Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bergen op Zoom

Verordening van de gemeenteraad van Bergen op Zoom houdende de Bouwverordening voor de Gemeente Bergen op Zoom

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBergen op Zoom
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van Bergen op Zoom houdende de Bouwverordening voor de Gemeente Bergen op Zoom
CiteertitelBouwverordening voor de Gemeente Bergen op Zoom
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpBouwverordening voor de Gemeente Bergen op Zoom

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 8 van de Woningwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-2018Nieuwe regeling

11-10-2018

gmb-2018-231413

RVB18-0062

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van Bergen op Zoom houdende de Bouwverordening voor de Gemeente Bergen op Zoom

De raad van de gemeente Bergen op Zoom,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

 

gelet op

 

besluit vast te stellen de

Bouwverordening voor de Gemeente Bergen op Zoom

 

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

1. In deze verordening wordt verstaan onder:

- bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, met inbegrip van een gedeelte daarvan, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

- NEN: een door de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven norm.

 

2. In deze verordening wordt verder verstaan onder:

- bevoegd gezag: dat wat daaronder wordt verstaan in de Woningwet;

- omgevingsvergunning voor het bouwen: dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

Artikel 1.2 Termijnen

(vervallen)

 

Artikel 1.3 Indeling van het gebied van de gemeente

1 Voor de toepassing van deze verordening geldt als indeling van de gemeente:

a het gebied binnen de bebouwde kom;

b het gebied buiten de bebouwde kom.

2 Als gebied binnen de bebouwde kom geldt het gebied, dat op de bij deze verordening behorende kaart als zodanig is aangegeven.

 

HOOFDSTUK 2 Omgevingsvergunning voor het bouwen

Paragraaf 1 Gegevens en bescheiden

 

Artikel 2.1.1 Aanvraag bouwvergunning

(vervallen)

 

Artikel 2.1.2 In de aanvraag op te nemen gegevens

(vervallen)

 

Artikel 2.1.3 Bij de aanvraag in te dienen bescheiden

(vervallen)

 

Artikel 2.1.4 Gegevens met betrekking tot het coördineren van vergunningaanvragen

(vervallen)

 

Artikel 2.1.5 Bodemonderzoek

1. Het onderzoek betreffende de bodemgesteldheid als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Woningwet bestaat uit:

a. de resultaten van een recent milieuhygiënisch bodemonderzoek verricht volgens NEN 5740, uitgave 2009, in overeenstemming met het onderzoeksprotocol dat volgt uit figuur 1

b. (Vervallen);

c. de resultaten van het nader onderzoek, verricht volgens het Protocol Nader Onderzoek deel 1 (SDU, uitgave 1994) of de Richtlijn Nader Onderzoek deel 1 (SDU, uitgave 1995), in het geval dat de resultaten van het verkennend onderzoek uitwijzen dat sprake is van bodemverontreiniging en voor de beoordeling van de ernst van deze verontreiniging een nader onderzoek, als bedoeld in het Protocol Nader Onderzoek deel 1 (SDU, uitgave 1994) of de Richtlijn Nader Onderzoek deel 1 (SDU, uitgave 1995), onontkoombaar is.

d. Indien op basis van het vooronderzoek aanleiding bestaat te veronderstellen dat asbest, daaronder mede begrepen asbestvezels, -deeltjes of –stof, in de bodem aanwezig is, vindt het onderzoek mede plaats op de wijze als voorzien in NEN 5707, uitgave 2003.

2. De plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.4, onder d van de Regeling omgevingsrecht geldt niet indien het bouwen betrekking heeft op een bouwwerk dat naar aard en omvang gelijk is aan een bouwwerk als genoemd in het Besluit omgevingsrecht, artikelen 2 en 3 van bijlage II. Deze verwijzing geldt niet voor de hoogtebepalingen in het Besluit omgevingsrecht, artikelen 2 en 3 van bijlage II.

