeentelijke bijlagen nr.GB02), aan de Richtlijnen voor aanmelden voor alfabetisering (gemeentelijke bijlagen nr.GB04) en aan de Werkafspraak tbv alfabetiseringstrajecten als voorbereiding traject Capabel Taal (gemeentelijke bijlagen nr.GB05).
De invulling van deze richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad.
Het college van burgemeester en wethouders,
Vast te stellen de invulling van richtlijn nr. W006 Aanbesteding
Richtlijn nr. W006 wordt als volgt ingevuld:
Het verzorgen van inburgeringstrajecten is gegund aan Capabel Taal.
Het college van burgemeester en wethouders,
Vast te stellen de invulling van richtlijn nr. W007 Gegevens aangewezen arts
Richtlijn nr. W007 wordt als volgt ingevuld:
Argonaut Advies verzorgt de medische keuringen voor inburgeringsplichtigen (Inburgeringsagenda 2008-2009; gemeentelijke bijlagen nr.GB02).
De invulling van deze richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad.
In deze richtlijn zijn de gegevens met betrekking tot de door het college aangewezen arts opgenomen.
Deze richtlijn is in het handboek WI te vinden in: paragraaf W5.1 onderdeel 2.
Bij de aanvraag tot ontheffing van de inburgeringsplicht op grond van een psychische of lichamelijke belemmering dan wel verstandelijke handicap als bedoeld in artikel 6 lid 1 Wet inburgering legt de inburgeringsplichtige een advies over van een door het college aangewezen onafhankelijke arts, die is ingeschreven in het betreffende register, bedoeld in artikel 3 lid 1 Wet BIG (artikel 2.8 lid 1 Besluit inburgering). Met het woord "onafhankelijke" in artikel 2.8 lid 1 Besluit inburgering wordt gedoeld op de arts die niet de behandelend arts van de inburgeringsplichtige is.
Het college van burgemeester en wethouders,
Gelet op artikel 19 Wet inburgering
Vast te stellen de invulling van richtlijn nr. W010 Maatschappelijke begeleiding bij verblijfsvergunning asiel
Richtlijn nr. W010 wordt als volgt ingevuld:
Maatschappelijke begeleiding aan asielgerechtigde inburgeringsplichtigen wordt verzorgd door de werkgroep Vluchtelingenwerk van de Stichting Welzijn Helmond. SWH verzorgt twee vormen van begeleiding:
Maatschappelijke begeleiding wordt ingezet met als doel het behalen van het inburgeringsexamen.
Deze informatie is ontleend aan de Inburgeringsagenda 2008-2009 (gemeentelijke bijlagen nr.GB02).
De invulling van deze richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad.
Deze richtlijn bevat het gemeentelijke beleid inzake maatschappelijke begeleiding van de inburgeringsplichtige die houder is van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 of 33 Vw.
Deze richtlijn is in het handboek WI te vinden in: paragraaf W8.2 onderdeel 3.
Houders van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 of 33 van de Vreemdelingenwet 2000 behoren in ieder geval tot de gemeentelijke doelgroep (artikel 19 lid 1 onderdeel a Wet inburgering).
Voor de inburgeringsplichtige die houder is van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 of 33 Vw maakt maatschappelijke begeleiding onderdeel uit van de inburgeringsvoorziening of de taalkennisvoorziening (artikel 19 lid 5 Wet inburgering). Voor deze asielmigranten geldt in het bijzonder dat het ontbreken van een sociaal netwerk de inburgering bemoeilijkt. Maatschappelijke begeleiding is dan een alternatief voor het sociale netwerk. Het is van groot belang dat de betreffende vreemdelingen bijvoorbeeld door middel van mentorschap in contact gebracht worden met de Nederlandse samenleving en de Nederlandse cultuur.
Het college van burgemeester en wethouders,
Gelet op artikel 20, eerste lid, Wet inburgering, artikel 1.1 onderdeel k Besluit inburgering, artikel 4, tweede lid, Verordening Wet Inburgering Helmond 2007
Vast te stellen de invulling van richtlijn nr. W011 Volgtijdelijk inzetten onderdelen gecombineerde voorziening
Richtlijn nr. W011 wordt als volgt ingevuld:
Indien de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd (artikel 4 lid 2 Verordening Wet Inburgering Helmond 2007).
De invulling van deze richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad.
