Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veenendaal

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent mandaat beschermd wonen en opvang

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeenendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent mandaat beschermd wonen en opvang
CiteertitelMandaat beschermd wonen en opvang
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  2. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-11-201801-10-2018nieuwe regeling

23-10-2018

gmb-2018-235785

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent mandaat beschermd wonen en opvang

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal

overwegende:

dat op 1 januari 2015 de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: de Wet) in werking is getreden, welke gemeenten opdracht geeft zorg te dragen voor maatschappelijke ondersteuning, waaronder onder meer het bieden van beschermd wonen en opvang wordt verstaan;

 

dat voor opvang en beschermd wonen tussen het Rijk en de VNG is afgesproken de in 2014 bestaande materiële situatie, dus de constructie met de centrumgemeenten, voorlopig te handhaven;

 

dat de middelen voor opvang en beschermd wonen daarmee voorlopig worden uitgekeerd aan de centrumgemeente Amersfoort;

 

dat de regiogemeenten met de gemeente Amersfoort een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten over de uitvoering van de taken en bevoegdheden op het gebied van beschermd wonen;

 

dat regiogemeenten een schriftelijk mandaat willen geven om de wethouder van de centrumgemeente Amersfoort bevoegd te maken om, namens hen, met de mogelijkheid van ondermandaat aan de Stichting Sociale Wijkteams Amersfoort, besluiten te nemen inzake beschermd wonen;

 

gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit:

  • 1.

    mandaat te verlenen aan de wethouder van de gemeente Amersfoort die belast is met de uitvoering van beschermd wonen en opvang, met de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat aan de Stichting Sociale wijkteams Amersfoort, voor de volgende bevoegdheden:

    • de collegebevoegdheden in het kader van artikel 2.3.2, 2.3.3 en 2.3.4 van de Wet indien er sprake is van een behoefte aan beschermd wonen (o.a. het ontvangen van meldingen en het doen van onderzoek);

    • de collegebevoegdheid tot het bepalen van de toegang tot een maatwerkvoorziening ten behoeve van beschermd wonen, waaronder begrepen het nemen van beslissingen tot (her)indicatie;

    • de collegebevoegdheden in het kader van artikel 2.3.5 van de Wet ten aanzien van het beslissen op aanvragen om een maatwerkvoorziening ten behoeve van beschermd wonen;

    • de collegebevoegdheden in het kader van 2.3.6 van de Wet ten aanzien van het beslissen op aanvragen om een maatwerkvoorziening ten behoeve en beschermd wonen;

    • de collegebevoegdheden in het kader van 2.3.8 tot en met 2.4.4 van de Wet voor zover er sprake is van een beslissing inzake een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van beschermd wonen;

    • alle collegebevoegdheden in het kader van de verordening maatschappelijke ondersteuning voor zover het een maatwerkvoorziening beschermd wonen betreft;

    • het verzoeken om aanvulling en het besluiten om een aanvraag niet in behandeling te nemen als bedoeld in artikel 4:5 Awb;

    • het verlengen van de beslistermijn als bedoeld in artikel 4:15 Awb

    • het vaststellen van de verschuldigdheid en de hoogte van een dwangsom als bedoeld in artikel 4:18 Awb en het beslissen op verzoek tot vaststellen van een dwangsom wegens niet tijdig beslissen;

    • alle andere besluiten die genomen moeten worden binnen de uitvoering van de hiervoor genoemde bevoegdheden.

  • 2.

    Beslissing op bezwaar zijn uitgesloten van het hiervoor genoemde (onder)mandaat (artikel 10:3 lid 3 Awb).

  • 3.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking, heeft terugwerkende kracht tot 1 oktober 2018 en wordt ingetrokken op de dag dat de samenwerkingsovereenkomst “Ondersteuning met Noodzakelijk Verblijf 2018-2022” wordt ontbonden.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 23 oktober 2018,

Burgemeester en wethouders van de gemeente van de gemeente Veenendaal,

 

 

mw. drs. A.P.W. van de Klift

gemeentesecretaris

 

P.A. Zoon

wnd. burgemeester