Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent biodiversiteit, natuur en landschap POP3 Openstellingsbesluit maatregel niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap najaar 2018, provincie Groningen |
Citeertitel | POP3 Openstellingsbesluit maatregel niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap najaar 2018, provincie Groningen |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Kaart POP3 Overzicht vijf deelgebieden Kaart a-1 Hoeksmeer Kaart a-2 Reitdiep Kaart a-3 Gorecht Kaart b Westerbroek Kaart c De Drie Polders |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-11-2018 | 15-02-2019 | nieuwe regeling | 30-10-2018 | K12447 |
Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 30 oktober 2018, nr. A.14, afdeling LGW, dossiernummer K12447 het volgende besluit hebben genomen:
Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:
Gelet op artikel 1.3 en hoofdstuk 2, paragraaf 5 van de Regeling Subsidies Plattelands-ontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3);
Besluiten vast te stellen hetgeen volgt:
POP3 Openstellingsbesluit maatregel niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap 2018, provincie Groningen
Artikel 4 Subsidiabele activiteit
De locaties zijn genummerd weergegeven op de bijgevoegde kaarten (bijlage).
Onverminderd artikel 1.8 van de regeling wordt subsidie geheel of gedeeltelijk geweigerd indien de kosten voor begeleiding van de maatregelen, die aan te merken zijn als kosten genoemd in artikel 7, lid 1 onder e en f, meer dan 40% van de berekende totale subsidiabele kosten bedragen.
De aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden beoordeeld op basis van het geografisch criterium. Projecten komen slechts in aanmerking voor subsidie indien gelegen in het aangewezen geografisch gebied.
Groningen, 30 oktober 2018.
Gedeputeerde Staten voornoemd:
F.J. Paas, voorzitter.
S. Faber, secretaris.
Toelichting bij het POP3 Openstellingsbesluit maatregel niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur en landschap najaar 2018, provincie Groningen
Water is voor veel natuurwaarden in Groningen van cruciaal belang. De provincie herbergt grote moerasgebieden met veel zeldzame dier- en plantensoorten. Daarnaast zijn weidevogels (die ook bij de kernkwaliteiten van Groningen horen) afhankelijk van een drassige ondergrond met hoge waterpeilen. Tegenwoordig is beschikbaarheid van voldoende water in veel natuur- en weidevogelgebieden niet meer vanzelfsprekend. Door ontwatering in landbouwgebieden en door waterwinning, dreigen veel natuurgebieden te verdrogen. Daardoor komt het voortbestaan van kritische dier- en plantensoorten in gevaar. Met technische ingrepen (zoals het verleggen van sloten, het plaatsen van dammetjes of stuwen) kan de verdroging van natuurgebieden worden tegengaan. Daarmee nemen de overlevingskansen van kwetsbare populaties van moerasplanten en veel diersoorten in de provincie Groningen toe.
In deze openstelling wordt daarom ingezet op investeringsmaatregelen in natuurgebieden, gericht op versterking van de biodiversiteit, waaronder het realiseren van natte natuur en het opzetten van waterpeilen.
De bescherming van weidevogels blijft extra inzet vragen, want de populaties van de weidevogels gaan nog steeds achteruit in Nederland en in Groningen. Momenteel wordt breed erkend dat voor duurzaam behoud van weidevogels een kern van optimaal ingericht en beheerd reservaat nodig is, omringd door een gebied met agrarisch natuurbeheer. Voor weidevogels is één van de belangrijkste kenmerken van een goed gebied, dat het er nat is, dat wil zeggen: met een hoog waterpeil. Studies (bijv. Oosterveld 2018) geven aan dat veel weidevogelgebieden in Groningen nog steeds te droog zijn. Voor het opzetten van waterpeilen in natuurgebieden zijn inrichtingsmaatregelen nodig zoals het dempen en verleggen van sloten, de aanleg van natuurvriendelijke oevers en het aanbrengen van stuwtjes en dammen. De betrokken organisaties rond de weidevogelgebieden in Groningen hebben geïnventariseerd welke maatregelen nodig zijn om de kwaliteit van natuurgebieden te verhogen. Deze maatregelen zijn vastgelegd in het Actieplan Weidevogels Groningen.
Van dit Actieplan vallen de gebieden Hoeksmeer, Reidiep en Gorecht onder deze openstelling.
