Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zaanstad

Algemeen Delegatiebesluit Zaanstad 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZaanstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemeen Delegatiebesluit Zaanstad 2018
CiteertitelAlgemeen Delegatiebesluit Zaanstad 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108 van de Gemeentewet
  2. artikel 156 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-11-201801-11-2022Nieuwe regeling

01-11-2018

gmb-2018-236798

2018/25707

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemeen Delegatiebesluit Zaanstad 2018

De raad van de gemeente Zaanstad,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11-09-2018

Gelet op artikel 108 en 156 Gemeentewet,

 

BESLUIT:

 

A.

 

Vast te stellen het Algemeen Delegatiebesluit 2018

 

Artikel 1. Delegatie aan het college van burgemeester en wethouders

De raad delegeert de onderstaande bevoegdheden aan het college van burgemeester en wethouders:

 

A. Wet openbaarheid bestuur

  • 1.

    Het besluiten op aan de raad gerichte verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (art. 5 Wob).

  • 2.

    Het nemen van verdagingsbesluiten met betrekking tot ingediende verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (art. 6 Wob).

 

B. (Straat)Naamgeving en nummering op grond van artikel 108 Gemeentewet en artikel 6 Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG)

  • 1.

    Het vaststellen van de openbare ruimten van de gemeente en straatnaamgeving.

  • 2.

    Het toekennen van nummeraanduidingen aan de op het grondgebied van de gemeente gelegen verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen.

  • 3.

    Het vaststellen van de standplaatsen en de ligplaatsen.

  • 4.

    Het vaststellen van de afbakening van panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen, een en ander zoals bedoeld in artikel 6 van de Wet BAG.

 

C. Wegenverkeerswet

Het besluiten over het vaststellen van de bebouwde kommen als bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet. Mandaatverlening is niet toegestaan.

 

D. Wet vervoer gevaarlijke stoffen

Het besluiten over het aanwijzen van wegen of weggedeelten waarover de krachtens artikel 12 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen aangewezen gevaarlijke stoffen bij uitsluiting mogen worden vervoerd (artikel 18 Wet vervoer gevaarlijke stoffen). Mandaatverlening is niet toegestaan.

 

E. Wet hergebruik van overheidsinformatie

  • 1.

    Het besluiten op aan de raad gerichte verzoeken om informatie op grond van de Wet hergebruik van overheidsinformatie (art. 4 Who)

  • 2.

    Het nemen van verdagingsbesluiten met betrekking tot ingediende verzoeken om informatie op grond van de Wet hergebruik overheidsinformatie (art. 4 Who)

 

Artikel 2. Vermelden delegatiebesluit

Een besluit dat is genomen op grond van deze regeling, vermeldt het onderhavige besluit zelf, alsmede de vindplaats daarvan.

 

Artikel 3. Informatie aan de raad

Alle door het college op grond van deze regeling genomen besluiten worden zo spoedig mogelijk nadat deze zijn genomen ter kennisneming aan de raad gezonden, voor zover deze besluiten niet zijn vermeld op de publicatielijst van het college.

 

Artikel 4. Werkingsduur

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking en geldt tot 1 november 2022.

 

Artikel 5. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Algemeen Delegatiebesluit Zaanstad 2018.

 

Artikel 6. Bekendmaking

Dit besluit zal worden bekendgemaakt door het plaatsen daarvan in het Gemeenteblad.

 

 

Toelichting op het Algemeen Delegatiebesluit Zaanstad 2018

 

Algemeen

Het is niet noodzakelijk, en soms ook ongewenst, dat ieder bestuursorgaan daadwerkelijk de toebedeelde bevoegdheden zelf uitoefent. Een bevoegdheid kan gedelegeerd worden. Onder delegatie wordt verstaan: “het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze bevoegdheid onder eigen verantwoordelijk-heid uitoefent.” De wetgever heeft hiermee beoogd om, afhankelijk van de lokale situatie, ter wille van een slagvaardig handelen bevoegdheden die in een wet aan de gemeenteraad zijn opgedragen, over te doen dragen aan het college van burgemeester en wethouders. Het delegeren van bevoegdheden heeft tot gevolg, dat degene die delegeert de gedelegeerde bevoegdheid niet meer zelf kan uitoefenen (artikel 10:17 Algemene wet bestuursrecht [Awb]). Wel kunnen in het delegatiebesluit, of op later moment, beleidsregels worden vastgesteld ter uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheid (artikel 10:16, eerste lid Awb).