3. Het bevoegd gezag staat een geheel of gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport bedoeld in artikel 2.4, onder d, van de Regeling omgevingsrecht toe, indien voor toepassing van artikel 2.4.1 bij het bevoegd gezag reeds bruikbare recente onderzoeksresultaten beschikbaar zijn.

4. Het bevoegd gezag kan een gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een onderzoeksrapport als bedoeld in artikel 2.4, onder d van de Regeling omgevingsrecht toestaan voor een bouwwerk met een beperkte instandhoudingstermijn, als bedoeld in artikel 2.23 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 5.16 van het Besluit omgevingsrecht, indien uit het in NEN 5725, uitgave 2009, bedoelde vooronderzoek naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid blijkt, dat de locatie onverdacht is dan wel de gerezen verdenkingen een volledig veldonderzoek volgens NEN 5740, uitgave 2009 niet rechtvaardigen.

5. Indien het bouwen pas kan plaatsvinden nadat de aanwezige bouwwerken zijn gesloopt, dient het bodemonderzoek plaats te vinden nadat is gesloopt en voordat met de bouw wordt begonnen.

 

Artikel 2.1.6 Overige gegevens en bescheiden behorende bij een aanvraag om bouwvergunning

(vervallen)

 

Artikel 2.1.7 Bouwregistratie

(vervallen)

 

Artikel 2.1.8 Bijzondere bepalingen omtrent de aanvraag om bouwvergunning woonwagens en standplaatsen

(vervallen)

 

Paragraaf 2 Behandeling van de aanvraag om omgevingsvergunning voor het bouwen

 

Artikel 2.2.1 Ontvangst van de aanvraag

(vervallen)

 

Artikel 2.2.2 Samenloop met vrijstelling ruimtelijke ordening

(vervallen)

 

Artikel 2.2.3 Bekendmaking van termijnen

(vervallen)

 

Artikel 2.2.4 In behandeling nemen en fasering bouwvergunningverlening

(vervallen)

 

Artikel 2.2.5 In behandeling nemen en bodemonderzoek

(vervallen)

 

Artikel 2.2.6 Kennisgeving van rechtswege verleende bouwvergunning

(vervallen)

 

Paragraaf 3 Welstandstoetsing

 

Artikel 2.3.1 Welstandscriteria

(vervallen)

 

Paragraaf 4 Het tegengaan van bouwen op verontreinigde grond

 

Artikel 2.4.1 Verbod tot bouwen op verontreinigde bodem

Op een bodem die zodanig is verontreinigd dat schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers, mag niet worden gebouwd voor zover dat bouwen betrekking heeft op een bouwwerk:

a. waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen zullen verblijven;

b. voor het bouwen waarvan een omgevingsvergunning voor het bouwen is vereist; en

c. 1. dat de grond raakt, of

2. waarvan het bestaande, niet-wederrechtelijke gebruik niet wordt gehandhaafd.

 

Artikel 2.4.2 Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwen

In afwijking van het bepaalde in artikel 2.4.1 en onverminderd het bepaalde in artikel 2.4, onder d, van de Regeling omgevingsrecht , kan het bevoegd gezag voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen, in het geval zij op grond van de Regeling omgevingsrecht bedoelde onderzoeksrapport en/of andere bij hen bekende onderzoeksresultaten dan wel op grond van het overeenkomstig het tweede lid van artikel 39 van de Wet bodembescherming goedgekeurde saneringsplan bedoeld in artikel 39, eerste lid, van die Wet van oordeel zijn, dat de bodem niet geschikt is voor het beoogde doel maar door het stellen van voorwaarden alsnog geschikt kan worden gemaakt.

 

Paragraaf 5 Voorschriften van stedenbouwkundige aard en bereikbaarheidseisen

Artikel 2.5.1 Richtlijnen voor de verlening van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen

(vervallen)

Artikel 2.5.2 Anti-cumulatiebepaling

Terrein dat voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen in aanmerking moet worden genomen mag niet nog eens bij de verlening van een omgevingsvergunning voor het bouwen voor een ander bouwwerk in aanmerking worden genomen.

Artikel 2.5.3 Bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer

(vervallen)

 

Artikel 2.5.3A Brandweeringang

(vervallen)

 

Artikel 2.5.4 Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten

(vervallen)

 

Artikel 2.5.5 Ligging van de voorgevelrooilijn

(vervallen)

 

Artikel 2.5.6 Verbod tot bouwen met overschrijding van de voorgevelrooilijn

(vervallen)

 

Artikel 2.5.7 Toegelaten overschrijding van de voorgevelrooilijn

(vervallen)

 

Artikel 2.5.8 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de voorgevelrooilijn

(vervallen)

 

Artikel 2.5.9 Bouwen op de weg

(vervallen)

 

Artikel 2.5.10 Plaatsing van de voorgevel ten opzichte van de voorgevelrooilijn. Afschuining van straathoeken

(vervallen)

 

Artikel 2.5.11 Ligging achtergevelrooilijn

(vervallen)

Artikel 2.5.12 Verbod tot bouwen met overschrijding van de achtergevelrooilijn

(vervallen)

 

Artikel 2.5.13 Toegelaten overschrijding van de achtergevelrooilijn

(vervallen)

 

Artikel 2.5.14 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de achtergevelrooilijn

(vervallen)

 

Artikel 2.5.15 Erf bij overige gebouwen

(vervallen)

 

Artikel 2.5.16 Erf bij overige gebouwen

(vervallen)

 

Artikel 2.5.17 Ruimte tussen bouwwerken

(vervallen)

 

Artikel 2.5.18 Erf- en terreinafscheidingen

(vervallen)

 

Artikel 2.5.19 Bouwen nabij bovengrondse hoogspanningslijnen en ondergrondse hoofdtransportleidingen

(vervallen)

 

Artikel 2.5.20 Toegelaten hoogte in de voorgevelrooilijn

(vervallen)

 

Artikel 2.5.21 Toegelaten hoogte in de achtergevelrooilijn

(vervallen)

 

Artikel 2.5.22 Toegelaten hoogte van zijgevels tegenover een achtergevelrooilijn

(vervallen)

 

Artikel 2.5.23 Toegelaten hoogte tussen voor- en achtergevelrooilijnen

(vervallen)

 

Artikel 2.5.24 Grootste toegelaten hoogte van bouwwerken

(vervallen)

 

Artikel 2.5.25 Hoogte van bouwwerken op niet aan een weg grenzende terreinen

(vervallen)

 

Artikel 2.5.26 Wijze van meten van de hoogte van bouwwerken

(vervallen)

 

Artikel 2.5.27 Toegelaten afwijkingen van de toegelaten bouwhoogte

(vervallen)

 

Artikel 2.5.28 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de toegelaten bouwhoogte

(vervallen)

Artikel 2.5.29 Vergunningverlening in afwijking van het verbod tot overschrijding van de rooilijnen en van de toegelaten bouwhoogte in geval van voorbereiding van nieuw ruimtelijk beleid

(vervallen)

Artikel 2.5.30 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen

(vervallen)

 

Paragraaf 6 Voorschriften inzake brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen

(vervallen)

 

Paragraaf 7 Aansluitplicht op de nutsvoorzieningen

 

Artikel 2.7.1 Eis tot aansluiting aan de waterleiding

(vervallen)

 

Artikel 2.7.2 Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet

(vervallen)

 

Artikel 2.7.3 Eis tot aansluiting aan het aardgasnet

(vervallen)

 

Artikel 2.7.4 Eis tot aansluiting aan de openbare riolering

(vervallen)

 

Artikel 2.7.5 Aansluiting anders dan aan de openbare riolering

(vervallen)

 

Artikel 2.7.6 Kwaliteit en dimensionering van de buitenriolering op erven en terreinen

(vervallen)

 

Artikel 2.7.7 Wijze van meten van de afstand tot de leidingen van het openbare net van de nutsvoorzieningen

(vervallen)

HOOFDSTUK 3 De melding

Artikel 3.1 De wijze van melden

(vervallen)

 

Artikel 3.2 Welstandscriteria

(vervallen)

 

 

HOOFDSTUK 4 Plichten tijdens en bij voltooiing van de bouw en bij ingebruikneming van een bouwwerk

Artikel 4.1 Intrekking omgevingsvergunning voor het bouwen bij niet-tijdige start of tussentijdse staking

(vervallen)

 

Artikel 4.2 Op het bouwterrein verplicht aanwezige bescheiden

(vervallen)

 

Artikel 4.3 Wijzigingen in gegevens bouwregistratie

(vervallen)

 

Artikel 4.4 Het uitzetten van de bouw

(vervallen)

 

Artikel 4.5 Kennisgeving aan het bouwtoezicht van start van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden

(vervallen)

 

Artikel 4.6 Opmetingen, ontgravingen, opbrekingen en onderzoekingen

(vervallen)

 

Artikel 4.7 Bemalen van bouwputten

(vervallen)

 

Artikel 4.8 Veiligheid op het bouwterrein

(vervallen)

 

Artikel 4.9 Afscheiding van het bouwterrein

(vervallen)

 

Artikel 4.10 Veiligheid van hulpmiddelen en het voorkomen van hinder

(vervallen)

 

Artikel 4.11 Bouwafval

(vervallen)

 

Artikel 4.12 Gereedmelding van (onderdelen van) de bouwwerkzaamheden

(vervallen)

 

Artikel 4.13 Melden van werken bij lage temperaturen

(vervallen)

 

Artikel 4.14 Verbod tot ingebruikneming

(vervallen)

HOOFDSTUK 5 Staat van open erven en terreinen, aansluiting op de nutsvoorzieningen en het weren van schadelijk en hinderlijk gedierte

Paragraaf 1 Staat van open erven en terreinen

 

Artikel 5.1.1 Staat van onderhoud van open erven en terreinen

(vervallen)

 

Artikel 5.1.2 Bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer

(vervallen)

 

Artikel 5.1.3 Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten

(vervallen)

 

Paragraaf 2 Staat van brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen

 

Artikel 5.2.1 Voorschriften inzake brandveiligheidsinstallaties en vluchtrouteaanduidingen

(vervallen)

Artikel 5.2.2 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in gebouwen niet zijnde woningen, woongebouwen, logiesverblijven, logiesgebouwen of kantoorgebouwen

(vervallen)

 

Artikel 5.2.3 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in woongebouwen

(vervallen)

 

Artikel 5.2.4 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in logiesverblijven en logiesgebouwen

(vervallen)

 

Artikel 5.2.5 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in kantoorgebouwen

(vervallen)

 

Paragraaf 3 Aansluiting op de nutsvoorzieningen

 

Artikel 5.3.1 Eis tot aansluiting aan de waterleiding

(vervallen)

 

Artikel 5.3.2 Eis tot aansluiting aan het elektriciteitsnet

(vervallen)

 

Artikel 5.3.3 Eis tot aansluiting aan het aardgasnet

(vervallen)

 

Artikel 5.3.4 Eis tot aansluiting aan de openbare riolering

(vervallen)

 

Artikel 5.3.5 Aansluiting anders dan aan de openbare riolering

(vervallen)

 

Artikel 5.3.6 Kwaliteit en dimensionering van de buitenriolering op erven en terreinen

(vervallen)

Artikel 5.3.7 Wijze van meten van de afstand tot de leidingen van het openbare net van de nutsvoorzieningen

(vervallen)

 

Paragraaf 4 Het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid

 

Artikel 5.4.1 Preventie

(vervallen)

HOOFDSTUK 6 Brandveilig gebruik

 

(Vervallen)

 

HOOFDSTUK 7 Overige gebruiksbepalingen

 

Paragraaf 1 Overbevolking

 