Deze richtlijn bevat het gemeentelijke beleid inzake het volgtijdelijk inzetten van onderdelen binnen een gecombineerde voorziening.
Deze richtlijn is in het handboek WI te vinden in: paragraaf W8.2 onderdeel 4.
Artikel 1.1 onderdeel k Besluit inburgering definieert de gecombineerde inburgeringsvoorziening als een inburgeringsvoorziening, gecombineerd met een voorziening gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 20 lid 1 Wet inburgering. Artikel 20 lid 1 Wet inburgering omvat ook de gecombineerde taalkennisvoorziening.
Het college van burgemeester en wethouders,
Gelet op artikel 24, eerste lid, Wet inburgering, artikel 4.23 Besluit inburgering en artikel 5, tweede lid, Verordening Wet Inburgering Helmond 2007
Vast te stellen de invulling van richtlijn nr. W014 Verrekening eigen bijdrage
Richtlijn nr. W014 wordt als volgt ingevuld:
Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat vastgelegd in het besluit tot toekenning van de inburgeringsvoorziening (artikel 5 lid 2 Verordening Wet Inburgering Helmond 2007).
De invulling van deze richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad.
Het college van burgemeester en wethouders,
Gelet op artikel 35, eerste lid, Wet werk en bijstand (WWB)
Vast te stellen de invulling van richtlijn nr. W019 Bijzondere bijstand voor verblijfsvergunningen
Richtlijn nr. W019 wordt als volgt ingevuld:
Voor bijzondere bijstand voor verblijfsvergunningen zie de invulling van richtlijn WWB nr. B012 “Bijzondere bijstand voor legeskosten verblijfsvergunningen en naturalisatie” in het handboek WWB.
Het college van burgemeester en wethouders,
Gelet op artikel 25 Wet inburgering
Vast te stellen de invulling van richtlijn nr. W020 Verstrekking gegevens door opgeroepen personen
Richtlijn nr. W020 wordt als volgt ingevuld:
Gegevens welke overgelegd moeten worden, zijn ondermeer
De invulling van deze richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad.
In deze richtlijn is het gemeentelijke beleid inzake de verstrekking van gegevens door opgeroepen personen opgenomen.
Deze richtlijn is in het handboek WI te vinden in: paragraaf W9.1 onderdeel 2.4.
Voor wat betreft de gegevens die de opgeroepen personen moeten verstrekken, geldt een onderscheid tussen inburgeringsplichtigen enerzijds en vermoedelijk inburgeringsplichtigen anderzijds.
De door de inburgeringsplichtige te verstrekken gegevens zijn gegevens die het college nodig heeft om toepassing te geven aan artikel 19 Wet inburgering, dus om de inburgeringsplichtige een inburgeringsvoorziening aan te bieden, en om toepassing te geven aan artikel 26 Wet inburgering, dus om een handhavingsbeschikking te nemen. Zie over het aanbieden van een inburgeringsvoorziening paragraaf W2.2 en paragraaf W8.2 van het Handboek WI. Zie over de handhavingsbeschikking paragraaf W1.8 onderdeel 15 en paragraaf W9.2 van het handboek WI.
De door de vermoedelijk inburgeringsplichtige te verstrekken gegevens zijn gegevens die voor diens inburgeringsplichtigheid van belang zijn (artikel 25 lid 2 Wet inburgering). De door een vermoedelijk inburgeringsplichtige te verstrekken gegevens kunnen betrekking hebben op (artikel 25 lid 3 Wet inburgering):
het doel van het verblijf in Nederland;
Deze gegevens zijn van belang vanwege het gegeven dat ingevolge artikel 3 lid 1 Wet inburgering als vereiste voor inburgeringsplichtigheid geldt dat het gaat om een vreemdeling die, anders dan voor een tijdelijk doel in Nederland verblijft, of geestelijke bedienaar is. De vreemdeling die voor een tijdelijk doel in Nederland verblijft, is niet inburgeringsplichtig.
