Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wmo-raad |
Citeertitel | Verordening Wmo-raad |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | achterban, advies, adviesraad, klankbordgroep, maatschappelijke ondersteuning, Wet maatschappelijke ondersteuning, Wmo, Wmo-raad |
Geen
Gemeentewet, art. 149
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-08-2007 | 12-07-2013 | Nieuwe regeling | 05-07-2007 Stadskrant, 09-08-2007 | 150/2007 |
Paragraaf 2 Taken en bevoegdheden
De Wmo-raad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van zijn taken in voorkomende gevallen binnen een door de gemeente beschikbaar gesteld budget, gebruik te maken van externe deskundigheid, waaronder begrepen een professionele externe onderzoeker. Het budget maakt onderdeel uit van de in artikel 10 lid 7 genoemde begroting.
De Wmo-raad heeft adviesrecht in de beleidsfases visievorming, beleidsvoorbereiding, ontwerpen beleidsplan, vaststellen verordeningen, beleidsuitvoering en beleidsevaluatie, waarbij in de fase beleidsvoorbereiding waar mogelijk coproductie zal plaatsvinden binnen door het college vastgestelde taakstellende kaders.
Artikel 4 Door het college te verstrekken informatie
De Wmo-raad krijgt van het college spontaan en op verzoek tijdig alle informatie die hij voor de uitoefening van zijn taken, zoals in deze verordening omschreven, nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat. Zonodig zullen ter zake deskundige ambtenaren mondelinge toelichting geven over lopend beleid, de invloed van (nieuw) rijksbeleid en/of over ideeën en plannen van college en/of gemeenteraad op het Wmo-beleidsterrein.
Paragraaf 4 Samenstelling en benoeming
De leden van de Wmo-raad zijn woonachtig in de gemeente Haarlem. Indien er geen geschikte kandidaat beschikbaar is, kan dispensatie van dit wooncriterium worden verleend door het college en kan worden toegestaan dat er kandidaten worden benoemd die niet woonachtig zijn in Haarlem. Voorwaarde is wel dat de desbetreffende kandidaat een aantoonbare binding heeft met de Haarlemse samenleving en de doelgroepen.
Artikel 8 Voordracht, benoemingen en zittingsduur
De leden zijn verplicht tot het bijwonen van de bijeenkomsten ter voorbereiding van een gevraagd advies. Als een zittend lid op jaarbasis meer dan de helft van het aantal overleggen verzuimt, wordt door de klankbordgroep een nieuw lid voorgedragen. Wanneer een zittend lid om geldige redenen langdurig moet verzuimen, kan de klankbordgroep een plaatsvervangend lid voordragen.
Artikel 10 Vergaderingen, middelen en faciliteiten
De gemeente Haarlem stelt de Wmo-raad faciliteiten voor al haar vergaderingen en een jaarlijks budget beschikbaar ter voorziening in zijn kosten, ter uitvoering van de werkzaamheden. De Wmo-raad stelt hiertoe jaarlijks, in overleg met het college, een jaaractiviteitenplan en een begroting op. Dit op basis van de gemeentelijke jaarplanning met betrekking tot het beleid, de evaluatie en besluitvorming op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.
Paragraaf 7 Overgangs- en slotbepalingen
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college na overleg met de Wmo-raad.
Deze verordening wordt slechts gewijzigd nadat de Wmo-raad in de gelegenheid is gesteld haar standpunt hierover kenbaar te maken
Twee jaar na inwerkingtreding van deze verordening stelt de Wmo-raad een onderzoek in naar zijn functioneren en brengt hiervan verslag uit aan het college. Dit verslag kan worden vergezeld van voorstellen tot wijziging van deze verordening. Voorts evalueert de Wmo-raad haar functioneren iedere 4 jaar.
Anders dan in bijvoorbeeld de Wet voorzieningen gehandicapten het geval was, kent de Wmo geen verplichting voor de gemeente om cliëntenparticipatie per verordening te regelen.Wel is de
participatie van burgers en belanghebbenden bij het beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning verankerd in artikel 11 en artikel 12. Voor deze verordening is met name artikel 12 van belang.
Artikel 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning stelt:
1.Alvorens een voordracht tot vaststelling door de gemeenteraad te doen, vraagt het college van burgemeester en wethouders over het ontwerp-plan advies aan de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.
2.Het college van burgemeester en wethouders voegt bij de voordracht tot vaststelling door de gemeenteraad tevens een motivering toe hoe het de belangen en behoeften van personen als bedoeld in artikel 11, tweede lid (ingezetenen die hun belangen en behoeften niet goed kenbaar kunnen maken) heeft gewogen.
De gemeente Haarlem kiest ervoor een Wmo-raad in te stellen, waardoor de participatie van belanghebbenden bij de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie wordt gewaarborgd. Op grond van artikel 150 van de Gemeentewet regelt de gemeente Haarlem de Wmo-raad in onderhavige
In deze paragraaf wordt een aantal begrippen nader omschreven. De verordening verwijst daar verder kortheidshalve naar.
Paragraaf 2 Taken en bevoegdheden
De Wmo-raad heeft als taak de het college en de gemeenteraad gevraagd en ongevraagd te adviseren over zaken betreffende de maatschappelijke ondersteuning. Het is van belang dat de Wmo-raad hierbij de diversiteit (waaronder ook de seksuele diversiteit) van burgers als uitgangspunt neemt.
Paragraaf 4 Samenstelling en benoeming
Binnen de Wmo-klankbordgroep heeft discussie plaatsgevonden over de vraag of beroepskrachten vanuit hun professie vertegenwoordigers kunnen zijn van belanghebbenden van maatschappelijke ondersteuning. Het algemeen gevoelen was, dat dit niet gewenst is: er is een breed gedragen voorkeur voor een Wmo-raad die bemenst is door leden vanuit de doelgroep zelf. Dit is een principe waarvan door de Wmo-klankbordgroep afgeweken kan worden als blijkt dat vertegenwoordiging van de
doelgroep door belanghebbenden zelf niet mogelijk is.
De contactambtenaar is tevens ambtelijk secretaris van de Wmo-raad. De Wmo-raad benoemt uit haar midden een penningmeester, die in overleg met de voorzitter, de contactambtenaar en de Wmo-raad jaarlijks een begroting opstelt en verantwoording aflegt over de besteding van de gelden.
De vergaderingen van de Wmo-raad zijn in beginsel openbaar. Bezoekers aan de vergaderingen hebben geen spreekrecht, tenzij zij door de Wmo-raad worden uitgenodigd te spreken.
In het artikel wordt verwezen naar artikel 86 van de Gemeentewet. Dit artikel regelt de beslotenheid en geheimhouding van raadscommissievergaderingen. Artikel 86 van de Gemeentewet luidt:
Een commissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren
behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden voorgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering
behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen,
Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van een commissie, het college
en de burgemeester, ieder ten aanzien van de stukken die hij aan een commissie overlegt.
Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft.