Organisatie | Waddinxveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Re-integratieregeling Waddinxveen 2018 |
Citeertitel | Re-integratieregeling Waddinxveen 2018 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Re-integratieregeling Waddinxveen 2018 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2018 | Nieuwe regeling | 09-10-2018 | B&W/18/04707 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen;
gelezen het voorstel van 9 oktober 2018;
gelet op artikel 24, artikel 26, eerste lid, artikel 27, artikel 35, artikel 36, artikel 40, vijfde lid, artikel 41 en artikel 41, derde lid, van de Verordening Sociaal Domein gemeente Waddinxveen 2018;
overwegende dat het wenselijk is om budgetplafonds vast te stellen voor een aantal re-integratievoorzieningen, en voor een aantal re-integratievoorzieningen aanvullende voorwaarden;
De duur van de werkervaringsplaats bedraagt maximaal één maand. De werkervaringsplaats kan twee maal worden verlengd met een periode van een maand, met een maximum van in totaal twee maanden.
Artikel 4 Vervoersvoorzieningen
Onder vervoersvoorzieningen worden in ieder geval verstaan: een kilometervergoeding voor het gebruik van een eigen (aangepaste) auto of van een –aangepaste- bruikleenauto, inzet van een chauffeur voor de privé-auto, begeleiding bij het reizen met het openbaar vervoer, een (rolstoel-)taxikostenvergoeding, aanpassing van de eigen auto of ander vervoermiddel.
Artikel 5 Ondersteuning bij leer-werktrajecten
Bij een leer-werktraject wordt gelet op artikel 10f van de Participatiewet voor maximaal 6 maanden voor ten hoogste 12 uur per week ondersteuning geboden.
Werkgevers, niet zijnde uitzendbureaus
Artikel 8 Budgetplafond loonkostensubsidie
Voor 2018 wordt het budgetplafond, voor loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 41 van de Verordening Sociaal Domein gemeente Waddinxveen 2018, vastgesteld op € 50.000,=. De loonkostensubsidie die verstrekt wordt aan personen die gebruik maken van de voorziening Beschut Werk valt buiten zojuist genoemd budgetplafond.
De gemeenteraad moet regels vaststellen over de inzet van re-integratievoorzieningen, in ieder geval welke voorzieningen kunnen worden ingezet, hoe de voorzieningen worden verdeeld over de doelgroep, en onder welke voorwaarden personen in aanmerking kunnen komen voor de voorzieningen, en regels over een aantal voorzieningen. Dit wordt vastgelegd in de Verordening Sociaal Domein Waddinxveen 2018.
De verordening bepaalt dat het college van burgemeester en wethouders budgetplafonds en aanvullende voorwaarden kunnen vaststellen voor voorzieningen. Dit wordt geregeld in deze Re-integratieregeling Waddinxveen 2018. Deze regeling moet dus gelezen worden in samenhang met de Verordening Sociaal Domein Waddinxveen 2018.
Alleen die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.
Een werkervaringsplaats wordt aangeboden voor een periode van maximaal één maand. Daarna kan de werkervaringsplaats kan twee maal worden verlengd met een periode van een maand, met een maximum van in totaal twee maanden. Een verlenging moet duidelijk gemotiveerd worden. Bijvoorbeeld omdat een persoon nog onvoldoende werkervaring heeft opgedaan om de stap naar regulier werk te kunnen zetten.
Artikel 2 Participatievoorziening Beschut Werk
Het college realiseert het aantal beschut werkenplekken dat jaarlijks bij ministeriële regeling wordt vastgesteld voor de gemeente Waddinxveen (artikel 10b, lid 4, Participatiewet). Als er meer mensen in aanmerking komen voor Beschut Werken dan het aantal dat is vastgesteld bij ministeriële regeling, worden zij op een wachtlijst geplaatst.
Voor de uitvoering van beschut werk is het budget gerelateerd aan het aantal beschut werk plekken dat jaarlijks door het ministerie per gemeente wordt toebedeeld. Hierdoor is voor het beschut werk geen budgetplafond ingesteld.
Onder aanpassing van de werkplek worden in ieder geval verstaan: een aangepaste stoel en aanpassing van een machine, realiseren van een invalidentoilet.
Om de noodzakelijkheid van de werkplekaanpassing vast te stellen kan het college een medisch advies opvragen.
De bepaling is opgesteld in overeenstemming met de AGVV (Europese Verordening nr. 651/2014, L187, 57e jaargang, 26 juni 2014).
Met het tiende lid (de zogenaamde Deggendorfclausule) wordt uitvoering gegeven aan artikel 1, vierde lid, sub a van de AGVV. Zonder dit lid zou de verordening niet van toepassing zijn, zoals staat bepaald in zojuist genoemd artikel.
Artikel 4 Vervoersvoorzieningen
Onder vervoersvoorzieningen worden in ieder geval verstaan: een kilometervergoeding voor het gebruik van een eigen aangepaste auto of van een –aangepaste- bruikleenauto, inzet van een chauffeur voor de privé-auto, begeleiding bij het reizen met het openbaar vervoer, een (rolstoel-)taxikostenvergoeding, aanpassing van de eigen auto of ander vervoermiddel.
De vergoeding wordt toegekend voor het maximaal het aantal dagen in de week dat men werkt.
Vervoersvoorzieningen waarvoor vergoeding op grond van een andere wettelijke regeling mogelijk is worden niet vergoed; alleen de extra kosten die gemaakt moeten worden om naar het werk te reizen kunnen voor vergoeding in aanmerking komen.
Een werkgeverspremie is bedoeld als een financiële prikkel om werkgevers te stimuleren een uitkeringgerechtigde in dienst te nemen.
De uitzendsector is en blijft een cruciale sector om werkzoekenden parttime danwel full time aan het werk te helpen. Om in aanmerking te kunnen komen voor een werkgeverspremie moet een uitzendbureau een werkzoekende minimaal 208 uur werk geboden hebben binnen een periode van 6 maanden.
Om onder de Europese aanbestedingsgrens te blijven kan maximaal een premie van
€ 200.000,= per onderneming over een periode van 3 jaar worden toegekend.
De werkgever die een persoon die tot de doelgroep banenafspraak behoort een dienstverband aanbiedt, heeft de mogelijkheid om te kiezen voor enerzijds het toepassen van een reguliere loonkostensubsidie (op basis van vastgestelde loonwaarde bij aanvang van het dienstverband, met een maximum van 70% van het wettelijk minimumloon) en anderzijds een forfaitaire loonkostensubsidie (vast percentage van 50% van het wettelijk minimumloon) gedurende de eerste zes maanden van het dienstverband. De forfaitaire loonkostensubsidie wordt uitsluitend verstrekt indien er sprake is van een dienstverband van minimaal 12 maanden.
De forfaitaire loonkostensubsidie wordt naar evenredigheid verminderd, indien de arbeidsduur korter is dan de normale arbeidsduur, bedoeld in artikel 12 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.
Na 6 maanden wordt de loonkostensubsidie voortgezet, maar op basis van een tijdens de forfaitaire periode op de werkplek objectief vastgestelde loonwaarde.
De uitstroompremie is bedoeld om eventuele financiële drempels weg te nemen voor langdurig werklozen van ouder dan 27 jaar voor het aangaan van een dienstverband van minimaal zes maanden in de situatie dat zij niet langer aangewezen zijn op inkomensondersteuning door de gemeente.