Organisatie | Waddinxveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels bijzondere bijstand 2018 |
Citeertitel | Beleidsregels bijzondere bijstand 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Beleidsregels bijzondere bijstand 2018 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2018 | Nieuwe regeling | 09-10-2018 | B&W/18/04707 |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Nota’s ouder dan een jaar komen niet voor vergoeding in aanmerking, tenzij vooraf met de belanghebbende is afgesproken dat de nota’s worden opgespaard.
HOOFDSTUK 2 INDIVIDUELE BIJZONDERE BIJSTAND
Artikel 6 Voorwaarden, draagkracht en toekenning
In aanmerking voor individuele bijzondere bijstand komt de belanghebbende zonder draagkracht:
die minimaal 18 jaar en ouder is en niet als student is aan te merken in de zin van de Wet studiefinanciering 2000, of de persoon die onderwijs volgt waarvoor hij in aanmerking kan komen voor een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, en de persoon die een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs in de beroepsbegeleidende leerweg volgt;
die niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en deze kosten naar het oordeel van het college niet kunnen worden voldaan uit het minimuminkomen, de individuele inkomenstoeslag, de individuele studietoeslag of het bescheiden vermogen zoals aangegeven in onderdeel d van dit artikel;
Een uitzondering is een substantiële wijziging van ten minste 25% van het inkomen per maand, bij een nieuwe aanvraag, tijdens een vastgestelde draagkrachtperiode. De vastgestelde draagkracht uit inkomen of vermogen wordt herbeoordeeld en getoetst aan het tweede lid. Indien niet meer wordt voldaan aan deze criteria wordt het recht ingetrokken en beëindigd.
Artikel 7 Voorliggende voorziening en noodzaak
De Wet op de rechtsbijstand (WRB), een rechtsbijstandsverzekering (voor zover afgesloten) en een advies van het Juridisch Loket worden als voorliggende voorzieningen beschouwd. Bijstand voor de eigen bijdrage is slechts mogelijk nadat op deze voorliggende voorzieningen een beroep is gedaan en daarna de eigen bijdrage is vastgesteld.
HOOFDSTUK 3 Medische kostensoorten
Bijzondere bijstand voor medische kosten kan alleen worden verstrekt voor die bedragen waarvoor vanuit de collectieve gemeentelijke zorgverzekering een vergoeding wordt verstrekt en voor zover de kosten niet vallen onder de basisverzekering, de aanvullende verzekering of de wettelijke eigen bijdrage, als bedoeld in de Zorgverzekeringswet.
Indien belanghebbende een andere ziektekostenverzekering heeft afgesloten dan de door de gemeente aangeboden collectieve zorgverzekering, wordt uitgegaan van het vergoedingenniveau van die andere verzekering, onder aftrek van de vergoedingen, waarvoor vanuit de gemeentelijke collectieve zorgverzekering de maximale vergoedingen worden verstrekt.
