Organisatie | Lochem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleid voor paasvuren |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | Beleid voor paasvuren |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2018 | 23-10-2012 | nieuwe beleidsregel | 23-10-2012 |
Binnen de gemeente Lochem worden met Pasen diverse paasvuren ontstoken. Deze paasvuren zijn traditie. Voor het ontsteken van een paasvuur is een ontheffing op grond van de Wet milieubeheer (hierna: Wm) en de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV) nodig.
Op 1 februari 2005 heeft het college in aanvulling op de APV enkele beleidsregels voor paasvuren vastgesteld. Met deze beleidsregels zijn de verschillen tussen de paasvuren in Lochem en Gorssel opgeheven.
Inmiddels is er behoefte ontstaan om het beleid uit 2005 te herzien. Deze behoefte komt met name voort uit het beheersbaar willen houden van het aantal paasvuren en wildgroei te voorkomen. De afstanden worden vastgelegd ten opzichte van gebouwen, bebouwde kom en natuur. Ook is het wenselijk om het opruimen van de paasvuurbult te regelen indien deze niet aangestoken kan worden. Verder heeft de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland advies uitgebracht met betrekking tot de ondergrond van de stooklocatie, droogte en windkracht. Tevens zal de aanvraagprocedure makkelijker worden. Dit nieuwe beleid zal het beleid uit 2005 vervangen.
Op grond van artikel 10.2 van de Wm is het verboden om buiten een inrichting afval te verbranden. Snoeihout is afval en mag dus niet verbrand worden. Op grond van artikel 10.63 Wm heeft het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid om een ontheffing te verlenen van dit verbod.
In de APV is onder artikel 5.34 ook een verbod opgenomen om in de open lucht afvalstoffen buiten inrichtingen te verbranden. Het college van burgemeester en wethouders kan van dit verbod een ontheffing verlenen.
Vanwege het feit dat er bij alle paasvuren sprake is van een voor publiek toegankelijk paasvuur, is er tevens een evenementenvergunning nodig. De organisaties kunnen de evenementenvergunning in combinatie met de ontheffing voor het paasvuur aanvragen middels het aanvraagformulier voor evenementen.
De gemeente Lochem wil het aantal paasvuren graag beheersbaar en veilig houden. Om dit doel te verwezenlijken is het nodig om de beleidsregels vast te stellen, zodat onder andere het aantal paasvuren, de grootte van het paasvuur en de afstanden zijn vastgelegd.
Een aanvraag om ontheffing voor het houden van een paasvuur zal worden getoetst aan de beleidsregels, zoals genoemd onder 4.
Aan de ontheffing zullen de voorschriften zoals genoemd onder 5. worden verbonden.
De ontheffing moet worden aangevraagd met behulp van het formulier voor het aanvragen van een evenementenvergunning. Bij de aanvraag dient een situatie tekening op schaal te worden aangeleverd, schaal 1:100 of 1:250.Indien er geen wijzigingen zijn ten opzichte van het voorgaande jaar, kan de organisatie dit melden en zullen wij het formulier en de situatietekening van het voorgaande jaar gebruiken voor de beoordeling. Dit is een uitzondering op de eerste regel.
Indien het paasvuur door weersomstandigheden niet ontstoken mag worden kan het bevoegd gezag een alternatieve datum aankondigen. Indien van deze alternatieve datum geen gebruik wordt gemaakt of de weersomstandigheden het wederom niet toelaten, is de organisatie verplicht de paasvuurbult te verwijderen binnen een week na Pasen, of een week na de alternatieve datum.
1. Naast deze voorschriften zijn de artikelen van de Wet bodembescherming van toepassing, betreffende de zorgplicht voor een ieder tot voorkoming van verontreiniging van de bodem.
Onder artikel 3 van de beleidsregels is aangegeven dat alleen de bestaande organisaties in aanmerking komen voor een ontheffing. Dit zijn 14 organisaties, welke zijn opgesomd in bijlage 1. Het houden van 14 paasvuren binnen de gemeente is te overzien/controleerbaar voor de hulpdiensten/toezichthouders, echter uitbreiding van het aantal paasvuren is om deze reden niet wenselijk.
Er is aangegeven dat de organisatie van een paasvuur een lokaal maatschappelijk doel moet dienen. Gezien het traditionele en maatschappelijke karakter van de paasvuren kunnen deze organisaties het beste uitvoering geven aan de organisatie van paasvuren. Het openbare karakter wordt hiermee gewaarborgd. Hiermee wordt tevens voorkomen dat particulieren een paasvuur ontsteken om van snoeihout af te komen.
Er wordt uitsluitend ontheffing verleend voor het verbranden van snoeihout. Het verbranden van andere afvalstoffen is in het belang van het milieu verboden. Wanneer er wel andere materialen, tijdens de opbouw, op de paasvuurbult terecht komen, dienen deze te worden verwijderd en afgevoerd.
Het paasvuur mag alleen ontstoken worden met milieuvriendelijke materialen. Het gebruik van licht ontvlambare vloeibare of vaste brandstoffen, die de verbranding helpen op gang te brengen, is gevaarlijk voor de persoonlijke veiligheid en vormt een bedreiging voor een (brand)veilig vuur. Bovendien ontstaat door deze stoffen het risico van bodemverontreiniging. De paasvuurbult kan bijvoorbeeld worden ontstoken door gebruik te maken van schoon (en droog) plantaardig materiaal, zoals hooi en stro.
De minimale afstanden zijn noodzakelijk om hinder door stank en stof en de kans op natuurbrand zoveel mogelijk te voorkomen. Uiteraard zijn de windrichting en de weersomstandigheden hierbij van belang.