Organisatie | Voerendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels toekenning inzamelmiddelen huishoudelijk restafval |
Citeertitel | Beleidsregels toekenning inzamelmiddelen huishoudelijk restafval |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | Natuur en Milieu |
Geen
artikel 10.23 van de Wet milieubeheer
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-11-2018 | nieuwe regeling | 09-10-2018 | Zaaknr. 49056 |
Het uitgangspunt is dat bij huisaansluitingen waar afvalstoffenheffing wordt geheven, één minicontainer wordt geplaatst voor het inzamelen van huishoudelijk restafval en één minicontainer voor groente-, fruit- en tuinafval (GFT). Dit is het standaardpakket. De burger kan hierbij voor zowel huishoudelijk restafval als GFT een keuze maken tussen een kleine – 140 liter – minicontainer of een grote – 240 liter – minicontainer.
Meerdere containers voor één afvalstroom zijn toegestaan. Hieraan zijn extra kosten verbonden.
De inzameling gebeurt hier middels het standaardpakket. Uitbreiding met meerdere minicontainers is mogelijk.
Het uitgangspunt hier is hetzelfde als bij de laagbouwaansluitingen. Getracht wordt om het huishoudelijk afval met minicontainers in te zamelen.
In zijn algemeenheid geldt de volgende voorkeursvolgorde inzamelmiddelen:
Waar door plaatsgebrek het plaatsen van één of meerdere minicontainers niet mogelijk is, kan voor het inzamelen van restafval in overleg met de eigenaar en gemeente worden gekozen voor ondergrondse verzamelcontainers of bij uitzondering voor het gebruik van gekenmerkte afvalzakken.
De gemerkte zak kan tegen betaling worden aangeschaft.
Voorwaarden ondergrondse voorzieningen
In november 2008 is de "Regeling voorwaarden inzamelen huishoudelijke afvalstoffen nabij elk perceel", met de wijziging van artikel 10.26 van de Wet Milieubeheer komen te vervallen. De regeling stelde een maximale afstand tussen perceel en inzamelvoorziening van 75 meter, waarbij de gemeente bij de verordening kon bepalen dat de afstand wordt vastgesteld op ten hoogste 125 meter. Nu is het de bevoegdheid van de gemeente om deze afstanden zelf te bepalen. De gemeenten houden in beginsel een loopafstand van maximaal 75 meter van perceelgrens naar verzamelcontainers en clusterplaatsen aan. Gemotiveerd kan hiervan tot ten hoogste 125 meter worden afgeweken.
Voerendaal conformeert zich aan bovenvermelde richtlijn.
In samenspraak met de inzameldienst Rd4 zijn over de plaatsing van ondergrondse voorzieningen gemaakt:
Bij nieuwbouw en renovatie van stapelbouwwoningen geldt dat bij voorkeur ondergrondse inzamelvoorzieningen worden geplaatst. Dat betekent dat in beginsel geen inpandige voorzieningen worden toegestaan.
Voor maximaal 25 aansluitingen kan een 2,5 m3 ondergrondse container worden geplaatst en voor ongeveer 60 aansluitingen kan een 5 m3 ondergrondse container worden geplaatst.
Het uitgangspunt moet zijn dat de financiering bij nieuwbouw en renovatieprojecten volledig op het project moet plaatsvinden.
Bij bestaande bouw is de financiering als volgt:
Dat houdt in dat de buitenbak en het plaatsen en aanpassen van omgeving voor rekening komt van woningtichtin/gcorporatie, eigenaar of VVE en de kosten van de binnenbak voor rekening van de Rd4 / gemeente komt. Hierbij geldt een eenmalige bijdrage van de woningstichting/corporatie, eigenaar of VVE) per geplaatste ondergrondse container.
Toewijzing ondergrondse afvalcontainer
In Voerendaal is de frequentie voor het inzamelen van restafval per 1 juli 2018 verlaagd van éénmaal in de 2 weken naar éénmaal in de 4 weken. Als flankerend beleid kunnen huishoudens met meer dan gemiddelde hoeveelheden afval, bijvoorbeeld gezinnen met luier dragende kinderen – op aanvraag – gebruik maken van de dichtstbijzijnde ondergrondse restafvalcontainers in de buurt.
Toewijzing bij afwijkende situaties
Locaties waar het gebruik van minicontainers, door obstakels of plaatsgebrek, niet mogelijk is, zal de gemeente een alternatief inzamelmiddel of inzamelvoorziening toewijzen. Hierbij kan de opslag van afval, rekening houdend met de geldende regelgeving, zowel inpandig als uitpandig in boven- of ondergrondse afvalcontainers plaatsvinden. De voorkeur gaat uit naar het gebruik van ondergrondse verzamelcontainers waarop meerdere huishoudens kunnen worden aangesloten.
Indien het gebruik van minicontainers en ook het plaatsen van (ondergrondse) verzamelsystemen niet mogelijk is, zal worden gekozen voor een gekenmerkte huisvuilzak met een inhoud van 60 liter.