Artikel 10 In aanmerking te nemen medische kosten
Medische kosten komen in ieder geval in aanmerking voor bijzondere bijstand in geval van:
tandartskosten tot een maximaal bedrag gelijkgesteld aan het maximaal te vergoeden bedrag vanuit de collectieve gemeentelijke aanvullende ziektekostenverzekering per kalenderjaar. In zeer dringende gevallen kan voor noodzakelijke pijnbestrijding hiervan worden afgeweken, maar wordt het bedrag dat de maximale vergoeding overschrijdt verstrekt als een geldlening;
kosten voor brillen en contactlenzen komen in principe niet in aanmerking voor een vergoeding tenzij binnen een periode van 24 maanden op medische indicatie de noodzaak daarvoor aanwezig is. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de goedkoopste passende oplossing, tot aan het maximale bedrag dat door de zorgverzekeraar wordt vergoed voor een artikel;
Artikel 14 Inkomensafhankelijke bijdragen
Het eerste lid geldt niet voor de inkomensafhankelijke eigen bijdragen voor:
rechtsbijstand wanneer een Civiel toevoeging van de WRB ontbreekt, maar door de aanvrager is aangetoond dat de kosten rechtsbijstand noodzakelijk zijn, voortvloeien uit bijzondere omstandigheden en pijljaarverlegging is aangevraagd, vanwege een drastische financiële wijziging op het moment van de aanvraag;
kosten intake en beschermingsbewind, mentorschap en curatele, indien de kantonrechter de bewindvoerder, mentor of curator heeft benoemd;
Wanneer er sprake is van beschermingsbewind en mentorschap afzonderlijk, komen beide voor een vergoeding in aanmerking. De hoogte van de bijstand is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten met een maximum conform de wettelijke bepalingen de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
Artikel 15 Overbruggingskosten
Indien een belanghebbende de periode tot het tijdstip van uitbetaling van de eerste uitkering niet zelf kan overbruggen, kan een éénmalige betaling op grond van de wet plaatsvinden ten behoeve van het levensonderhoud ter overbrugging naar de eerstvolgende (reguliere) betaling van de periodieke uitkering.
Artikel 17 Inrichtingskosten en eerste woonlasten
De hoogte van de bijzondere bijstand is afhankelijk van de huurprijs of hypotheekrente plus aanverwante kosten koopwoning. Deze wordt in aanvang vastgesteld overeenkomstig de berekening huurtoeslag tot de maximale huurgrens. Dat bedrag wordt tot 100% boven de huurgrens aangevuld tot de werkelijke woonkosten huur of hypotheekrente.
Als een woonkostentoeslag als bedoeld in eerste lid onder b of c verleend wordt en voorzienbaar is dat, bij ongewijzigd huurtoeslagbeleid, de woonkostentoeslag het volgend huurtoeslagjaar ook nodig zal zijn, kan het college de voorwaarde verbinden dat de belanghebbende naar vermogen tracht een goedkopere woning te vinden. Er wordt dan voor een periode van maximaal 12 maanden woonkostentoeslag bijstand verleend.
Artikel 26 Terugvordering en verhaal
Invorderingen en terugvorderingen vinden plaats op de wijze zoals bepaald in de Beleidsregels Terugvordering en Verhaal gemeente Waddinxveen.
De bevoegdheid tot aanpassing, van normen of bedragen die zijn opgenomen in het tarievenoverzicht Sociaal Domein, berust bij het hoofd van de afdeling Maatschappij Werk en Inkomen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de beleidsregels, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.
Artikelsgewijze toelichting BB
Vereist geen nadere toelichting.
Het college stelt formulieren beschikbaar voor het aanvragen van bijzondere bijstand. De belanghebbende die een bijstandsuitkering voor levensonderhoud ontvangt, of de belanghebbende voor wie al een draagkrachtjaar is vastgesteld kan volstaan met het aanvraagformulier. Alle overige belanghebbenden dienen naast het aanvraagformulier ook het inlichtingenformulier te overleggen met de noodzakelijke gevraagde gegevens.
Nota’s ouder dan één jaar komen niet voor een vergoeding in aanmerking. De gedachte daarachter is dat de noodzaak tot verstrekking van bijzondere bijstand niet meer kan worden vastgesteld. De belanghebbende heeft immers in de kosten voorzien. Als belanghebbende niet in de kosten heeft voorzien dan zal er sprake zijn van een schuld aan derden die moet worden voldaan. Een uitzondering wordt gemaakt indien er van te voren is afgesproken dat betaalbewijzen/kwitanties kunnen worden opgespaard. Bijvoorbeeld omdat de afzonderlijke bedragen voor de zelfde soort kosten lager zijn dan de administratieve drempel.
Artikel 4 Administratieve drempel
De administratieve drempel is ingesteld, omdat onder het bepaalde bedrag verwacht mag worden dat de kosten zelf door de belanghebbende kan worden voldaan. Een uitzondering wordt gemaakt voor enkele specifieke kosten die in deze beleidsregels nadrukkelijk zijn benoemd.
