Organisatie | Dordrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2019 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt "Verordening hondenbelasting 2018"
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 13-11-2018 | VBO/2166399 |
De RAAD van de gemeente Dordrecht;
gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 2 oktober 2018, kenmerk Nr. VBO/2166399;
overwegende, dat het noodzakelijk is om een nieuwe, integrale Verordening op de heffing en invordering van een belasting op honden vast te stellen in verband met wijziging van de tarieven;
gelet op de artikelen 216 en 226 van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2019
Onder de naam hondenbelasting wordt een directe belasting geheven op honden die binnen de gemeente worden gehouden.
Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen over aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het belastingjaar
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting respectievelijk de hogere belasting in verband met het aantal toegenomen honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, kan aanspraak worden gemaakt op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 3.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in gelijke termijnen van minimaal € 5,--, waarbij de laatste termijn vervalt op de laatste dag van de tiende maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de eerdere termijnen telkens een maand eerder.
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 november 2018.
De griffier, De voorzitter,
A.E.T. Wepster, A.W. Kolff
Toelichting Verordening Hondenbelasting 2019
De hondenbelasting kan worden gezien als een algemene belasting waarvan de opbrengst ten goede komt aan de algemene middelen. Voor de hoogte van de tarieven gelden geen beperkingen. De hondenbelasting had oorspronkelijk regulering tot doel: het aantal honden beperken in het belang van de openbare veiligheid en gezondheid. Het aspect 'openbare veiligheid en gezondheid' heeft in de loop van de tijd aan betekenis verloren. Gaandeweg is de hondenbelasting tot een meer fiscale heffing geworden. Hoewel de belasting juridisch niet als een bestemmingsbelasting, maar als een algemene belasting moet worden gekarakteriseerd, wordt zij in de gemeente Dordrecht ook ingezet voor de kosten, die zijn gemoeid met het de uitvoering van het hondenbeleid.
Hondenbelasting wordt geheven van de houders van één of meerdere honden. Indien een houder meerdere honden heeft, wordt per hond een hogere belasting geheven.
De tariefsaanpassingen vinden plaats conform het tariefbeleid dat eerder door u is vastgesteld. In aanvulling op het tariefsbeleid zoals u dat bij de Kaderbrief 2019 heeft vastgesteld voor de hondenbelasting (0% indexeren), hebben wij bij de tariefsaanpassing voor 2019 gehandeld in lijn met het door u bij de behandeling van de Begroting 2018 op 14 november 2017 aangenomen amendement "De vervuiler betaalt". Omdat het aantal geregistreerde honden de laatste jaren was gedaald is in 2017 gestart, mede op verzoek van uw raad en na signalen dat Dordrecht afweek van het landelijke gemiddelde voor hondenbezit, met een uitgebreide huis-aan-huiscontrole. Het controleren van één derde van het totale adressenbestand van de gemeente Dordrecht op de aanwezigheid van honden in 2017 leverde, in combinatie met de publiciteit, 765 honden die (nog) niet waren aangemeld. Na voortzetting van de controles in 2018 op de rest van het adressenbestand gaan we voor 2019 uit van een totaal van 6.350 honden (een verdere toename van 486 honden).
Uitgaande van het principe dat de totale inkomsten uit de hondenbelasting niet meer dan de kosten van het hondenbeleid dekken, moet het tariefvoorstel voor 2019 € 611.000 opleveren. In tegenstelling tot de verlaging van de hondenbelasting van 2018 die enkel is geeffectueerd op de eerste hond, dalen nu alle tarieven 1 . Hoewel we nog steeds een ontmoedigingsbeleid hanteren, om mensen niet meer dan één hond te laten nemen, stellen we voor de tariefsverlaging ditmaal te verwerken in alle tarieven van de Verordening hondenbelasting. Het is van belang om de tarieven enigszins in verhouding tot elkaar te houden.
*Tarieven zijn deelbaar door 12.
Middels het bij de behandeling van de Begroting 2018 op 14 november 2017 aangenomen amendement "De vervuiler betaalt" heeft de raad ervoor gekozen een deel van de systematiek van de totstandkoming van de tarieven hondenbelasting vast te leggen in artikel 3:
"De hoogte van de heffing wordt jaarlijks vastgesteld aan de hand van de afrekening Hondenbelasting van enig voorafgaand jaar, waarbij overschotten in de afrekening betekenen dat er een korting kan worden verstrekt op de hoogte van de belasting zoals genoemd in artikel 3.3; tekorten in de afrekening kunnen leiden tot een verhoging vande belastingheffing zoals is opgenomen in artikel 3.3."
Omdat de verordening hondenbelasting niet de fiscaal-juridisch juiste plek is om dit te doen is de tekst uit de verordening verwijderd met dien verstande dat deze tekst en daarmee de methodiek bij het actualiseren van de Nota Lokale Heffingen expliciet een plaats krijgt bij het onderdeel hondenbelasting.