Organisatie | Zevenaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur gemeente Zevenaar 2018 |
Citeertitel | Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Zevenaar 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | AVOI |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2018 | Nieuwe regeling | 24-10-2018 | Z/18/312535 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Deze verordening is van toepassing op de procedures en voorschriften voor de aanleg, instandhouding inclusief het nemen van maatregelen, waaronder de verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen in of op openbare gronden.
Deze nadere regels kunnen in ieder geval betrekking hebben op:
het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verlegging, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen, het medegebruik van voorzieningen en het opstellen van voorschriften op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven
Hoofdstuk 2: Aanvragen en melden van graafwerkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van het door het college verleend instemmingsbesluit en zonder de afstemming van voorgenomen werkzaamheden met overige netbeheerders, kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden, te wijzigen, te verplaatsen of op te ruimen.
Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente Zevenaar, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het (voor)overleg tussen de grondroerder en de overige gedoogplichtige(n). Het bovenstaande geldt niet voor zover artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet van toepassing is.
In geval van spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in onderdeel q van artikel 1, volstaat een melding bij voorkeur voorafgaand aan de start van de werkzaamheden via het meldsysteem als bedoeld onderdeel p van artikel 1. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de melding uiterlijk binnen één werkdag na de uitvoering gemotiveerd worden gedaan aan het college, eveneens via het meldsysteem als bedoeld onderdeel p van artikel 1.
Artikel 6 Gegevensverstrekking
Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.
Artikel 8 Voorschriften en beperkingen bij instemming
Het college kan met inachtneming van de uitvoeringsvoorschriften aan het instemmingsbesluit nadere voorschriften of beperkingen verbinden in het belang van:
de ondergrondse ordening, waaronder ook wordt verstaan het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor al in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder ook verstaan worden werken ten behoeve van de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.
Artikel 9 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg
Een grondroerder moet op verzoek van het college bij de aanleg van kabels en leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik maken van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, voorzieningen. Deze verplichting geldt als dit technisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.
Het vooroverleg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, dan wel een door het college geïnitieerd overleg naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid, is er ook op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.
Hoofdstuk 3: Overige bepalingen
Artikel 10 Verleggingen van netten
Op het nemen van maatregelen wat betreft kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, waaronder het verplaatsen, op verzoek van de gemeente zijn de wettelijke regels van de Telecommunicatiewet van toepassing.
Op het nemen van maatregelen wat betreft kabels en/of leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden en niet vallend onder het eerste lid, waaronder het verplaatsen op verzoek van de gemeente of het anderszins nemen van maatregelen over in of op openbare grond aanwezige kabels en/of leidingen, zijn de door het college vastgestelde regels van toepassing, tenzij en voor zover daarover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen partijen:
De netbeheerder is verplicht op verzoek van de gemeente (aanwijzing) over te gaan tot het nemen van maatregelen voor kabels en leidingen ten dienste van zijn netwerk, waaronder het verplaatsen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente.
De door het college vastgestelde regels zijn van toepassing voor een op aanvraag toe te kennen financiële tegemoetkoming (bij wijze van nadeelcompensatie) in het geval dat een netbeheerder schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico kan worden gerekend en de vergoeding van deze schade niet op een andere wijze is verzekerd. Deze beleidsregels over nadeelcompensatie zijn vastgelegd als “Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen”.
Hoofdstuk 4: Handhavings- toezicht- en strafbepalingen
Artikel 17 Toezicht en handhaving
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen ambtenaren.
Artikel 18 Strafbepaling bij overtreding
Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Hoofdstuk 5: Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 22 Overgangsbepalingen en hardheidsclausule
De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn gemeld of aangevraagd en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen, instemmingsbesluiten en/of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken met de gemeente, zoals die hebben gegolden tot de inwerkingtreding van deze verordening, wordt per ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels van deze verordening.