Artikel 2.1 Besluit inburgering en bijlage 1 bij de Regeling inburgering bevatten regels omtrent het tijdelijke doel. Zie over deze regels verder paragraaf W3.2 onderdeel 2.2 van het handboek WI.
verblijf in Nederland tijdens de leerplichtige leeftijd;
Bij de leerplichtige leeftijd gaat het in het algemeen om de periode tussen het vijfde en het zestiende levensjaar. In het individuele geval wordt vastgesteld wanneer de leerplicht eindigt. Zie over de exacte leerplichtige leeftijd paragraaf W1.8 onderdeel 26 van het handboek WI. Gegevens met betrekking tot het verblijf in Nederland tijdens de leerplichtige leeftijd zijn van belang vanwege het gegeven dat degene die ten minste acht jaren tijdens de leerplichtige leeftijd in Nederland heeft verbleven, op grond van artikel 5 lid 1 onderdeel b Wet inburgering is vrijgesteld van de inburgeringsplicht. Zie over deze vrijstelling van de inburgeringsplicht paragraaf W4.2 onderdeel 2.2 van het handboek WI.
het bezit van diploma's, certificaten of andere documenten als bedoeld in artikel 5 lid 1 onderdeel c Wet inburgering en artikel 5 lid 3 Wet inburgering;
Deze gegevens zijn van belang vanwege het gegeven dat degene die in het bezit is van bepaalde diploma's, certificaten of andere (soortgelijke) bewijsstukken, op grond van artikel 5 lid 1 onderdeel c Wet inburgering is vrijgesteld van de inburgeringsplicht, alsmede het gegeven dat er op grond van artikel 5 lid 3 Wet inburgering een gedeeltelijke vrijstelling aan de orde zou kunnen. Zie over de vrijstelling op grond van artikel 5 lid 1 onderdeel c Wet inburgering paragraaf W4.2 onderdeel 2.3 van het handboek WI; zie over de gedeeltelijke vrijstelling op grond van artikel 5 lid 3 Wet inburgering paragraaf W4.4 onderdeel 2 van het handboek WI.
het aansluitend op de volledige leerplicht volgen van een opleiding waarvan de afronding leidt tot uitreiking van een diploma, certificaat of ander document als bedoeld in artikel 5 lid 1 onderdeel c Wet inburgering;
Deze gegevens zijn van belang vanwege het gegeven dat degene die aansluitend op de leerplicht of kwalificatieplicht een opleiding volgt waarvan de afronding leidt tot uitreiking van een aangewezen diploma, certificaat of ander document, op grond van artikel 5 lid 1 onderdeel e Wet inburgering is vrijgesteld van de inburgeringsplicht. Zie over deze vrijstelling van de inburgeringsplicht paragraaf W4.2 onderdeel 2.5 van het handboek WI.
het verrichten van arbeid als geestelijke bedienaar;
Deze gegevens zijn van belang vanwege het gegeven dat ingevolge artikel 3 lid 1 Wet inburgering als vereiste voor inburgeringsplichtigheid geldt dat het gaat om een vreemdeling die, anders dan voor een tijdelijk doel in Nederland verblijft, of geestelijke bedienaar is. Zie over de geestelijke bedienaar paragraaf W1.8 onderdeel 14 van het handboek WI.
de toepasselijkheid van een verdrag of besluit als bedoeld in artikel 5 lid 2 Wet inburgering;
Deze gegevens zijn van belang vanwege het gegeven dat er op grond van artikel 5 lid 2 Wet inburgering een vrijstelling van de inburgeringsplicht aan de orde zou kunnen zijn. Zie over de vrijstellingen op grond van artikel 5 lid 2 Wet inburgering paragraaf W4.3 onderdeel 2 van het handboek WI.
feiten of omstandigheden die op grond van artikel 5 lid 4 onderdeel a Wet inburgering kunnen leiden tot gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de inburgeringsplicht;
Zie paragraaf W4.5 van het handboek WI voor een overzicht van de categorieën van personen voor wie ingevolge artikel 5 lid 4 onderdeel a Wet inburgering in samenhang met artikel 2.5 Besluit inburgering een vrijstelling geldt.
de aanwezigheid van een psychische of lichamelijke belemmering, dan wel een verstandelijke handicap als bedoeld in artikel 6 lid 1 Wet inburgering;
Deze gegevens zijn van belang vanwege het gegeven dat inburgeringsplichtigen die kunnen aantonen dat zij een zodanig ernstige psychische of lichamelijke belemmering dan wel zodanige verstandelijke handicap hebben, dat zij blijvend niet in staat zijn het inburgeringsexamen af te leggen, ingevolge artikel 6 lid 1 Wet inburgering in aanmerking komen voor ontheffing van de inburgeringsplicht. Zie over deze ontheffing van de inburgeringsplicht hoofdstuk W5 van het handboek WI.
feiten of omstandigheden die op grond van artikel 6 lid 2 onderdeel a Wet inburgering kunnen leiden tot ontheffing van de inburgeringsplicht.