Artikel 7.1.1 Overbevolking van woningen

(vervallen)

 

Artikel 7.1.2 Overbevolking van woonwagens en woonketen

(vervallen)

Paragraaf 2 Staken van het gebruik

 

Artikel 7.2.1 Verbod tot gebruik bij bouwvalligheid

(vervallen)

 

Artikel 7.2.2 Staken van gebruik wegens gebrek aan veiligheid en gebrek aan hygiëne

(vervallen)

 

Artikel 7.2.3 Staken van het gebruik van een woonwagen

(vervallen)

 

Paragraaf 3 Gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen

 

Artikel 7.3.1  

Er wordt niet afgeweken van het bepaalde in artikel 2.2, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht.

 

Artikel 7.3.2 Hinder

(vervallen)

Paragraaf 4 Het weren van schadelijk of hinderlijk gedierte. Reinheid

 

Artikel 7.4.1 Preventie

(vervallen)

 

Paragraaf 5 Watergebruik

 

Artikel 7.5.1 Verboden gebruik van water

(vervallen)

Paragraaf 6 Installaties

 

Artikel 7.6.1 Gebruiksgereed houden van installaties

(vervallen)

 

HOOFDSTUK 8 Slopen

Paragraaf 1 Omgevingsvergunning voor het slopen

 

Artikel 8.1.1 Omgevingsvergunning voor het slopen

(vervallen)

 

Artikel 8.1.2 Aanvraag sloopvergunning

(vervallen)

 

Artikel 8.1.3 In behandeling nemen

(vervallen)

 

Artikel 8.1.4 Termijn van beslissing

(vervallen)

 

Artikel 8.1.5 Samenloop van slopen en bouwen

(vervallen)

 

Artikel 8.1.6 Weigeren omgevingsvergunning voor het slopen

(vervallen)

 

Artikel 8.1.7 Intrekking Intrekken omgevingsvergunning voor het slopen

(vervallen)

 

Paragraaf 2 Uitzonderingen op het vereiste van een omgevingsvergunning voor het slopen

 

Artikel 8.2.1 Sloopmelding

(vervallen)

 

Artikel 8.2.2 Overige uitzonderingen op het vereiste van een omgevingsvergunning voor het slopen

(vervallen)

Paragraaf 3 Verplichtingen tijdens het slopen

 

Artikel 8.3.1 Veiligheid op sloopterrein

(vervallen)

 

Artikel 8.3.2 Op het sloopterrein verplicht aanwezige bescheiden

(vervallen)

 

Artikel 8.3.3 Plichten van de houder van de omgevingsvergunning voor het slopen

(vervallen)

 

Artikel 8.3.4 Plichten van degene die sloopt

(vervallen)

 

Artikel 8.3.5 Wijze van slopen, verpakken en opslaan van asbest

(vervallen)

 

Artikel 8.3.6 Plichten ten aanzien van de sloop van tuinbouwkassen

(vervallen)

 

Paragraaf 4 Vrij slopen

 

Artikel 8.4.1 Sloopafval algemeen

(vervallen)

 

HOOFDSTUK 9 Welstand

Artikel 9.1 De advisering door de WelstandsMonumentenCommissie

 

1 De WelstandsMonumentenCommissie adviseert het bevoegd gezag over de welstandsaspecten van aanvragen:

a. om omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid a, f, g, en h en artikel 2.2, lid 1 sub b, c, h en i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

b. voor een aanwijzing van een onroerende zaak als monument;

c. voor cultuurhistorische subsidies.

2 De WelstandsMonumentenCommissie baseert haar advies op de in de welstandsnota genoemde welstandscriteria.

3 Waar “WelstandsMonumentenCommissie” staat, kan ook gelezen worden: ”Commissie Ruimtelijke Kwaliteit”.

4 Waar “welstandsnota” staat, kan ook gelezen worden “Nota ruimtelijke kwaliteit”.

 

Artikel 9.2 Samenstelling van de WelstandsMonumentenCommissie

 

1. De WelstandsMonumentenCommissie bestaat uit drie leden, te weten een voorzitter en twee leden, die deskundig zijn op het gebied van architectuur, ruimtelijke kwaliteit dan wel cultuurhistorie.

2. Voor de voorzitter en de leden worden plaatsvervangers aangewezen die hen bij afwezigheid vervangen.

3. De voorzitter en leden van de WelstandsMonumentenCommissie zijn onafhankelijk ten opzichte van het gemeentebestuur.

4. De WelstandsMonumentenCommissie wordt bijgestaan door een secretaris.

5. Bij afwezigheid van de ambtelijk secretaris treedt diens vervanger op.

 

 

Artikel 9.3 Benoeming ambtelijk secretaris

 

1. De ambtelijk secretaris en diens plaatsvervanger wordt door burgemeester en wethouders benoemd voor een termijn van 3 jaar.

2. De benoeming wordt elke drie jaar stilzwijgend verlengd.

3. Bij uitdiensttreding van de ambtelijk secretaris eindig de benoeming van rechtswege.

 

Artikel 9.4 Termijnen en wijze van advisering

 

1. De WelstandsMonumentenCommissie brengt het advies over aanvragen als bedoeld in artikel 9.1 eerste lid onder a uit binnen drie weken nadat door of namens het bevoegd gezag daarom is verzocht.

2. Burgemeester en wethouders kunnen in hun verzoek voor het uitbrengen van een advies aan de WelstandsMonumentenCommissie een langere termijn geven dan genoemd in lid 1 van dit artikel.

3. De WelstandsMonumentenCommissie adviseert en motiveert haar advies schriftelijk.

4. Het advies wordt door de ambtelijk secretaris en voorzitter ondertekend.

 

 

Artikel 9.5 Openbaarheid

 

Het reglement van orde van de WelstandsMonumentenCommissie bevat nadere regels over de openbaarheid.

 

Artikel 9.6 Advies onder verantwoordelijkheid

(vervallen)

 

HOOFDSTUK 10 Overige administratieve bepalingen

Artikel 10.1 De aanvraag om woonvergunning

(vervallen)

Artikel 10.2 De aanvraag om vergunning tot hergebruik van een ontruimde onbewoonbaar verklaarde woning of woonwagen

(vervallen)

 

Artikel 10.3 Overdragen vergunningen

(vervallen)

Artikel 10.4 Overdragen mededeling

(vervallen)

 

Artikel 10.5 Het kenteken voor onbewoonbaar verklaarde woningen en woonwagens alsmede onbruikbaar verklaarde standplaatsen

(vervallen)

 

Artikel 10.6 Herziening en vervanging van aangewezen normen en andere voorschriften

Het bevoegd gezag is bevoegd om rekening te houden met de herziening en vervanging van de NEN-normen, voornormen, praktijkrichtlijnen en andere voorschriften waarnaar in deze verordening – of in de bij deze verordening behorende bijlagen – wordt verwezen, indien de bevoegde instantie de betrokken norm, voornorm, praktijkrichtlijn of het voorschrift heeft herzien of vervangen en die herziening of vervanging heeft gepubliceerd.

 

HOOFDSTUK 11 Handhaving

Artikel 11.1 Stilleggen van de bouw

(vervallen)

 

Artikel 11.2 Overtreding van het verbod tot ingebruikneming

(vervallen)

 

Artikel 11.3 Stilleggen van het slopen

(vervallen)

 

Artikel 11.4 Onderzoek naar een gebrek

(Vervallen)

 

HOOFDSTUK 12 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12.1 Strafbare feiten

(vervallen)

 

Artikel 12.2 Overgangsbepaling bodemonderzoek

(vervallen)

Artikel 12.3 Overgangsbepaling met betrekking tot de staat van open erven en terreinen

(vervallen)

 

Artikel 12.4 Overgangsbepaling (aanvragen om) gebruiksvergunning

(vervallen)

 

Artikel 12.5 Overgangsbepaling sloopmelding

(vervallen)

 

Artikel 12.5a Overgangsbepaling aanvraag om bouwvergunning

Op een aanvraag om bouwvergunning, ontheffing of toestemming anderszins, die is ingediend vóór het tijdstip waarop deze wijzigingsverordening van kracht wordt en waarop op genoemd tijdstip nog niet is beschikt, zijn de bepalingen van de bouwverordening van toepassing, zoals die luidden vóór de onderhavige wijziging, tenzij de aanvrager de wens te kennen geeft dat de gewijzigde bepalingen worden toegepast.