De robuuste ecologische verbindingszone is onderdeel van het Natuur Netwerk Nederland (NNN). De verbindingszone Westerbroek verbindt het natuurgebied 't Roegwold met het natuurgebied van het Hunzedal en is de ontbrekende schakel tussen deze beide gebieden. De verbindingszone is op hoger schaalniveau onderdeel van een grote natte natuurzone bestaande uit natte, moerasachtige natuurgebieden en de verbindingen daartussen die van west naar oost door Groningen en Drenthe loopt. Deze zone verbindt onder andere de natuurgebieden: de Driepolders, de Onlanden, het beekdal van de Drentsche Aa, het Hunzedal en 't Roegwold. Dieren die daar van nature in thuishoren zijn soorten als de otter, ringslang, de hei- en de poelkikker. Doel van de robuuste ecologische verbindingszone Westerbroek is om natuurgebieden met elkaar te verbinden en om uitwisseling te krijgen van (beschermde) diersoorten tussen de natuurgebieden en om het gebied daarnaast ecologisch te versterken.
Voor de robuuste ecologische verbindingszone Westerbroek is het van belang dat de gronden ingericht worden als natte natuur, zodat deze ecologisch een verbinding gaan vormen. De aanleg van een doorlopende slenk en de bijbehorende grondwerkzaamheden die hiervoor verricht dienen te worden zijn onderdeel van de inrichting. Bij de slenk vindt aanleg plaats van natuurvriendelijke oevers en daarnaast wordt een moerassige ruigte aangelegd. De ecologische verbindingszone wordt zodanig ingericht dat de waterhuishouding geen negatieve gevolgen mag hebben voor het aangrenzende landbouwgebied.
De robuuste ecologische verbindingszone Westerbroek kruist meerdere infrastructurele barrières. De te nemen ontsnipperingsmaatregelen ter hoogte van deze barrières worden binnenkort aangelegd.
Het behoud van het karakteristieke polderlandschap met weilanden, hooilanden, poldersloten, elzensingels en petgaten en het daarbij behorende planten- en dierenleven vraagt om een extensief gebruik en hoge waterstanden. In het gangbare landbouwkundige gebruik is het vaak lastig om hoge waterpeilen en plasdrasplekken in te passen. In De Drie Polders staat de inrichting van het gebied in het teken van het behoud van het karakteristieke planten- en dierenleven van de polder. De waterstand wordt verhoogd en langs de sloten mogen plas-dras plekken ontstaan. Enkele petgaten en elzensingels worden hersteld. Hier profiteren niet alleen de kritische weidevogels van maar ook soorten als de Europees beschermde grote modderkruiper en diverse kikker-, libellensoorten en bijvoorbeeld de otter. De graslanden zullen zich weer tot extensief beheerde bloemrijke wei- en hooilanden ontwikkelen.
In De Driepolders komen nog diverse karakteristieke soorten van de hooilanden en poldersloten voor. Met de inrichting van polder vormt het straks een kerngebied met levensvatbare populaties. Vanuit het kerngebied kunnen soorten zich via de groenblauwe dooradering in de omgeving verspreiden naar de omringende landbouwpolders en natuurkernen. De Drie Polders wordt zo ingericht dat de verspreiding richting omgeving veilig kan plaatsvinden. Tegelijkertijd kan het gebied in tijden van extreme natheid ingezet worden als berging, zodat omringende landbouwgronden ontzien kunnen worden.
Deze maatregel is gericht op niet-productieve investeringen voor herstel - en inrichtingsmaatregelen voor natuur, landschap en biodiversiteit. Niet productieve investeringen zijn die investeringen die geen aanmerkelijke stijging van de waarde of rentabiliteit van het landbouw- of bosbouwbedrijf tot gevolg hebben. Daarbij wordt gedacht aan inrichtingsmaatregelen voor specifieke soorten. De niet productieve investeringen kunnen complementair zijn aan het agrarisch natuurbeheer.
Voor deze maatregel worden geen investeringen ondersteund om aan eisen te voldoen die die direct voortvloeien uit de EU-richtlijnen. Bij de invoering van nieuwe wettelijke eisen voorziet art 17 lid 5 en 6 van Verordening (EU) 1305/2013 overgangstermijnen.
De concrete acties in het kader van deze maatregel vinden plaats binnen de nationale regelgeving en procedures voor de bescherming van milieu en landschap.
In onderstaande beleidsdocumenten is het vigerend beleid (doelstellingen) van de Provincie Groningen weergegeven.
Voor de weidevogels gelden de volgende beleidsdocumenten; Lijst Groninger soorten (1), Visie Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (6) en het Actieplan Weidevogels Groningen (5).
Voor Westerbroek en De Drie Polders gelden de volgende beleidsdocumenten; Lijst groninger soorten (1), Omgevingsvisie (2), Natuurvisie Provincie Groningen (3) en Mooi Grunnen (4).
https://www.provinciegroningen.nl/loket/vergunningenontheffingen/vergunning-wet-natuurbescherming/beschermde-dier-en-plantensoorten/
De lijst met Groninger soorten is een onderdeel van de Wet Natuurbescherming. Op 1 januari 2017 is deze Wet Natuurbescherming in werking getreden. In de wet staat dat de Provincie Groningen in een 'Natuurvisie' moeten aangeven op welke manier de provincie zich inspant voor een goede staat van instandhouding van plant- en diersoorten. De middelen om soorten te kunnen beschermen zijn beperkt. Daarom is een selectiekader geformuleerd om te komen tot een lijst met soorten en habitattypen waar de provincie zich voor gaat inspannen om een gunstige staat van instandhouding te bereiken of behouden. Het gaat om soorten die in internationale wetgeving en verdragen zijn genoemd, die als bestuurlijk relevant zijn aangemerkt of die op de Rode Lijst staan én met een relatief groot aandeel (>7% van de nationale populatie) in Groningen aanwezig zijn. Deze lijst vormt het juridische kader van de soortbescherming, de evaluatie van het natuurbeheer en voor subsidieverstrekking.
https://www.provinciegroningen.nl/beleid/zo-maken-we-beleid/omgevingsvisie-2016-2020/
Doel van de Omgevingsvisie is om op strategisch niveau samenhang te brengen in het beleid voor de fysieke leefomgeving. In de Omgevingsvisie zijn daarom zoveel mogelijk visies op verschillende terreinen, zoals ruimtelijke ontwikkeling, landschap en cultureel erfgoed en natuur samengevoegd en met elkaar verbonden. Voor landschap is het van belang dat de karakters, diversiteit en belevingswaarden van de diverse gebieden worden behouden en versterkt. Dit gebeurt door:
- Behoud en versterking van de cultuurhistorische, natuurlijke, archeologische en aardkundige waarden van het landschap als onderdeel van de samenhangende landschapsstructuur.
- Ontwikkeling van de samenhangende landschapsstructuur en toevoegen van kwaliteit aan het landschap bij ruimtelijke ontwikkelingen.
Met het natuurbeleid wordt ingezet op internationale doelen voor biodiversiteit. Gewerkt wordt aan toekomstbestendige, robuuste, schone, gevarieerde en tegelijk beleefbare natuur. Dat wordt onder andere gedaan door:
- Zorgen voor goede uitwisseling van soorten binnen en buiten de provincie
- Beleid voor weide- en akkervogels
- Versterken van groen-blauwe dooradering van het landelijk gebied
- Zorgen voor goede milieukwaliteit en een goed beheer van onze natuurgebieden.
https://www.provinciegroningen.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/_nieuws/toon/Item/nieuw-natuurbeleid-voor-groningen-vastgesteld/
De provincie Groningen heeft het natuurbeleid voor de periode tot 2021 vastgesteld. Sinds 2012 zijn de provincies verantwoordelijk voor het natuurbeleid en voor de uitvoering van dit beleid. Voorheen was dit een taak van het Rijk. In de beleidsnota Natuur 2013-2021 'Groningen, groen van Wad tot Westerwolde' staat in welke gebieden en welk soort natuur wij willen ontwikkelen en onderhouden.
4. Mooi Grunnen Programma Landelijk Gebied 3 2017-2027
https://www.provinciegroningen.nl/loket/subsidies/natuur-en-landschap/landschap/
In het Programma Landelijkgebied (PLG 2017-2027) wordt door de provincie Groningen beschreven in welke opgaven in het Landelijk gebied de komende jaren geïnvesteerd zal worden en wat daarvoor beschikbaar gesteld wordt.
5. Actieplan Weidevogels Groningen
https://www.groningerlandschap.nl/assets/uploads/2018/05/BuroNIV_ActieplanWeidevogelsGroningen_WEB.pdf
Dit actieplan is opgesteld door 12 maatschappelijke partijen in de Provincie Groningen en aangeboden aan Gedeputeerde Staten van Groningen.
Groningen is nog steeds een belangrijke weidevogelprovincie. Maar de aantallen gaan achteruit en het is – op een enkele soort na – nog steeds niet gelukt om hieraan een halt toe te roepen. Met dit actieplan willen twaalf Groningse en landelijke partijen daartoe een hernieuwde poging doen. Het manifest dat aan dit actieplan vooraf ging, koos 2.000 gruttobroedparen in 2027 als doelstelling. De recente gebiedsverkenningen wijzen uit dat dit haalbaar lijkt: dit betekent een groei van 30% in de kerngebieden en minimaal stabilisatie daarbuiten. Daarvoor moet dan wel alles op alles worden gezet om dit actieplan ook in praktijk te brengen. Bij dit plan horen vijf regionale ‘verbeterplannen’ waarin de gewenste maatregelen in meer detail benoemd staan.
