Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maastricht

Regeling bewonersinitiatieven 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaastricht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling bewonersinitiatieven 2019
CiteertitelRegeling bewonersinitiatieven 2019
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

regeling vervangt de subsidieregeling bewonersinitiatiefgelden 2018

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Maastricht/CVDR410254/CVDR410254_1.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201931-12-2019nieuwe regeling

23-10-2018

gmb-2018-242969

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling bewonersinitiatieven 2019

 

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN MAASTRICHT,

 

gelet op artikel 15,vierde lid van de Verordening Subsidies Vrijwilligersactiviteiten Welzijn en Zorg 2017.

 

BESLUITEN

 

tot vaststelling van de volgende ‘Regeling Bewonersinitiatieven 2019’.

 

REGELING BEWONERSINITIATIEVEN 2019

behorende bij de Verordening SUBSIDIES VRIJWILLIGERSACTIVITEITEN WELZIJN EN ZORG 2017

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

ARTIKEL 1 DEFINITIES EN BEGRIPPEN

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Subsidie: hetgeen daaronder verstaan wordt in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • b.

    College van B&W: College van Burgemeester en Wethouders van de stad Maastricht.

  • c.

    Verordening: Verordening subsidies vrijwilligersactiviteiten welzijn en zorg 2017.

  • d.

    Subsidieplafond: hetgeen daaronder verstaan wordt in artikel 4:22 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • e.

    Bewonersinitiatief: een initiatief van een of meerdere bewoners die niet georganiseerd zijn in een stichting of vereniging, gericht op het bevorderen van de leefbaarheid in de buurt en/of het oplossen van een ervaren problematiek.

ARTIKEL 2 DOEL VAN DE REGELING

Deze subsidieregeling dient bij te dragen aan de realisatie van de volgende doelen:

  • 1.

    vitale en aantrekkelijke buurten;

  • 2.

    een samenleving waarin bewoners actief zijn en betrokken zijn bij hun medebewoners en leefomgeving en daarvoor ook hun verantwoordelijkheid nemen;

  • 3.

    bewoners in staat zijn zelfstandig deel te nemen aan de maatschappij.

Met deze subsidieregeling wil de gemeente Maastricht er aan bijdragen dat burgers meer betrokken raken bij elkaar, bij de buurt of stad en dat hun deelname aan het maatschappelijk leven toeneemt.

 

HOOFDSTUK 2 CRITERIA

ARTIKEL 3 ALGEMENE SUBSIDIECRITERIA

  • 1.

    Op deze regeling zijn de algemene subsidievoorwaarden, bedoeld in artikel 2 lid 1 sub a, b,c, d, f en g van de Verordening van toepassing.

  • 2.

    Het subsidieplafond voor deze regeling bedraagt € 50.000 voor 2019.

  • 3.

    Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het in lid 2 vastgestelde subsidieplafond is bereikt. De aanvraag waarmee het subsidieplafond zou worden overschreden, wordt zonder inhoudelijke beoordeling afgewezen.

  • 4.

    Indien het in lid 2 vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

  • 5.

    Het maximale subsidiebedrag per aanvraag bedraagt maximaal € 3.000. Aanvragen hoger dan dit maximumbedrag worden zonder inhoudelijke beoordeling afgewezen of, indien het initiatief c.q. activiteit uitvoerbaar blijft, gemaximeerd op € 3.000.

  • 6.

    Er kan slechts eenmaal subsidie worden verstrekt voor een initiatief c.q. activiteit.

  • 7.

    Indien er sprake is van wederzijdse afhankelijkheid tussen aanvragen, dan wordt deze als één aanvraag beoordeeld.

  • 8.

    Aanvragen die niet voldoen aan de subsidievoorwaarden worden afgewezen zonder (verdere) inhoudelijke beoordeling.

 

HOOFDSTUK 3 AANVRAAG, VASTSTELLING EN UITVOERINGSTERMIJN

ARTIKEL 4 DE AANVRAAG

  • 1.

    De aanvraag wordt ingediend uiterlijk 4 weken voor de aanvang van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2.

    De subsidieaanvraag dient uiterlijk op 15 december 2019 door de gemeente te zijn ontvangen.

  • 3.

    Een aanvraag die niet aan deze voorwaarden voldoet, wordt zonder (verdere) inhoudelijke beoordeling afgewezen.

  • 4.

    De subsidieaanvraag dient, op grond van artikel 4:5, eerste lid, aanhef en onder a en/of c, van de Algemene wet bestuursrecht, in elk geval te bevatten:

    • naam en adres van de aanvrager

    • de dagtekening

    • handtekening aanvrager

    • vermelding van aard en doel van het initiatief,

    • een onderbouwing van het draagvlak in de buurt of straat voor het initiatief

    • de gezochte samenwerking met andere bewoners/organisaties en

    • een begroting.

  • 5.

    Een subsidieaanvraag die niet aan de in lid 4 genoemde eisen voldoet, wordt buiten behandeling gesteld. De aanvrager zal eerst in de gelegenheid worden gesteld om binnen een gestelde termijn zijn aanvraag aan te vullen.

ARTIKEL 5 VASTSTELLING EN UITVOERINGSTERMIJN

  • 1.

    Subsidies die op grond van deze regeling worden verstrekt worden op grond van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015 direct vastgesteld.

  • 2.

    Het initiatief waarvoor subsidie wordt aangevraagd dient binnen 6 maanden na toekenning te zijn afgerond.

 

HOOFDSTUK 4 BEOORDELING

ARTIKEL 6 SUBSIDIECRITERIA BEOORDELING

  • 1.

    Beoordeling van de aanvragen vindt plaats volgens de volgende criteria:

    • a.

      Resultaat: de mate waarin het (beoogde) resultaat bijdraagt aan de doelstellingen van deze subsidieregeling, zoals beschreven in artikel 2.

    • b.

      Uitvoering: de mate waarin het initiatief door bewoners zelf wordt uitgevoerd.

    • c.

      Verbinding: de mate waarin het initiatief bijdraagt aan het verbinden van individuen en/of groepen uit de samenleving (vitaal/niet vitaal, jongeren/ouderen, autochtoon/allochtoon enz.).

    • d.

      Samenwerking: de mate waarin wordt samengewerkt met andere personen, buurtbewoners, organisaties, ondernemers etc. Het gaat daarbij om daadwerkelijke samenwerking, niet alleen afstemming of betrokkenheid.

    • e.

      Haalbaarheid: De mate van haalbaarheid van de uitvoering van het initiatief en de beoogde resultaten. De voorgestelde activiteiten moeten logischerwijs uitvoerbaar zijn en het gestelde resultaat kunnen bereiken, binnen de voorgestelde tijd en met het gevraagde budget, rekening houdende met de aard en omvang van de activiteit, de doelgroep en de betrokken personen, buurtbewoners, organisaties, ondernemers etc.

    • f.

      Proportionaliteit prijs/inhoud, resultaten: De mate van efficiënte besteding van algemene middelen. Het gaat hier om de verhouding tussen de kosten van het project en de te verrichten werkzaamheden dan wel de voorziene resultaten zoals die in de aanvraag zijn verwoord.

  • 2.

    De beoordeling vindt plaats door de procescoördinator zelfsturing van de buurt en twee vakinhoudelijke collega’s.

 

HOOFDSTUK 5 WEIGERINGSGRONDEN EN VERPLICHTINGEN

ARTIKEL 7 WEIGERINGSGRONDEN

  • 1.

    Voor de algemene (discretionaire) weigeringsgronden wordt allereerst verwezen naar artikel 5 van de Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015 en artikel 5 van de Verordening.

  • 2.

    De subsidie wordt geweigerd, indien eerder voor hetzelfde initiatief of activiteit op grond van de Subsidieregeling bewonersinitiatiefgelden 2018, of een voorloper daarvan, subsidie is verleend.

  • 3.

    De subsidie wordt geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

    • a.

      het initiatief tot onevenredige overlast leidt voor medebewoners;

    • b.

      de activiteit of het programma van activiteiten gelijk valt te stellen met een buurtfeest of een ander vergelijkbaar evenement.

    • c.

      onvoldoende draagvlak is voor het initiatief of activiteit binnen de buurt of de straat waar de activiteit zal plaatsvinden.