Dergelijke feiten of omstandigheden bestaan niet. Aangezien er (vooralsnog) niet bij of krachtens algemene maatregel van bestuur is voorzien in verdere ontheffing van de inburgeringsplicht als bedoeld in artikel 6 lid 2 onderdeel a Wet inburgering, is ontheffing van de inburgeringsplicht op grond van artikel 6 lid 2 onderdeel a Wet inburgering immers niet mogelijk.
Het college van burgemeester en wethouders,
Gelet op artikel 5.3, eerste lid, Besluit inburgering en artikel 2 Verordening Wet Inburgering Helmond 2007
Vast te stellen de invulling van richtlijn nr. W021 Verstrekking informatie aan opgeroepen personen
Richtlijn nr. W021 wordt als volgt ingevuld:
Bij de eerste inschrijving bij de Stadswinkel en tijdens het intakegesprek door Werk & Inkomen wordt informatie verstrekt. Tijdens deze contactmomenten krijgt de inburgeringsplichtige de gelegenheid al zijn vragen te stellen en ontvangt hij schriftelijke gegevensbronnen die hij later nog eens na kan lezen (Inburgeringsagenda 2008-2009; gemeentelijke bijlagen nr.GB02).
De persoon wordt ook gewezen op de rechten en plichten met betrekking tot de inburgeringsverplichting.
Tevens gelden onderstaande aspecten.
De invulling van deze richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad.
In deze richtlijn is het gemeentelijke beleid inzake de verstrekking van informatie aan opgeroepen personen opgenomen.
Deze richtlijn is in het handboek WI te vinden in: paragraaf W9.1 onderdeel 2.5.
Indien uit het onderzoek (de intake) blijkt dat de opgeroepen persoon niet aan de inburgeringsplicht heeft voldaan, dient het college de opgeroepen persoon op grond van artikel 5.3 lid 1 Besluit inburgering te informeren over de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige die uit de Wet inburgering voortvloeien. Dat betreft bijvoorbeeld informatie over de plicht om mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving te verwerven en ervoor zorg te dragen dat het inburgeringsexamen wordt behaald binnen de termijn van drieënhalf dan wel vijf jaar, over het inburgeringsexamen en het niveau dat moet worden behaald om te slagen voor de onderdelen Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving, over de termijn van drie jaar waarbinnen het inburgeringsexamen moet zijn behaald om voor een (kostengerelateerde of forfaitaire) vergoeding van de IB-groep als bedoeld in artikel 18 lid 1 Wet inburgering in aanmerking te komen, over de regels die betrekking hebben op de bestuurlijke boete, over mogelijke verblijfsrechtelijke gevolgen indien niet voldaan wordt aan de inburgeringsplicht enzovoorts.
Het college van burgemeester en wethouders,
Gelet op artikel 25, vierde lid, 29, 34 en 35 Wet inburgering en artikel 9 en 10 Verordening Wet Inburgering Helmond 2007
Vast te stellen de invulling van richtlijn nr. W022 Boete bij niet op oproep verschijnen of medewerking aan onderzoek verlenen
Richtlijn nr. W022 wordt als volgt ingevuld:
Het beleid is neergelegd in artikel 9 en artikel 10 van de Verordening Wet Inburgering Helmond 2007.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 125,-- indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is, geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek als bedoeld in artikel 25, vierde lid van de wet.
De bestuurlijke boete voor overtredingen als hiervoor bedoeld bedraagt ten hoogste € 250,-- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.
Zie ook het document Uitleg beschikkingen (gemeentelijke bijlagen nr.GB08) voor procedurevoorschriften bij het opleggen van een bestuurlijke boete.
De invulling van deze richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad.
Deze richtlijn bevat het gemeentelijke beleid inzake de boete wegens het niet op oproep van het college verschijnen of het niet of onvoldoende medewerking verlenen aan het onderzoek (de intake).
Deze richtlijn is in het handboek WI te vinden in: paragraaf W9.3 onderdeel 2.1.
