Organisatie | Zeeland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende Openstellingsbesluit Uitvoering van LEADER-projecten Midden- en Noord-Zeeland en Zeeuws-Vlaanderen |
Citeertitel | Openstellingsbesluit Uitvoering van LEADER-projecten Midden- en Noord-Zeeland en Zeeuws-Vlaanderen |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Subsidie |
Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP-3) Zeeland, art. 1.3 en 3.3.1 tot en met 3.3.6
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-07-2020 | Besluit I, artikel 11 en 12 | 14-07-2020 | |||
10-12-2018 | 17-07-2020 | Nieuwe regeling | 13-11-2018 | 18928388 |
Besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland van 13 november 2018, kenmerk 18928388 tot openstelling van de regeling Uitvoering van LEADER-projecten uit de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP-3) Zeeland.
Gedeputeerde Staten van Zeeland;
Open te stellen de regeling Uitvoering van LEADER-projecten voor de uitvoering van de Lokale Ontwikkelingsstrategieën in het kader van LEADER als bedoeld in artikel 3.3.1 tot en met 3.3.6 van de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP-3) Zeeland – verder te noemen de Verordening subsidies POP-3 – voor de periode van 10 december 2018 tot en met 31 december 2020, 17.00 uur.
Onverminderd artikel 1.12 van de Verordening subsidies POP-3 kan subsidie worden verstrekt voor de onderstaande kosten gemaakt ter voorbereiding of uitvoering van projecten die passen binnen een LOS:
In aanvulling op artikel 3.3.6 van de Verordening subsidies POP-3 worden de aanvragen voor subsidie gerangschikt op basis van advies van de LAG. Indien de subsidie aangevraagd wordt door een LAG, de penvoerder van een LAG of door een samenwerkingsverband waarvan de LAG deel uitmaakt, worden de aanvragen gerangschikt op basis van een door Gedeputeerde Staten ingestelde adviescommissie POP-3.
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 van de Verordening subsidies POP-3 wordt subsidie geweigerd:
Artikel 9 aanvullende vereisten aan een subsidieaanvraag
Onverminderd hetgeen bepaald is in het tweede lid van artikel 1.7 van de Verordening subsidies POP-3 bevat de aanvraag om subsidie:
In het geval de cofinanciering niet afkomstig is van de provincie Zeeland maar van andere overheden, (een) intentie of besluit(en) over de toekenning van de cofinanciering. Het (de) besluit(en) moet(en) het subsidiebedrag, het steunpercentage, de subsidiabele kosten, het totale bedrag aan subsidiabele kosten, de naam van het project en de naam van de begunstigden vermelden. Ook dient er een verwijzing in te staan naar de Verordening subsidies POP-3 met een verklaring dat de subsidiebijdrage conform het bepaalde in de Verordening subsidies POP-3 wordt verstrekt.
Een aanvraag dient, om in het daaropvolgende kwartaal beoordeeld te worden door de LAG of door de adviescommissie POP-3, compleet en uiterlijk te worden ingediend op 31 maart 17.00 uur en 30 september 17.00 uur in 2019 en op 31 maart 17.00 uur, 24 juli 17.00 uur, 30 september 17.00 uur en 31 december 17.00 uur in 2020.
Gedeputeerde Staten hanteren op basis van de selectie door de LAG of door de adviescommissie POP-3 voor de rangschikking van de aanvragen als bedoeld in artikel 1.15 van de Verordening subsidies POP-3 de volgende criteria:
De projecten worden door de LAG of een door Gedeputeerde Staten ingestelde adviescommissie POP-3 beoordeeld op basis van de in artikel 17 genoemde selectiecriteria waarbij per criterium het volgend aantal punten wordt toegekend:
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Zeeland van 13 november 2018.
Drs. J.M.M. Polman, voorzitter
A.W. Smit, secretaris
Uitgegeven 22 november 2018
De secretaris A.W. Smit
Op basis van dit openstellingsbesluit kan subsidie worden verleend voor activiteiten die een bijdrage leveren aan de doelen van de Lokale ontwikkelingsstrategieën van respectievelijk Midden- en Noord- Zeeland en Zeeuws-Vlaanderen.
De Lokale ontwikkelingsstrategie van Midden- en Noord-Zeeland en Zeeuws-Vlaanderen zijn te raadplegen op de website van de Provincie Zeeland https://www.zeeland.nl/subsidie-aanvragen/pop3 onder ‘Meer informatie LEADER Midden- en Noord- Zeeland’ en ‘Meer informatie LEADER Zeeuws-Vlaanderen.
Voor het LEADER gebied Midden- en Noord-Zeeland adviseert de Lokale actiegroep Midden- en Noord-Zeeland over de ingediende aanvragen om subsidie. Voor het LEADER gebied Zeeuws-Vlaanderen adviseert de Lokale actiegroep Zeeuws Vlaanderen over de ingediende aanvragen om subsidie. Een door Gedeputeerde Staten ingestelde adviescommissie POP-3 adviseert over subsidie aanvragen wanneer de aanvraag ingediend wordt door een LAG, de penvoerder van een LAG of een samenwerkingsverband waarvan de LAG deel uitmaakt.
Alleen aanvragen om subsidie die, blijkens de beoordelingsformulieren, minimaal in voldoende mate een bijdrage leveren aan de doelstellingen van de Lokale ontwikkelingsstrategie komen voor subsidie in aanmerking.
Voor samenwerkingsverbanden geldt artikel 1.6 van de Verordening subsidies POP-3.
Overeenkomstig het bepaalde in de Verordening subsidies POP-3 geldt voor de hieronder genoemde kostensoorten het volgende:
De kosten van bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende zaken
Indien de bijdrage in natura bestaat uit de verstrekking van gronden of onroerende goederen is de bijdrage, in afwijking van het tweede lid, onderdeel c, slechts subsidiabel indien de waarde is getaxeerd en gecertificeerd door een onafhankelijke gekwalificeerde deskundige of hiertoe gemachtigde officiële instantie.
De waarde van onbetaalde arbeid van vrijwilligers wordt gewaardeerd op € 22 per uur. Deze bedragen worden niet aan de vrijwilligers uitgekeerd maar gelden als eigen bijdrage in de financiering van het project. De totale bijdrage in natura mag daarom niet groter zijn dan de eigen bijdrage van de aanvrager in het project.
Artikel 6 hoogte van de subsidie
Om voor subsidie in aanmerking te komen zal per project minimaal sprake moeten zijn van een subsidie van € 40.000 en maximaal € 300.000. Indien de subsidiabele activiteiten -economische activiteiten- betreffen in staatssteunrechtelijke zin, dan kan voor deze activiteiten de subsidie niet hoger zijn dan het daarvoor geldende maximum van € 200.000, zoals de de-minimis verordening dit voorschrijft.
De subsidie bedraagt 60% van de totale subsidiabele kosten, bestaande uit ELFPO (50%) en een subsidie van een nationale overheid (50%). 40% van de subsidiabele kosten komen voor rekening van de aanvrager evenals de niet-subsidiabele kosten.
Als de aanvrager minder overheidsfinanciering aanvraagt dan 60% van de totale subsidiabele kosten, wordt dit bedrag beschouwd als de maximale overheidsfinanciering.
Bij de aanvraag om subsidie dient een verplichte cofinancieringsverklaring van een nationale overheidsorganisatie gevoegd te worden.
Er geldt een maximale uitvoeringstermijn van twee jaren. Voor LEADER Midden- en Noord-Zeeland geldt dat een project moet plaatsvinden in Walcheren, Noord- en Zuid-Beveland, Schouwen-Duiveland, Tholen of St Philipsland of dat de resultaten aantoonbaar in genoemde gebieden terecht komt. Voor LEADER Zeeuws-Vlaanderen geldt dat een project moet plaatsvinden in Zeeuws-Vlaanderen of dat de resultaten aantoonbaar in Zeeuws-Vlaanderen terecht komt.
De projecten die voor de in artikel 12 genoemde data zijn ingediend, worden door de LAG/adviescommissie POP-3 beoordeeld in het daaropvolgende kwartaal. De LAG/adviescommissie POP-3 selecteert de beste projecten die in de voorafgaande periode zijn ingediend aan de hand van de in artikel 14 genoemde puntenmethodiek, te beginnen in het tweede kwartaal van 2019.
Met behulp van de selectiecriteria wordt beoordeeld in hoeverre het project tegemoet komt aan de doelen van de LOS. Een project kan bijdragen aan één of meerdere doelen. Het gaat hierbij om kwaliteit van de mate van bijdrage, niet om de kwantiteit (aantal) doelen waaraan wordt bijgedragen. Voor Midden- en Noord-Zeeland zijn deze doelen:
Voor Zeeuws-Vlaanderen zijn deze doelen:
Vrijetijdseconomie maakt deel uit van bovengenoemde doelen van Zeeuws-Vlaanderen.