Organisatie | Heusden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeente Heusden - Verordening Parkeerbelastingen 2019 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën |
Externe bijlagen | Verordening parkeerbelastingen Heusden 2019 Tarieventabel parkeerbelastingen Heusden 2019 |
zie ook PDF bijlage
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-11-2018 | 01-01-2020 | nieuw | 08-11-2018 | 563508 |
De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 8 november 2018;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 september 2018;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 1999;
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2019.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
1º indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;
2º indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 62,70.
De belasting bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven ter zake van het parkeren van een voertuig in het kader van de uitoefening van een publieke taak door politie, brandweer of ambulance, mits deze voertuigen als zodanig herkenbaar zijn.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelasting.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening Parkeerbelastingen 2018’, van 9 november 2017 en de daaropvolgende wijzigingen wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 8 november 2018.
Behorende bij de ‘Verordening parkeerbelastingen 2019’
1. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de Verordening Parkeerbelastingen 2019 bedraagt:
op de Vismarkt te Heusden per tijdseenheid van zestig minuten
op de Botermarkt te Heusden per tijdseenheid van een uur
1. Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2,
onderdeel b van de Verordening parkeerbelasting voor één
voertuig bedraagt per kalenderjaar of gedeelte daarvan € 28,00
2. Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2,
onderdeel b van de Verordening parkeerbelasting bedraagt
bedraagt per kalenderjaar of gedeelte daarvan voor een niet
voertuig gebonden vergunning € 54,75
3. Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot
afgifte van een gewijzigde parkeervergunning bedraagt € 7,60
Behoort bij raadsbesluit van 8 november 2018 tot vaststelling van de ‘Verordening parkeerbelastingen 2019’.