 

De kernbepaling over de toelaatbaarheid van delegatie is artikel 10:15 Awb: “Delegatie geschiedt slechts indien in de bevoegdheid daartoe bij wettelijk voorschrift is voorzien.” Dit kan een algemeen geformuleerde bevoegdheidsgrondslag zijn – zoals artikel 156 van de Gemeentewet – of een specifieke bevoegdheidsgrondslag.

 

De algemene bevoegdheidsgrondslag van artikel 156, eerste lid Gemeentewet luidt als volgt: “De raad kan aan het college, een door hem ingestelde bestuurscommissie en een deelraad bevoegdheden overdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet.” Het artikel vervolgt (onder meer) met het benoemen van bevoegdheden die in ieder geval niet kunnen worden overgedragen. Van de in dit delegatiebesluit aangegeven bevoegdheden wordt op grond van de jurisprudentie aangenomen, dat de aard van de bevoegdheden zich niet verzet tegen delegatie van die bevoegdheden.

 

In beginsel is mandaatverlening van de gedelegeerde bevoegdheid door het college mogelijk. Hiervoor is geen toestemming van de raad vereist. Mandaatverlening houdt in dat de bevoegdheid namens een bestuursorgaan wordt uitgeoefend. Er wordt geen bevoegdheid overgedragen zoals bij delegatie. Mandaatverlening is echter niet mogelijk indien een wettelijk voorschrift dat bepaalt of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet (artikel 10:3 van de Awb). In onderhavig besluit is bij een aantal specifieke bevoegdheden vastgelegd, dat mandatering door het college niet is toegestaan.

 

De raad spreekt hiermee uit, dat de betreffende bevoegdheden van zodanige aard zijn dat mandatering niet wenselijk wordt geacht.

 

Artikelsgewijs

Voor zover relevant wordt hieronder een toelichting gegeven op in het besluit opgenomen artikelen en onderdelen daarvan.

 

Artikel 1A.

De beslistermijn voor verzoeken om informatie op grond van de Wob is vier weken. In voorkomende gevallen kan de raad dergelijke verzoeken ook ontvangen. Gezien het vergaderschema is het voor de raad lastig binnen de wettelijke termijn te beslissen.

 

Artikel 1B.

Met de invoering van de Wet BAG is de gemeente de plicht opgelegd om ten behoeve van de basisregistratie adressen bepaalde, expliciet in de Wet BAG genoemde zaken van een naam, nummer, of begrenzing te voorzien. De wet omvat onder meer regels betreffende de methodische registratie van adresgegevens. De Wet BAG voorziet echter niet in zaken als de afbakening en aanduiding van wijken, buurten en bouwblokken, alsmede het nummeren van afgebakende en afsluitbare terreinen en de naamgeving van gemeentelijke bouwwerken. De grondslag van delegatie van laatst genoemde zaken is dan artikel 108 van de Gemeentewet.

 

De Wet Basisregistratie Adressen en Gebouwen (Wet BAG) regelt dat gemeenten een aantal basisgegevens van gebouwen en adressen bijhouden in één geautomatiseerd systeem. Alle overheidsorganen moeten bij de uitoefening van hun publiekrechtelijke taken vervolgens verplicht gebruik maken van die basisgegevens. Vanwege het in werking treden van de Wet BAG in 2009 zijn de bevoegdheden tot (straat)naamgeving en (huis)nummering van delen van de openbare ruimte en objecten weer formeel aan de raad opgedragen. Gezien de wettelijke verplichting om mutaties binnen vier werkdagen op te nemen in de BAG, is het niet efficiënt dit door de raad te laten uitvoeren.

 

Artikel 1C.

De grenzen van de bebouwde kom zijn in het verleden al vastgesteld. In de praktijk zal het veelal gaan om actualisering en wijziging in verband met realisering van nieuwbouw.

 

Artikel 1D.

Het betreft hier de bevoegdheid om (structurele) routering voor gevaarlijke stoffen vast te stellen. Op grond van artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen is het college reeds bevoegd om ontheffing te verlenen (om af te wijken van de vastgestelde route) “indien dat noodzakelijk is voor het laden en lossen”.

 

Artikel 1E.

De beslistermijn voor verzoeken om informatie op grond van de Who is, net als bij de Wob, vier weken. In voorkomende gevallen kan de raad dergelijke verzoeken ook ontvangen.

 

Artikel 2

Artikel 10:19 van de Awb bepaalt dat een besluit dat op grond van een gedelegeerde bevoegdheid wordt genomen het delegatiebesluit en de vindplaats daarvan vermeldt.

 

Artikel 3

In verband met de zittingsduur van de raad is gekozen voor de werkingsduur van 4 jaar.

 

Aldus besloten in de raadsvergadering van 1 november 2018.

 

Voorzitter,

Raadsgriffier,