Ter zake van overtreding van artikel 25 lid 4 Wet inburgering, dus wanneer de opgeroepen (vermoedelijk) inburgeringsplichtige niet verschijnt of geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek (de intake), legt het college een bestuurlijke boete op (artikel 29 Wet inburgering).
Deze boete bedraagt ten hoogste € 250,00. Dit volgt uit artikel 34 Wet inburgering. De gemeenteraad stelt bij verordening het bedrag vast van de bestuurlijke boete die voor deze overtreding kan worden opgelegd (artikel 35 Wet inburgering). Daarbij dient de gemeenteraad de in artikel 34 Wet inburgering neergelegde maximering van de boetes in acht te nemen. De gemeenteraad stelt bij verordening het bedrag vast van de bestuurlijke boete die voor deze overtreding kan worden opgelegd (artikel 35 Wet inburgering). Daarbij dient de gemeenteraad de in artikel 34 Wet inburgering neergelegde maximering van de boetes in acht te nemen.
Het college van burgemeester en wethouders,
Gelet op artikel 23, eerste lid, 30, 34 en 35 Wet inburgering en artikel 9 en 10 Verordening Wet Inburgering Helmond 2007
Vast te stellen de invulling van richtlijn nr. W023 Boete bij geen medewerking verlenen aan uitvoering inburgeringsvoorziening
Richtlijn nr. W023 wordt als volgt ingevuld:
Het beleid is neergelegd in artikel 9 en 10 van de Verordening Wet Inburgering Helmond 2007.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250,-- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 6 van de verordening.
De bestuurlijke boete voor overtredingen als hiervoor bedoeld bedraagt ten hoogste € 500,-- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.
Zie ook het document Uitleg beschikkingen (gemeentelijke bijlagen nr.GB08) voor procedurevoorschriften bij het opleggen van een bestuurlijke boete.
De invulling van deze richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad.
Deze richtlijn bevat het gemeentelijke beleid inzake de boete wegens het geen medewerking verlenen aan de uitvoering van de inburgeringsvoorziening of de taalkennisvoorziening.
Deze richtlijn is in het handboek WI te vinden in: paragraaf W9.3 onderdeel 2.1.
Aan de inburgeringsplichtige voor wie het college een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening heeft vastgesteld, legt het college ingevolge artikel 30 Wet inburgering een bestuurlijke boete op ter zake van het geen medewerking verlenen aan de uitvoering van de voorziening (artikel 23 lid 1 Wet inburgering). Deze medewerking kan verschillende vormen aannemen, zoals het volgen van de lessen en het afleggen van het inburgeringsexamen binnen een bepaalde termijn na afloop van de voorziening. Het college heeft de beleidsruimte om de vorm van deze medewerking te bepalen.
Deze boete bedraagt ten hoogste € 500,00. Dit volgt uit artikel 34 Wet inburgering.
Het college van burgemeester en wethouders,
Gelet op artikel 23, derde lid, 30, 34 en 35 Wet inburgering en artikel 9 en 10 Verordening Wet Inburgering Helmond 2007
Vast te stellen de invulling van richtlijn nr. W024 Boete bij handelen in strijd met de regels uit de verordening
Richtlijn nr. W024 wordt als volgt ingevuld:
Het beleid is neergelegd in artikel 9 en 10 van de Verordening Wet Inburgering Helmond 2007.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250,-- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 6 van de verordening.
De bestuurlijke boete voor overtredingen als hiervoor bedoeld bedraagt ten hoogste € 500,-- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.
Zie ook het document Uitleg beschikkingen (gemeentelijke bijlagen nr.GB08) voor procedurevoorschriften bij het opleggen van een bestuurlijke boete.
De invulling van deze richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad.
Deze richtlijn bevat het gemeentelijke beleid inzake de boete wegens het handelen in strijd met de door de gemeenteraad bij verordening gestelde regels over de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige.
Deze richtlijn is in het handboek WI te vinden in: paragraaf W9.3 onderdeel 2.3.
Aan de inburgeringsplichtige voor wie het college een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening heeft vastgesteld, legt het college ingevolge artikel 30 Wet inburgering een bestuurlijke boete op ter zake van het handelen in strijd met de door de gemeenteraad bij verordening gestelde regels over de rechten en plichten van die inburgeringsplichtige (artikel 23 lid 3 Wet inburgering).
