Organisatie | Grave |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsbesluit exploitatievergunningstelsel gemeente Grave |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-11-2018 | nieuw besluit | 25-10-2018 |
De burgemeester van de gemeente Grave
gelet op het bepaalde in artikel 2:28 lid 2, lid 3 en lid 14 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Grave
- het voor het openbaar bestuur noodzakelijk is zich te weren tegen ongewilde facilitering van illegale praktijken en het in deze wenselijk is om ondernemers van openbare inrichtingen preventief te toetsen op de integriteit om het binnendringen van de onderwereld in de gewone samenleving tegen te gaan (tegengaan van ondermijning);
- het wenselijk is om preventief te toetsen of de exploitatie van een openbare inrichting zich al dan niet verdraagt met het woon- en leefklimaat en de openbare orde ter plaatse;
- ten aanzien van ondernemers van openbare inrichtingen, die een vergunning hebben ingevolge de Drank- en horecawet reeds een BIBOB-toetsing plaatsvindt;
- het in het kader van administratieve lastenverlichting voor burgers en bedrijven belangrijk is om hen niet onnodig te belasten met vergunningaanvragen;
- het wenselijk is een uitvoeringsplan te hebben ten behoeve van het overgangsrecht van het exploitatievergunningstelsel voor openbare inrichtingen, dat wordt vastgesteld met dit besluit;
I Besluit om, gelet op artikel 2:28 lid 2 voornoemd, als soorten inrichtingen waarvoor de verplichting van artikel 2:28 eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening niet geldt, aan te wijzen:
De onder B1 en B2 bedoelde openbare inrichtingen dienen alsnog een exploitatievergunning aan te vragen binnen een termijn van drie weken na het incident. Als dit niet gebeurt, kan de burgemeester de exploitatie verbieden.
II Besluit dat, gelet op artikel 2:28 lid 3 en 14 voornoemd, voor bestaande openbare inrichtingen die niet beschikken over een vergunning conform artikel 3 van de Drank- en horecawet een overgangsperiode geldt van drie jaar na de datum van dit besluit waarbij het verbod van artikel 2:28 lid 1 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Grave niet geldt, met inachtneming van het volgende:
Dit besluit wordt aangehaald als Uitvoeringsbesluit exploitatievergunningstelsel gemeente Grave.