ARTIKEL 8 VERPLICHTINGEN

  • 1.

    Op deze regeling zijn de algemene verplichtingen, bedoeld in artikel 8 van de Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015.

  • 2.

    De subsidieontvanger dient mee te werken aan communicatie-uitingen van de Gemeente Maastricht. Hier zijn voor de subsidieontvanger geen kosten aan verbonden.

 

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL 9 INWERKINGTREDING EN INTREKKING

  • 1.

    Deze regeling treedt met in werking op 1 januari 2019 en eindigt op 31 december 2019.

  • 2.

    De Subsidieregeling Bewonersinitiatiefgelden 2018, vastgesteld op 20 februari 2018 en in werking getreden op 1 januari 2018, wordt per datum inwerkingtreding van deze regeling ingetrokken.

ARTIKEL 10 CITEERTITEL

Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling Bewonersinitiatieven 2019”.

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Maastricht d.d. 23 oktober 2018.

 

de secretaris,

P.J. Buijtels

 

de burgemeester.

J.M Penn-te Strake

 

TOELICHTING REGELING BEWONERSINITIATIEVEN

INLEIDING

Maastricht telt talloze bewoners, die zich belangeloos inzetten voor de stad en haar inwoners. Er ontstaan ook steeds meer initiatieven van bewoners waarbij burgers zelf aan de slag gaan om de eigen woon- en leefomgeving te verbeteren om mensen met elkaar in verbinding te brengen en iets te doen voor elkaar.

Ter stimulering van bewonersinitiatieven die bijdragen aan vitale en aantrekkelijke buurten bestaat op grond van de Verordening subsidies vrijwilligersactiviteiten welzijn en zorg 2017 met ingang van 01-01-2017, onder bepaalde voorwaarden, de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor deze initiatieven. Met deze extra subsidiemogelijkheid willen we de kracht van bewoners stimuleren: zij bedenken ideeën en initiatieven, voeren ze uit en sluiten aan bij de capaciteiten en gewoontes van de deelnemers in hun buurt of straat.

Het budget is alleen bedoeld voor het ontwikkelen en uitvoeren van initiatieven van en door bewoners zelf. Ze zijn dus niet bedoeld voor de bekostiging van professionals en/of professionele activiteiten, al kan het incidenteel voorkomen dat beperkte professionele inzet onderdeel van het initiatief is (b.v. het opstellen van een akte, communicatie etc.) Dit moet dan duidelijk onderdeel van of voorwaarden-scheppend zijn voor het bewonersinitiatief.

Per initiatief wordt slechts eenmalig subsidie verleend. Er kan dus niet in volgende jaren opnieuw subsidie worden toegekend voor hetzelfde (doorlopende) initiatief of meermaals subsidie worden toegekend voor een (al dan niet jaarlijks) terugkerend initiatief. Wanneer bewoners een succesvol initiatief structureel, bijvoorbeeld jaarlijks, willen uitvoeren dan moeten zij overwegen om als stichting of vereniging subsidie aan te vragen of samen te gaan werken met een bestaande vrijwilligers-organisatie.

 

Artikel 1

Ad e

Aanvragen zoals bedoeld in deze regeling kunnen enkel gedaan worden door een bewonersinitiatief als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder j van de Verordening: een initiatief van een of meerdere bewoners die niet georganiseerd zijn in een stichting of vereniging, gericht op het bevorderen van de leefbaarheid in de buurt en/of het oplossen van een ervaren problematiek. Bewoners en bewonersgroepen kunnen aldus enkel als particulier (natuurlijk persoon) subsidie aanvragen.

 

Artikel 3 Algemene subsidiecriteria

Ad lid 2 en 3

Er is voor 2018 een bedrag ad € 50.000 beschikbaar gesteld voor alle aanvragen samen op grond van de Regeling Bewonersinitiatieven. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt. De aanvraag waarmee het subsidieplafond zou worden overschreden, wordt zonder inhoudelijke beoordeling afgewezen.

Ad lid 4

Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

Ad lid 5

Per aanvraag kan maximaal € 3.000 subsidie worden verleend voor activiteiten en/of initiatieven, waaronder ook investeringskosten geteld kunnen worden. Ook kleine initiatieven zijn welkom. De subsidie kan ook verleend worden als aanvullende financiering.

