Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | FINANCIËLE VERORDENING GEMEENTE VENLO 2018 |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Venlo 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-11-2018 | 09-11-2018 | 1384642 |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
Directe kosten: kosten welke rechtstreeks aan een product of dienst kunnen worden toegerekend (oorzakelijk verband en duidelijke 1 op 1 relatie). Het zijn kosten waarbij reeds bij hun ontstaan het oorzakelijke verband met het product bekend is. Voorbeelden: Subsidies, uitkeringen, bijdragen aan maatschappelijke partners.
Extracomptabele administratie: bij extracomptabele verwerking van gegevens worden deze niet in de boekhouding verwerkt, maar op een andere manier, bijvoorbeeld in afzonderlijke lijsten, of in een spreadsheetprogramma. Het gaat buiten de centrale boekhouding om. De (financiële) gegevens van het bedrijf of organisatie worden buiten het grootboeksysteem om verwerkt (buiten de verslaglegging om).
Overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt;
HOOFDSTUK 2 BEGROTING EN VERANTWOORDING
De momenten van raadsbehandeling van de P&C documenten maken onderdeel uit van de jaarlijks op te stellen raadsagenda. Deze wordt voor aanvang van het nieuwe jaar door de raad vastgesteld. Tussentijdse afwijkingen hierop worden tijdig voorgelegd aan het presidium.
Het college biedt voorafgaande aan de nieuwe bestuurlijke planning- en controlcyclus aan de raad jaarlijks een nota aan waarin de beleidsmatige en budgettaire kaders worden bepaald voor de ontwerpbegroting. De raad stelt de Kadernota vast.
Artikel 4 Voortgangsrapportage en informatie
Het college informeert de raad via de voortgangsrapportage als ze verwacht dat de lasten op programmaniveau aan het eind van het jaar de geautoriseerde lasten mogelijk overschrijden als gevolg van kostenoverschrijdingen die passen binnen bestaand beleid. Deze prognose wordt niet vertaald in een begrotingswijziging.
Artikel 6 Herziening verordeningen en beleidsnota’s
Voor alle in deze verordening genoemde andere verordeningen en beleidsnota’s geldt dat tenminste éénmaal per vier jaar in afstemming met de auditcommissie of een afvaardiging van de raad een advies wordt uitgebracht of en zo ja, op welke onderdelen een evaluatie of actualisatie gewenst is.
Artikel 7 Beleidsverantwoording
In beleidsnota’s wordt standaard ingegaan op de beantwoording van de 3 W-vragen: wat willen we bereiken, wat gaan we daarvoor doen en wat mag het kosten. Hiermee wordt het verband met de (structuur) visies en de raadsprogramma’s zichtbaar. Dit draagt bij aan het goed kunnen verantwoorden van beleidskeuzes aan de samenleving.
Artikel 8 Investerings- en afschrijvingsbeleid
Het college biedt een beleidsnota ‘Investeringsbeleid’ aan. De nota wordt vastgesteld door de raad en bevat in ieder geval:
Artikel 9 Reserves en voorzieningen
Het college biedt een nota reserves en voorzieningen aan. De raad stelt de nota vast. De nota behandelt in ieder geval:
Het college verschaft de raad bij vaststelling van de Programmabegroting, jaarrekening en de voortgangsrapportages inzicht in het verloop van de reserves en voorzieningen.
Artikel 11 Kostprijsberekening en kostentoerekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa (de zogenaamde indirecte kosten) betrokken.
In afwijking van het achtste lid wordt bij een verstrekte lening voor de bepaling van de rentekosten van de inzet van vreemd vermogen in de kostprijs uitgegaan van de rente van de lening die voor de financiering van de verstrekte lening is aangetrokken. Deze rente wordt verhoogd met een opslag voor het debiteurenrisico.
Artikel 13 Financieringsfunctie
Het college stelt aanvullend op het gestelde onder lid 1 t/m 4 regels op ter uitvoering van de financieringsfunctie en legt deze regels, alsmede de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening vast in een besluit treasurystatuut. Dit statuut wordt ter kennisgeving verzonden aan de raad.
Artikel 14 Financiële kengetallen
Voor de in het BBV opgenomen financiële kengetallen gelden onderstaande streefwaarden:
De kengetallen zullen altijd in samenhang bezien moeten worden, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een beeld geven van de financiële positie. De kengetallen moeten dan ook niet gebruikt worden als norm maar vooral als streefwaarde waarbij een ambitie op hoofdlijn wordt uitgesproken. Dit laatste is vooral bedoeld om een gefundeerd debat met elkaar te kunnen voeren voor het bereiken van de maatschappelijke doelstellingen in relatie tot de financiële positie.
Artikel 15 Weerstandsvermogen en risicomanagement
Het college biedt een nota risicomanagement en weerstandsvermogen aan. De raad stelt de nota vast.
Artikel 17 Grond- en vastgoedbeleid
Tenminste eenmaal per vier jaar - in ieder geval na aanvang van een nieuwe raadsperiode - biedt het college de raad ter vaststelling een aanvullende beleidsnota aan, waarin de strategische visie wordt beschreven hoe het grond- en overig vastgoedbeleid wordt ingezet om gemeentelijke doelstellingen te realiseren.
Grondexploitaties. Voor de voorbereiding en uitvoering van grondexploitaties met investeringen onder een bepaald plafondbedrag worden via de programmabegroting verzamelkredieten beschikbaar gesteld. In de nota grondbedrijf en vastgoed worden zowel het plafondbedrag als de omvang van de verzamelkredieten nader onderbouwd.
HOOFDSTUK 5 FINANCIËLE ORGANISATIE EN ADMINISTRATIE
Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
HOOFDSTUK 6 FINANCIËLE SPELREGELS
Artikel 21 Financiële uitgangspunten
Bij het opstellen van de Programmabegroting gelden de volgende financiële uitgangspunten: