Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening vouchers Haarlemse bewonersinitiatieven |
Citeertitel | Subsidieverordening vouchers Haarlemse bewonersinitiatieven |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bewonersinitiatief, integratie, leefbaarheid, subsidie, sociale cohesie, subsidie, voucher, vouchersysteem, wijk |
Geen
Gemeentewet, art. 149
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-02-2009 | 01-10-2008 | Nieuwe regeling | 12-02-2009 Stadskrant, 19-02-2009 | 025/2009 |
Gelezen het voorstel van het college van 6 januari 2009, nr. 2008/229325; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht; overwegende dat de minister voor Wonen, Wijken en Integratie het van belang acht dat bewoners van wijken die met problemen kampen de gelegenheid krijgen om met initiatieven te komen om de leefbaarheid van hun wijk te verbeteren; dat de fondsbeheerders van het Gemeentefonds daartoe jaarlijks ten behoeve van de G31-gemeenten een integratie-uitkering storten in het Gemeentefonds; en dat het voor de gemeente noodzakelijk is om regels te stellen voor de subsidieverstrekking aan bewoners uit deze integratie-uitkering; is vastgesteld de: Subsidieverordening vouchers Haarlemse bewonersinitiatieven
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder:
Het verstrekken van vouchers kan worden geweigerd, indien gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:
De fondsbeheerders van het Gemeentefonds storten ten behoeve van de G31-gemeenten een bedrag van € 10 miljoen als integratie-uitkering in het Gemeentefonds. Dit biedt de bewoners van de wijken die met problemen kampen de gelegenheid met initiatieven te komen om de leefbaarheid in hun wijk te verbeteren en de sociale cohesie te versterken. Deze initiatieven
zullen worden gefinancierd door de uitgifte van vouchers (waardebonnen) die bij de gemeente kunnen worden ingediend om de producten en diensten ter uitvoering van de initiatieven te bekostigen.
Om er zeker van te zijn dat de bewonersbudgetten bij de bewoners terecht komt, heeft de minister voor Wonen, Wijken en Integratie (WWI) aan de Tweede Kamer toegezegd dat er een modelverordening wordt ontwikkeld voor de G31-gemeenten voor de implementatie van het vouchersysteem.
De contouren van het vouchersysteem zijn opgezet door het Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken (LSA). Dit systeem geeft bewoners zeggenschap over de keuze, de financiering en de uitvoering van hun initiatief. Het gaat hierbij nadrukkelijk om initiatieven van onderop, van
De modelverordening is aan de hand van bovenstaande beleidslijnen en voorbeelden van subsidieverordeningen en regels voor wijkbudgetten opgesteld in samenspraak met het Directoraat-Generaal WWI, het LSA, de Woonbond en een representatieve vertegenwoordiging van de G31-gemeenten.
In aanvulling op de algemene toelichting zijn hieronder, voor zover nodig, de onderdelen van de
verordening artikelsgewijs toegelicht.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Een voucher is een subsidie in de zin van artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De algemene bepalingen van de Awb zijn hierop van toepassing. In aanvulling daarop zijn de specifieke bepalingen van deze verordening op de voucher van toepassing.
Vouchers zijn waardebonnen met een tegenwaarde van maximaal € 5.000, - per stuk. Indien gewenst, kan deze tegenwaarde ook lager zijn, afhankelijk van het gevraagde bedrag. Voor een initiatief kunnen ook meerdere vouchers worden ingezet. De vouchers kunnen alleen bij de gemeente worden ingewisseld.
De voucherregeling is bedoeld voor alle initiatieven die de leefbaarheid van de wijk, buurt of straat vergroten. Vele initiatieven zijn denkbaar: verbeteren van de veiligheid van een plein of park, project voor jongeren die werkloos zijn, maatregelen om overlast van jongeren terug
te dringen, speelplekken, hangplekken, buurtkrant, website van de wijk, wijkfeest, sportdag, bekostigen beplanting en bloembakken, presentjes voor nieuwe bewoners in de wijk, opstellen leefregels buurt, inhuren van onafhankelijke bewonersondersteuning voor bijvoorbeeld woonwensonderzoek, second opinion bij sloop of renovatie en nieuwe
manieren om alle bewoners bij de wijk te betrekken.
De voucherregeling kan niet worden benut voor puur individuele projecten als het opknappen van een woonhuis van een bewoner. Zie in dit verband de weigeringsgrond van artikel 6, onderdeel c.
De aanvrager of initiatiefnemer is altijd een individuele bewoner of een groep van bewoners uit een aangewezen wijk.
Als het gaat om een groep bewoners, is de organisatievorm daarvan niet van belang, wel de doelstelling van deze groep. Het kan hierbij zowel om bestaande groepen of bewonersorganisaties gaan, als speciaal voor het initiatief opgerichte groepen.
De vouchers kunnen niet aan professionele instellingen of bedrijven worden gegeven.
De doelstelling van de initiatiefnemer, individuele bewoner of bewonersgroep, moet zijn de leefbaarheid van de bewoners van de wijk te verbeteren. Deze doelstelling hoeft niet formeel te zijn vastgelegd, maar kan bijvoorbeeld blijken uit het voorgedragen projectplan.
Het college is vrij in de keuze van de wijken. De keuze is dus niet beperkt tot de zogenaamde GSB-aandachtswijken. De aanwijzing van een of meer wijken is alleen geldig voor het budget dat in 2008 beschikbaar komt. In 2009 moet opnieuw een aanwijzing plaatsvinden. Dat kan dezelfde
wijk of een andere zijn, of een combinatie daarvan.
Bij aanwijzing van meer dan een wijk is het college vrij in de verdeling van het bedrag van de integratie-uitkering over de aangewezen wijken. Het toegekende bedrag kan dus per wijk verschillen.
Met dit artikel wordt voldaan aan artikel 4:25 van de Awb waarin is bepaald dat het subsidieplafond bij of krachtens wettelijk voorschrift wordt vastgesteld. Hiermee wordt voorkomen dat bij het indienen van meerdere initiatieven het maximale budget wordt overschreden.
Het subsidieplafond kan worden gelijkgesteld aan de hoogte van de integratie-uitkering, eventueel verminderd met de beheerskosten op grond van het derde lid.
Artikel 3 Reikwijdte van de verordening
Deze verordening is uitsluitend van toepassing op de integratie-uitkering uit het Gemeentefonds. Dit laat onverlet dat de algemene regels van de Awb ook van toepassing zijn. Zie ook de toelichting op artikel 1, onder a.
Indien de gemeente een Algemene subsidieverordening (ASV) heeft, is daarin waarschijnlijk bepaald dat de ASV voor alle subsidievormen geldt. Om te voorkomen dat de ASV ook op deze subsidieverordening van toepassing is, is het tweede lid opgenomen.
Het initiatief moet al een redelijk uitgewerkt plan zijn. Daarom zijn onder a tot en met d een aantal verplichte indieningvereisten opgenomen als omschrijving, uitvoering, planning en kostenraming van het initiatief. Zie voor de mogelijke vormen van initiatieven de toelichting op artikel 1, onderdeel b.
Indien het initiatief niet voldoet aan de indieningvereisten van het tweede lid, kan het college om aanvulling vragen. Hierbij kan de initiatiefnemer ook actief worden ondersteund om het initiatief goed uit te werken.
Artikel 5 Verstrekking vouchers
De vouchers worden verstrekt aan de initiatiefnemer. Initiatiefnemer zijn individuele bewoners of een bewonersgroep. Indien sprake is van een individuele bewoner als initiatiefnemer, dan worden de vouchers op naam van deze individuele bewoner gezet.
Bij een bewonersgroep als initiatiefnemer zijn er twee mogelijkheden. Indien de groep rechtspersoonlijkheid heeft, worden de vouchers op naam van deze rechtspersoon gezet. Indien de groep geen rechtspersoonlijkheid heeft, worden de vouchers op naam van een natuurlijk persoon gezet, zijnde de contactpersoon van deze groep bewoners.
Het is van belang om een digitale raadpleging op korte termijn te organiseren. Dit is in de eerste plaats van belang om te voorkomen dat het enthousiasme waarmee het initiatief is ingediend, zou verdampen. In de tweede plaats geldt dat bij te lang uitblijven van de digitale raadpleging het
subsidieplafond zou kunnen worden bereikt, doordat initiatieven tot € 10.000, - zonder digitale raadpleging kunnen worden gehonoreerd.
Een aanvraag kan ook gedeeltelijk worden ingewilligd en gedeeltelijk worden geweigerd.
De weigering van een aanvraag om een voucher dient uiteraard gemotiveerd te worden met vermelding van de weigeringsgrond.
Beheer en onderhoud van fysieke verbeteringen van de leefomgeving (zoals kinderspeelplaatsen en hangplekken) is noodzakelijk om verloedering tegen te gaan. Vaak is het beheer en onderhoud echter een struikelblok bij het verwezenlijken van goede initiatieven. Het is daarom van belang dat in de aanvraag (het initiatief) wordt aangegeven hoe het beheer en onderhoud is
gewaarborgd. De initiatiefnemers kunnen hiervoor zelf borg staan, de gemeente kan beslissen om het beheer en onderhoud op zich te nemen of een derde partij, zoals een corporatie of commercieel bedrijf, kan hierin een rol spelen. Een combinatie van deze opties is uiteraard ook mogelijk.
Artikel 7 Verplichtingen college
De informatieplicht van het eerste en tweede lid is bedoeld om draagvlak en betrokkenheid van de bewoners van de wijk, buurt of straat te waarborgen. Het initiatief is nadrukkelijk bedoeld voor het collectief belang van de wijk, buurt of straat.
Artikel 8 Verplichtingen van de initiatiefnemer
In het derde lid is uitdrukkelijk opgenomen dat de initiatiefnemer verantwoordelijk is voor het creëren van draagvlak onder de bewoners indien de aard van het initiatief dat noodzakelijk maakt. De doelgroep van het initiatief is immers in de regel groter dan alleen de initiatiefnemers.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
De datum van inwerkingtreding van de verordening is 1 oktober 2008. Indien gemeenten pas na 1 oktober 2008 de verordening door de raad laten vaststellen, dient de datum van inwerkingtreding op een later tijdstip te worden bepaald. Hierbij kan eventueel terugwerkende kracht worden verleend. Voorbeeld voor een dergelijke bepaling is: “Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking daarvan (en werkt terug tot en met 1 oktober 2008).”