Ad lid 6

Of sprake is van hetzelfde initiatief of wederzijdse afhankelijkheid staat ter vrije beoordeling van het college. Hiervoor is voldoende dat sprake is van dezelfde of in hoofdzaak dezelfde (al dan niet voortdurende) activiteiten. Het is niet mogelijk om meerdere aanvragen voor hetzelfde initiatief in te dienen.

Ad lid 8

Voordat een aanvraag wordt afgewezen, is er in de meeste gevallen overleg geweest met de initiatiefnemers om de aanvraag aan te vullen, inhoudelijk te verbeteren of hen te wijzen op andere financieringsmogelijkheden.

 

Artikel 4 De aanvraag

Ad lid 4

Inzake de vermelding van de aard en het doel van het initiatief is van belang dat de aanvrager duidelijk aangeeft voor welke activiteiten subsidie wordt aangevraagd en wanneer deze activiteiten plaatsvinden.

De aanvrager dient in zijn aanvraag te onderbouwen dat er draagvlak binnen de buurt of straat is voor het initiatief. Dit kan bijvoorbeeld door het bijvoegen van een handtekeningenlijst. Het college neemt in ieder geval aan dat er sprake is van (voldoende) draagvlak wanneer de aanvrager: een lijst met (minimaal) 5 handtekeningen van personen uit de buurt of straat overlegt. Deze lijst is niet limitatief. Aanvragers kunnen ook op andere wijze het bestaan van (voldoende) draagvlak aantonen.

Conform artikel 15, derde lid, van de Verordening Vrijwilligersactiviteiten Welzijn en Zorg moet de aanvrager voor wat betreft de begroting het boekjaar gelijkstellen aan het kalenderjaar.

 

Art. 5 Vaststelling en uitvoeringstermijn

Ad lid 2

Dat betekent niet dat het initiatief dan moet stoppen, maar de inzet van de subsidie moet binnen deze 6 maanden gebeuren. Dat hieraan wordt voldaan, moet uit de aanvraag blijken.

 

Art. 6 Subsidiecriteria beoordeling

De beoordeling op basis van de in lid 1 genoemde subsidiecriteria vindt plaats door de procescoördinator zelfsturing en twee vakinhoudelijk medewerkers. Zij beoordelen de subsidieaanvragen, onafhankelijk van elkaar, en kennen per criterium een score toe op een schaal van tien in een even waarde 2/4/6/8/10. De optelsom van de beoordelaars per criterium wordt gemiddeld (gedeeld door het aantal). Afronding vindt plaats op één decimaal. Om voor subsidie in aanmerking te komen moet de aanvraag op ieder criterium in ieder geval gemiddeld zes op tien scoren. Is dit niet het geval wordt de subsidieaanvraag afgewezen. De toegekende (totaal)scores worden door de beoordelingscommissie (kort) gemotiveerd, waarbij wordt aangesloten bij de toelichting bij de criteria in paragraaf 7. Op grond van deze korte toelichting bepaalt het college of met de beoordeling door de beoordelingscommissie kan worden ingestemd en of deze kan worden overgenomen.

 

Art 7 Weigeringsgronden

Ad lid 2

Per initiatief wordt slechts eenmaal subsidie verleend. De aanvraag wordt geweigerd indien eerder voor hetzelfde initiatief of dezelfde activiteit op grond van de Subsidieregeling bewonersinitiatiefgelden 2018, of een voorloper daarvan, subsidie is verleend.

Ad lid 3

Of er sprake is van voldoende draagvlak staat ter vrije beoordeling van het college. Wanneer het bestaan van voldoende draagvlak niet is aangetoond, is dit reeds voldoende reden voor weigering van de subsidieaanvraag.

 

Artikel 8 Verplichtingen

In artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening is opgenomen dat aanvrager een zodanige admiinistratie voert dat te allen tijde de voor de subsidie relevatie uitgaven en inkomsten kunnen worden gecontroleerd. Tevens is de aanvrager verplicht schriftelijk melding te doen indien het initiatief/de activiteit niet of niet volledig doorgaat of als men niet aan de subsidieverplichtingen kan voldoen.