 

Artikel 12.6 Slotbepaling

1 Deze verordening treedt in werking vanaf 1 november 2018.

2 Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt “Verordening tot 12e wijziging van de

bouwverordening voor de gemeente Bergen op Zoom” zoals op 26 april 2012 is vastgesteld.

3 Deze verordening kan worden aangehaald als “Bouwverordening voor de Gemeente Bergen op Zoom”.

 

 

 

BIJLAGEN

Bijlage 1 Gegevens en bescheiden aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen

1 (vervallen)

 

Artikel 1

De bij de aanvraag om omgevingsvergunning voor het bouwen behorende bescheiden als bedoeld in artikel 2.1.3 van de bouwverordening

2 (Vervallen)

 

Artikel 2 De bij de aanvraag om omgevingsvergunning voor het bouwen behorende gegevens en bescheiden als bedoeld in artikel 2.1.6 van de bouwverordening

3 (Vervallen)

 

Artikel 3 Funderingsplan

4 (vervallen)

 

Artikel 4 Constructieve en aanverwante gegevens

5 (vervallen)

 

Artikel 5 Bouwveiligheidsplan

6 (vervallen)

 

Artikel 6 Eisen ten aanzien van tekeningen

7 (vervallen)

 

Artikel 7 Eisen ten aanzien van berekeningen

(vervallen)

 

Toelichting bijlage 1

8 (vervallen)

 

Hoofdlijnen van de jurisprudentie

9 (vervallen)Bijlage 2 Gegevens en bescheiden aanvraag gebruiksvergunning

(Vervallen)

 

Bijlage 3 Gebruikseisen voor bouwwerken

(Vervallen)

 

Artikel 2 Verlichting/elektrische installatie

 

Bijlage 4 Gebruikseisen voor bouwwerken met uitzondering van de niet-gemeenschappelijke ruimten in woonfuncties

 

Bijlage 5 Toegestane hoeveelheid brandgevaarlijke stoffen

(vervallen)

Bijlage behorend bij artikel 6.2.2

(vervallen)

Bijlage 6 Opslag brandgevaarlijke stoffen

(vervallen)

 

Bijlage 7 Kwaliteitseisen voor buizen en hulpstukken van de buitenriolering op erven en terreinen

 

Bijlage als bedoeld in artikel 2.7.6

(vervallen)

 

Bijlage 8 Checklist voor de visuele inspectie van woningen en daarmee vergelijkbare bouwwerken op de aanwezigheid van asbest

(vervallen)

Bijlage 9 Reglement van orde van de welstandscommissie

 

Reglement van orde voor de WelstandsMonumentenCommissie van de gemeente Bergen op Zoom

 

OPENBAARHEID

 

Artikel 1 Vergaderdata en agenda

1. De data, het tijdstip en de locatie van de vergadering van de WelstandsMonumentenCommissie worden bekendgemaakt via de gemeentelijke internetsite.

2. De voorlopige agenda van de vergadering van de WelstandsMonumentenCommissie wordt geplaatst op gemeentelijke internetsite.

 

Artikel 2 Openbaarheid

 

Eenieder kan de vergaderingen van de WelstandsMonumentenCommissie bijwonen op de publieke tribune.

 

Artikel 3 Spreekrecht

 

1 Voorafgaande aan de behandeling van een plan bestaat de mogelijkheid voor belanghebbenden gedurende maximaal vijf minuten in te spreken. De voorzitter kan een langere spreektijd toestaan en kan het aantal sprekers per bouwplan aan een maximum verbinden.