Artikel 5 Hoogte van de bijzondere bijstand
De hoogte van de bijzondere bijstand is afhankelijk van de individuele situatie. Tenzij
nadrukkelijk anders bepaald, gelden hierbij de volgende uitgangspunten:
Artikel 6 Voorwaarden draagkracht en toekenning
Voor toekenning van bijzondere bijstand moet aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. De draagkracht uit inkomsten mag niet hoger zijn dan 130% van de geldende bijstandsnorm ook wel het minimuminkomen genoemd, en het vermogen mag niet hoger zijn dan 100% van het vermogen boven het bescheiden vermogen zoals vermeld in de artikelen 20 tot en met 24 van de Participatiewet, namelijk die voor een alleenstaande, alleenstaande ouder, gezin en kostendeler. Voor enkele kostensoorten wordt een ander draagkracht gehanteerd. Voor deze kosten is dat specifiek vermeld in het desbetreffende artikel.
Artikel 7 Voorliggende voorziening en noodzaak
Dat er geen bijstand kan worden verstrekt voor kosten waarvoor een voorliggende voorziening openstaat die als passend en toereikend wordt aangemerkt spreekt voor zich. Artikel 15 Pw sluit daarvoor iedere vorm van bijstand uit. Een uitzondering op de regel is voor de kosten betreffende de eigen bijdragen, met uitzondering van de eigen bijdrage voor WMO vervoer- en woonvoorzieningen. Daarvoor wordt geen bijzondere bijstand verstrekt, ondanks dat de noodzaak voor deze voorzieningen aanwezig is.
Artikel 8 Vorm van de bijstand
Artikel 48 van de wet geeft aan dat bijstand om niet wordt verstrekt tenzij dat uitdrukkelijk anders is bepaald. Bijzondere bijstand wordt daarom als gift verstrekt, omdat het bijzonder noodzakelijke kosten betreft waarin belanghebbende niet kan of heeft kunnen voorzien door onvoldoende draagkracht uit inkomsten en of vermogen.
Voor medische kosten geldt de zorgverzekeraar als een voorliggende voorziening die als passend en toereikend wordt aangemerkt. Omdat niet alle kosten vanuit de basis verzekering worden vergoed heeft de gemeente Waddinxveen haar inwoners een collectieve aanvullende zorgverzekering aangeboden, waarbij de meest gangbare kosten (deels) worden vergoed.
Artikel 10 In aanmerking te nemen medische kosten
Geen nadere toelichting noodzakelijk. Het artikel spreekt voor zich.
Artikel 11 Niet in aanmerking te nemen medische kosten
Voor alle soorten medische en paramedische kosten geldt de zorgverzekeraar, de Wlz en WMO als een voorliggende voorziening die als passend en toereikend wordt aangemerkt, ook als er niet in het geheel in deze kosten wordt voorzien. Voorbeelden daarvan zijn eigen bijdragen, waaronder voor tandartskosten, een gehoorapparaat et cetera die voor rekening van belanghebbende komen. Het recht op bijstand strekt zich evenmin uit tot kosten die in de voorliggende voorziening als niet noodzakelijk worden aangemerkt.
Voor de kosten van de eigen bijdrage voor WMO vervoer- en woonvoorzieningen wordt geen bijzondere bijstand verstrekt, ondanks dat de noodzaak voor deze voorzieningen aanwezig is. De WMO als een voorliggende voorziening die als passend en toereikend wordt aangemerkt,
In bepaalde gevallen is het noodzakelijk specialiste hulp in te schakelen om de noodzaak vast te kunnen stellen. Er zal dan advies moeten worden ingewonnen. Omdat het aanvragen van een (medisch)advies niet kosteloos is zal naar redelijkheid moeten worden overwogen of het aanvragen daarvan noodzakelijk is, of uit bepaalde (medische) bewijsstukken al is af te leiden dat de kosten noodzakelijk zijn.
Artikel 13 Kosten in verband met bevalling, kraamzorg en een babyuitzet
Geen nadere toelichting noodzakelijk, omdat belanghebbende vanaf de derde maand van de zwangerschap dient te reserveren voor deze kosten. Als belanghebbende dat niet doet dan kan dat worden aangemerkt als onverantwoordelijkheid handelen.
Artikel 14 Inkomensafhankelijke bijdragen
WMO vervoer en woonvoorzieningen. Voor de kosten van de eigen bijdrage voor WMO vervoer- en woonvoorzieningen wordt geen bijzondere bijstand verstrekt, ondanks dat de noodzaak voor deze voorzieningen aanwezig is.
Artikel 15 Overbruggingskosten
Overbruggingskosten zijn kosten die belanghebbende moet maken om in een korte periode in het levensonderhoud te kunnen voorzien. Meestal betreft het de periode tot aan de betaling van de bijstandsuitkering. Er wordt dan rekening gehouden dat de uitkering deels kan voorzien in het levensonderhoud voor de lopende kalendermaand. De uitkering die aan het van de kalendermaand wordt uitbetaald, moet namelijk voorzien in het levensonderhoud van de komende kalendermaand. Dat houdt in dat deze uitkering niet worden aangewend voor het levensonderhoud in de lopende kalendermaand.
De afspraak is dat ex-gedetineerden geen overbruggingsuitkering kunnen ontvangen, tenzij zij aan de voorwaarden voldoen van onderdeel c van dit artikel. De ex-gedetineerde ontvangt een voorschot op zijn aangevraagde uitkering. Het voorschot moet volstaan, omdat belanghebbende meestal (tijdelijk) bij een derde inwoont geen andere kosten als huur en die voor nutsvoorzieningen heeft.
De kosten voor een verhuizing behoren tot de algemene bestaanskosten waarvoor dient te worden gereserveerd. Het kan voorkomen dat er sprake kan zijn van een onverwachte noodzakelijke verhuizing. Met verhuiskosten wordt in dit artikel bedoeld de kosten die noodzakelijk zijn ter transport om de goederen van de ene woning naar de andere te verhuizen, of een woonurgentie. De kosten die betrekking hebben op de eerste huurnota en de inrichting van een woning worden behandeld in artikel 16 van deze beleidsregels.
Omdat voor deze kosten moet worden gereserveerd wordt bij een toekenning de bijzondere bijstand, met uitzondering van de woonurgentie, verstrekt in de vorm van een geldlening. De hoogte van de verhuiskosten is gemaximeerd. Het maximaal te verstrekken bedrag is opgenomen in het vergoedingenoverzicht. Voor een vergoeding van de verhuizing geldt de meest goedkope oplossing worden. Vooraf moet toestemming worden verleend. Het is niet de bedoeling dat er een verhuisbedrijf wordt ingeschakeld die bijvoorbeeld een aanzienlijke som vraagt, terwijl een ander bedrijf of andere oplossing goedkoper is. Voor de hulp bij de verhuizing moet ook een beroep op het eigen netwerk, waaronder familie, vrienden en kennissen, vrijwilligers of andere maatschappelijk betrokken instanties worden gedaan.
Artikel 17 Inrichtingskosten en eerste woonlasten
Geen nadere toelichting noodzakelijk. Dit artikel geeft duidelijk aan in welke situaties bijzondere bijstand kan worden verstrekt en in welke vorm, als gift of geldlening.
Artikel 18 Duurzame gebruiksgoederen
Duurzame gebruiksgoederen behoren tot de algemene bestaanskosten waarvoor dient te worden gereserveerd. In het inkomen tot aan de van toepassing zijnde bijstandsnorm is rekening gehouden met een reserveringscapaciteit tot 10% van het inkomen. Daarnaast kan de individuele inkomenstoeslag uitkomst bieden voor de vervanging van een duurzaam gebruiksgoed. Als er niet wordt gereserveerd voor deze kosten dan is er sprake van verwijtbaarheid. Het hebben van schulden is geen reden dat kan worden aangevoerd dat er niet kan worden gereserveerd (jurisprudentie).
In het kader van het minimabeleid is besloten om ouderen vanaf 75 jaar éénmaal per 36 maanden één duurzaam gebruiksgoed toe te kennen als gift.
Dat kan alleen zijn ter vervanging van hetzelfde duurzaam gebruiksgoed bij slijtage of als dat product kapot is en niet meer te repareren, of de kosten van de reparatie niet opwegen tegen een nieuw aan te schaffen product. Dat kan zij in geval het oude product doordat te oud is en de reparatie daarvoor niet meer in verhouding staat tot dat gebruiksgoed of een nieuw aan te schaffen product. De noodzaak moet te allen tijde aanwezig zijn, en de draagkracht uit inkomsten en vermogen bedraagt dan de geldende bijstandsnorm en 100% van het van toepassing vrij te laten vermogen.
Wie hoge huurkosten heeft, kan in beginsel een beroep doen op de huurtoeslag. Deze wordt verstrekt via de belastingdienst. Er zijn echter situaties waarin er geen huurtoeslag wordt verstrekt door de Belastingdienst. In dat geval kan belanghebbende wellicht in aanmerking komen voor de woonkostentoeslag. Ook voor een koopwoning bestaat de mogelijkheid voor een woonkostentoeslag.
Om in aanmerking te kunnen komen voor de woonkostentoeslag moet aan enkele voorwaarden worden voldaan. Deze staan hieronder aangeven.
De hoogte van de woonkostentoeslag is afhankelijk van de hoogte van de huur of de hypotheekrente. Ook wordt rekening gehouden met de hoogte van het inkomen en vermogen.
Woonkostentoeslag bij een huurwoning
Wanneer de huur van de woning hoger is dan de huurtoeslaggrens, kan voor de duur van 6 maanden een woonkostentoeslag worden toegekend. Per maand moeten de netto woonkosten (de ‘rekenhuur’ bij toeslagen) boven de huurtoeslaggrens liggen.
Woonkostentoeslag bij een eigen woning
Wanneer belanghebbende (mede)eigenaar is van en woont in een koopwoning, kan in uitzonderlijke gevallen woonkostentoeslag worden verstrekt. Bij een koopwoning gaat het om een tegemoetkoming in de kosten van:
Let op: aflossing van een hypotheek telt dus niet mee als woonkosten!
Artikel 20 Doorbetaling vaste lasten (huur en nutsvoorzieningen)
De bijzondere bijstand wordt aangemerkt als een voorliggende voorziening op grond van de Wet op de lijkbezorging. De kosten kunnen worden vergoed conform het vergoedingenoverzicht.
Geen toelichting. Het artikel spreekt voor zich.
Artikel 23 Legeskosten en gezinshereniging
Legeskosten en kosten voor de naturalisatie behoren, net als het verlengen van een ID-kaart en paspoort, tot de algemene kosten van het bestaan, waarvoor geen bijzondere bijstand mogelijk is. Uitzondering is slechts mogelijk als men voldoet aan onderdeel 2 van dit artikel. De reden daarvoor is het dan bijzonder noodzakelijke kosten betreft waarvan aangenomen mag worden dat er onvoldoende bestedingsruimte is om te kunnen reserveren.
De kosten voor een vliegticket of andere vervoerskosten komen niet in beginsel niet in aanmerking voor bijzondere bijstand, omdat er een beroep kan worden gedaan op een fonds die daarvoor bestemd is. Vluchtelingenwerk Waddinxveen spreekt dat fonds aan indien dat noodzakelijk is. Het fonds geldt als een voorliggende voorziening.
Het kan voorkomen dat de gelden uit dat fonds in een bepaalde periode zijn opgesoupeerd. In zo’n uitzonderlijke situatie zal Vluchtelingenwerk Waddinxveen een verzoek indienen samen met belanghebbende bij de Gemeente Waddinxveen voor de vervoerskosten.
In afwijking van de hoofdregel dat bijstandsverlening voor schulden niet mogelijk is, kan het college op grond van artikel 49 onderdeel b Participatiewet hiervoor toch bijzondere bijstand verlenen indien daartoe zeer dringende redenen bestaan en een borgstelling voor een saneringskrediet geen uitkomst biedt. Een belanghebbende dient voldoende aannemelijk te maken dat de mogelijkheden om - hetzij via een saneringskrediet, hetzij via een aanvraag op grond van de WSNP - tot een saneringsregeling te komen uitputtend onderzocht zijn, wil het niet kunnen voldoen van een schuld als zeer dringende reden als bedoeld in artikel 49 Participatiewet kunnen worden aangemerkt. Sanering dient op geen enkel andere wijze dan door het verstrekken van bijzondere bijstand mogelijk te zijn (zie Rechtbank Dordrecht 23-04-2009, nr. AWB 09/406). Bron: Grip op Pw 2017 (betreft een enkel voorbeeld. Voor meer voorbeelden uit de jurisprudentie zie Grip op Pw.
Artikel 25 Bijzondere bijstand voor levensonderhoud
Bij Lara Zorg verblijven veel jongeren, die geen Wajong uitkering meer kunnen krijgen en een beroep op de bijstand moeten doen om in de kosten van hun levensonderhoud te voorzien. Lara Zorg kan gedefinieerd worden als zijnde een inrichting op grond van de Participatiewet omdat sprake is van:
Jongeren onder de 21 jaar, die in een inrichting verblijven hebben op grond van artikel 13 lid 2 sub a geen recht op bijstand. Het recht op uitkering dient daarom in eerste instantie afgewezen te worden.
De achtergrond hiervan is, dat ouders van jongeren tot 21 jaar een onderhoudsplicht hebben op basis van het Burgerlijk Wetboek. Over het algemeen wordt van de ouders van deze jongeren dan ook om een bijdrage gevraagd in de kosten van het verblijf in de inrichting.
Op grond van artikel 12 Participatiewet kan gesteld worden dat een persoon van 18, 19 of 20 jaar recht heeft op (belaste) bijzondere bijstand voor zover de noodzakelijke kosten van het bestaan uitgaan boven de bijstandsnorm en hij voor deze kosten geen beroep kan doen op zijn ouders, omdat:
Gekozen is om de hoogte van de bijzondere bijstand gelijk te stellen aan de norm van een alleenstaande van 21 jaar of ouder, maar jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd die in een inrichting verblijft. De reden daarvoor is dat deze jongere bij het bereiken van de 21 jarige leeftijd ook de inrichtingsnorm zal ontvangen op grond van artikel 23 Pw.
Artikel 26 Terugvordering en verhaal
Geen toelichting noodzakelijk. De regels hiervoor zijn opgenomen in het debiteurenbeleid.
Omdat de beleidsregels voor een langere periode worden vastgesteld, kunnen bedragen per jaar veranderen. Ook kunnen er kleine wijzigingen optreden waardoor de hoogte van bedragen aangepast dienen te worden. Het is niet noodzakelijk voor deze kleine aanpassingen de beleidsregels opnieuw vast te laten stellen door het college. Het afdelingshoofd is in dat geval de aangewezen persoon de aanpassingen te verwerken in het tarievenoverzicht.
Artikel 28 Onvoorziene situaties
Zoals de titel al aangeeft zijn niet alle situaties van te voren te overzien en in beleid te gieten. In geval een dergelijke situatie zich voordoet en de noodzaak aanwezig is, dan zal er moeten worden geïndividualiseerd,
In (zéér dringende) specifieke (individuele) gevallen kan de burgemeester gebruik maken van zijn/haar bevoegdheid om af te wijken van deze beleidsregels en (alsnog) besluiten bijzondere bijstand toe te kennen Dat kan als gift of in de vorm van een geldlening.