6. Visie Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer na 2016.
http://www.provinciegroningen.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/Downloads/Visie_Agrarisch_Natuur-_en_Landschapsbeheer_na_2016.pdf
Bij de investeringen dient rekening gehouden te worden met de 'Visie Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer na 2016'. Deze visie geeft in hoofdlijnen de ambities van de Provincie Groningen weer op het gebied van het beheer van weidevogels, akkervogels en landschap. Voor landschap wordt uitgegaan van de karakteristieken zoals weergegeven op de Kwaliteitskaart, welke onderdeel is van deze visie. De Visie beschrijft waar het beheer vanuit landschappelijke invalshoek het meest zinvol is. Er wordt gestreefd de landschappelijke structuur te koppelen met het groen-blauwe netwerk van het landschap, wat zo kan bijdragen aan de bevordering van biodiversiteit.
Artikel 2 Aanvraagperiode en indiening
Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend bij Gedeputeerde Staten via het SNN middels een webportal dat bereikbaar is via www.snn.nl/pop3.
Daarbij zijn vaste formats van het projectplan en de begroting verplichte bijlagen.
Het gaat bij deze openstelling om de twee knelpunten, Westerbroek en De Drie Polders, waarvan de provincie Groningen eigenaar is en verantwoordelijk voor de realisatie van de investeringen.
Daarnaast geldt voor het onderdeel Weidevogels dat Stichting het Groninger Landschap, Natuurmonumenten en een collectief van eigenaren in de Onnerpolder verantwoordelijk zijn voor de realisatie van de investeringen ten behoeve van de weidevogels
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Het gaat bij deze openstelling vooral om belangrijke NNN gebieden door middel van met name het opzetten van peilen zodanig in te richten, dat de biodiversiteit, waaronder weidevogels, versterkt wordt.
Op de bij deze openstelling bijgevoegde kaart, bijlage 1 zijn de locaties weergegeven.
De uit te voeren subsidiabele activiteiten dienen plaats te vinden binnen de gebieden die begrensd zijn zoals weergegeven op bijgevoegde kaart, bijlage 1.
Onder artikel 4 lid 2 ‘De niet productieve investeringen hebben een aangetoonde directe link met de landbouw' wordt verstaan dat de investeringen bij gaan dragen aan de versterking van biodiversiteit, natuur en landschap en daarmee meer ruimte bieden aan de landbouw. Enerzijds biedt de versterking van biodiversiteit, natuur en landschap de mogelijkheid om economische ontwikkelingen op het landbouwbedrijf niet extra te belemmeren, anderzijds, door de investeringen te richten op verhoging van het waterpeil in natuurgebieden, is het tegelijkertijd mogelijk het waterpeil van nabij gelegen landbouwgronden niet of minder te laten stijgen.
In het geval BTW aantoonbaar niet verrekenbaar of niet compensabel is, dan mag dit meegenomen worden bij de berekening van de hoogte van de subsidiabele kosten.
Per gebied is een apart subsidieplafond vastgesteld. De hoogte van deze deelplafonds is in lijn met de uit te voeren maatregelen. Op deze manier is er budget beschikbaar voor elk gebied.
Bij de aangegeven locaties gaat het vooral om het opzetten van de waterpeilen en het vernatten van de natuur.
Bij de weidevogels gaat het om specifieke gebieden, genoemd in het Actieplan Weidevogels, waar veel potentie zit. Hier wordt het waterpeil verhoogd om de leefomstandigheden voor de weidevogels te verbeteren.
Bij Westerbroek gaat het om de aanleg van een cruciale natte verbinding tussen twee grote natuurgebieden. Deze natuurgebieden zijn inmiddels ingericht. Middels deze openstelling wordt de verbindende schakel aangelegd.
De Drie Polders in het Zuidelijk Westerkwartier is nog een van de weinige leefgebieden van enkele belangrijke Natura 2000 soorten, zoals de grote modderkruiper en de otter.
Middels deze openstelling kan ook hier het waterpeil verhoogd worden, natte natuur worden aangelegd en zo de potentie van het gebied verder worden vergroot.
Om deze reden zal voor de rangschikking van de ingediende subsidieaanvragen gebruik worden gemaakt van het geografisch criterium als enig criterium.