2 Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken moeten dit minimaal één dag voor de vergadering van de commissie aan het secretariaat kenbaar hebben gemaakt.

 

Artikel 4 Verslag

 

Van de vergadering van de WelstandsMonumentenCommissie wordt een verslag gemaakt. Het verslag van de behandeling van plannen is openbaar en wordt op geplaatst op de gemeentelijke internetsite.

 

VERGADERORDE

 

Artikel 5 Quorum

 

De commissie kan slechts adviezen uitbrengen indien ten minste twee leden aanwezig zijn.

 

Artikel 6 Mondelinge toelichting

 

Planindieners en ontwerpers worden in de gelegenheid gesteld om de behandeling van hun plan bij te wonen en toe te lichten. De voorzitter bepaalt de spreektijd van planindieners en ontwerpers. De secretaris van de commissie draagt zorg voor het uitnodigen van planindieners en ontwerpers die dat wensen.

 

Artikel 7 Onafhankelijkheid

 

1 Indien de commissie om advies wordt gevraagd over het ontwerp van een plan dat door één van haar leden is vervaardigd, of indien de onafhankelijke advisering door de commissie op een andere wijze in het geding kan zijn, zal het betreffende commissielid aan de beraadslaging noch aan de advisering over dat plan deelnemen noch daarbij aanwezig zijn.

2 Het ontwerp van het plan mag wel door het commissielid worden toegelicht zoals bedoeld in artikel 7 van dit reglement.

 

 

 

Artikel 8 Stemming

 

De commissie adviseert bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken heeft de voorzitter een beslissende stem.

 

WELSTANDSADVIES: INHOUD EN MONDELINGE TOELICHTING

 

Artikel 9 Inhoud welstandsadvies

 

1. Het welstandsadvies is schriftelijk en gemotiveerd. Elk welstandsadvies bestaat in ieder geval uit:

a. Een korte duiding van het plan en zijn omgeving;

b. Een verwijzing naar de bij de beoordeling gebruikte welstandscriteria, indien de criteria van toepassing zijn, en een motivering;

c. Het advies en de motivering daarvan indien het een negatief advies is.

2. Bij een positieve advisering kan een expliciete motivering achterwege blijven, tenzij het bevoegd gezag daarom verzoekt, of indien er bezwaar tegen het bouwplan wordt ingediend.

3. In het advies wordt, zover van toepassing, onderscheid gemaakt tussen het welstandsaspect en het monumentenaspect.

 

Artikel 10 Toelichting op het welstandsadvies

 

De planindiener en/of de ontwerper kan verzoeken om een mondelinge toelichting op het welstandsadvies. Deze toelichting wordt gegeven door de secretaris. Indien de planindiener of ontwerper vervolgens eventueel een nadere toelichting wenst, wordt een afspraak gemaakt met de commissie.

 

SCHETSPLAN EN COLLEGIAAL OVERLEG

 

Artikel 11

 

(Vervallen)

 

KLACHTEN

 

Artikel 12

 

Klachten over het functioneren van de commissie worden schriftelijk ingediend bij de commissie zelf. Als klager en commissie niet tot een oplossing komen kan de klager zijn klacht indienen bij burgemeester en wethouders.

 

CITEERTITEL

 

Artikel 13

 

Dit reglement wordt aangehaald als “Reglement van orde voor de WelstandsMonumentenCommissie van de gemeente Bergen op Zoom”.

 

 

Bijlage 10 Tabel 2.6.1

(vervallen)

Bijlage 11 Tabel 2.6.5

(vervallen)

Bijlage 12 Tabel 2.6.8

(vervallen)

Bijlage 13 Kaart bebouwde kom

Aldus vastgesteld in de vergadering van de gemeente Bergen op Zoom van

De griffier, De voorzitter,

C.J.M. Terstappen