Deze boete bedraagt ten hoogste € 500,00. Dit volgt uit artikel 34 Wet inburgering. De gemeenteraad stelt bij verordening het bedrag vast van de bestuurlijke boete die voor deze overtreding kan worden opgelegd (artikel 35 Wet inburgering). Daarbij dient de gemeenteraad de in artikel 34 Wet inburgering neergelegde maximering van de boetes in acht te nemen.
Het college van burgemeester en wethouders,
Gelet op artikel 31, 32, 33, 34 en 35 Wet inburgering en artikel 9, derde lid, Verordening Wet Inburgering Helmond 2007
Vast te stellen de invulling van richtlijn nr. W025 Boete bij verzuim vaardigheden en kennis te verwerven en tijdig examen te behalen.
Richtlijn nr. W025 wordt als volgt ingevuld:
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 50,-- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald (artikel 9 lid 3 Verordening Wet Inburgering Helmond 2007).
Zie ook het document Uitleg beschikkingen (gemeentelijke bijlagen nr.GB08) voor procedurevoorschriften bij het opleggen van een bestuurlijke boete.
De invulling van deze richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad.
Deze richtlijn bevat het gemeentelijke beleid inzake de boete wegens het verzuim vaardigheden en kennis te verwerven en tijdig, dat wil zeggen binnen drieënhalf jaar of vijf jaar of de op grond van artikel 31 lid 2 onderdeel a Wet inburgering verlengde termijn, het inburgeringsexamen te behalen.
Deze richtlijn is in het handboek WI te vinden in: paragraaf W9.3 onderdeel 2.4.
Ter zake van het verzuim mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse samenleving te verwerven en het inburgeringsexamen te behalen binnen drieënhalf jaar of vijf jaar of de op grond van artikel 31 lid 2 onderdeel a Wet inburgering verlengde termijn, legt het college een bestuurlijke boete op (artikel 31 lid 1 Wet inburgering).
De hoogte van de boete bedraagt ten hoogste € 500,00. Dit volgt uit artikel 34 Wet inburgering. De gemeenteraad stelt bij verordening het bedrag vast van de bestuurlijke boete die voor deze overtreding kan worden opgelegd (artikel 35 Wet inburgering). Daarbij dient de gemeenteraad de in artikel 34 Wet inburgering neergelegde maximering van de boetes in acht te nemen.
Het college van burgemeester en wethouders,
Gelet op artikel 31, 32, 33, 34 en 35 Wet inburgering en artikel 10, derde lid, Verordening Wet Inburgering Helmond 2007
Vast te stellen de invulling van richtlijn nr. W026 Boete bij verzuim examen binnen verlengingstermijn te behalen.
Richtlijn nr. W026 wordt als volgt ingevuld:
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 100,-- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald (artikel 10 lid 3 Verordening Wet Inburgering Helmond 2007).
Zie ook het document Uitleg beschikkingen (gemeentelijke bijlagen nr.GB08) voor procedurevoorschriften bij het opleggen van een bestuurlijke boete.
De invulling van deze richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad.
Deze richtlijn bevat het gemeentelijke beleid inzake de boete wegens het verzuim het inburgeringsexamen te behalen binnen de verlengingtermijn (niet zijnde de op artikel 31 lid 2 onderdeel a Wet inburgering gebaseerde verlenging van de termijn van drieënhalf jaar of vijf jaar).
Deze richtlijn is in het handboek WI te vinden in: paragraaf W9.3 onderdeel 2.5.
Vooropgesteld moet worden dat onder verlengingtermijn waarvan hier sprake is, niet wordt bedoeld de verlenging op grond van artikel 31 lid 2 onderdeel a Wet inburgering van de termijn van drieënhalf jaar of vijf jaar. Op inburgeringsplichtigen die het inburgeringsexamen niet behalen binnen deze verlengingtermijn is de boete uit paragraaf W9.3 onderdeel 2.4 van toepassing.
Ter zake van het verzuim het inburgeringsexamen te behalen binnen de krachtens artikel 32 Wet inburgering vastgestelde termijn, de termijn dus van maximaal twee jaar waarmee de eerdere termijn verlengd kan worden, legt het college een boete op (artikel 33 lid 1 Wet inburgering).
Deze boete bedraagt ten hoogste € 1.000,00. Dit volgt uit artikel 34 Wet inburgering. De gemeenteraad stelt bij verordening het bedrag vast van de bestuurlijke boete die voor deze overtreding kan worden opgelegd (artikel 35 Wet inburgering). Daarbij dient de gemeenteraad de in artikel 34 Wet inburgering neergelegde maximering van de boetes in acht te nemen. RICHTLIJN NR. A003 INBURGERING INBURGERAARS IN DE ZIN VAN HET BESLUIT BDU-SIV
Het college van burgemeester en wethouders,
Gelet op het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid (Besluit BDU-SIV).
Vast te stellen de invulling van richtlijn nr. A003 Inburgering inburgeraars in de zin van het Besluit BDU-SIV
Richtlijn nr. A003 wordt als volgt ingevuld:
De gemeente Helmond heeft de keuze gemaakt om zo breed mogelijk invulling te geven aan de Wet inburgering. Dat betekent dat niet alleen inburgeringsplichtigen, maar ook vrijwillige inburgeraars een aanbod kunnen krijgen. Ook werkende inburgeraars, EU-burgers, en zelfmelders kunnen een aanbod krijgen.
Deze informatie is ontleend aan de Inburgeringsagenda 2008-2009. Zie voor een overzicht van de wettelijke definitie van inburgeraar ook het document Wie is inburgeringsbehoeftig? (vrijwillige inburgering).
De invulling van deze richtlijn treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad.
Deze richtlijn bevat het gemeentelijke beleid inzake de inburgering van inburgeraars in de zin van het Besluit BDU-SIV.
Deze richtlijn is in het handboek WI te vinden in: paragraaf A1.2 onderdeel 2.1.
De Minister belast met de coördinatie van het Grotestedenbeleid verstrekt voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2009 aan een tot de G31 behorende gemeente een brede doeluitkering ten behoeve van de uitvoering van het zogeheten meerjaren ontwikkelingsprogramma. Dat volgt uit (onder meer) artikel 3 onderdeel a Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid (Besluit BDU-SIV).
In 2005 heeft het Rijk met elke G31-gemeente een convenant Grotestedenbeleid 2005-2009 gesloten. Hierin zijn prestatieafspraken opgenomen op basis van het door de G31-gemeente vastgestelde meerjaren ontwikkelingsprogramma.
Het college van burgemeester en wethouders,
Gelet op artikel 6, tweede lid, onderdeel a Wet inburgering (WI), artikel 2.8a Besluit inburgering
Vast te stellen de invulling van richtlijn W053 Ontheffing bij voldoende ingeburgerd zijn
Richtlijn W053 wordt als volgt ingevuld:
Ontheffing indien voldoende ingeburgerd
Vreemdelingen die aantoonbaar voldoende zijn ingeburgerd, kunnen op grond van artikel 2.8a Besluit inburgering in aanmerking komen voor ontheffing van de inburgeringsplicht.
De belanghebbende zal aannemelijk moeten maken dat hij voldoende is ingeburgerd en het college zal toetsen of de belanghebbende voldoende is ingeburgerd.
Er zijn geen temporale beperkingen: de belanghebbende kan op elk moment een ontheffing aanvragen bij het college.
Deze ontheffing geldt als uitzondering op de algemene inburgeringsplicht. Hoewel alle inburgeringsplichtigen die van mening zijn dat zij voldoende ingeburgerd zijn een beroep kunnen doen op de ontheffing vanwege voldoende inburgering, zijn er criteria opgesteld wanneer een inburgeraar daadwerkelijk in aanmerking kan komen voor deze ontheffing.
Deze groep inburgeraars moet vervolgens aan alle onderstaande criteria voldoen om ontheven te kunnen worden van de inburgeringsplicht.
Inburgeringsplichtige hanteert de Nederlandse taal op tenminste A2-niveau voor alle vaardigheden (nieuwkomer) en voor een oudkomer A1 niveau op de onderdelen schrijven en lezen en A2-niveau voor de onderdelen spreken en luisteren, en onderbouwt dit met zo veel als mogelijk met documenten en referenties.
(Het is mogelijk dat de inburgeraar documenten (die weliswaar niet als vrijstellingsgrond worden erkend) kan overleggen die aantonen dat hij met goed gevolg een opleiding/cursus heeft gevolgd, zoals vakopleidingen en bedrijfscursussen. Uit deze documenten kan namelijk wel een voldoende mate van ingeburgerdheid blijken.)