Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Medemblik

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik houdende regels omtrent agressie- en omgangsprotocol

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMedemblik
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik houdende regels omtrent agressie- en omgangsprotocol
CiteertitelAgressie- en omgangsprotocol
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2018nieuwe regeling

25-06-2018

gmb-2018-226511

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik houdende regels omtrent agressie- en omgangsprotocol

Agressie- en omgangsprotocol voor medewerkers en bezoekers

 

Inhoudsopgave

  • Hoofdstuk 1 Inleiding

  • Hoofdstuk 2 Agressie en geweld

  • Hoofdstuk 3 Wie is waarvoor verantwoordelijk?

  • Hoofdstuk 4 Voorkomen van agressie en geweld

  • Hoofdstuk 5 Maatregelen en sancties

  • Hoofdstuk 6 Aangifte

  • Hoofdstuk 7 Opvang, nazorg en afwikkeling na incident

  • Bijlagen

    • Bijlage 1 Gedragsregels klanten / bezoekers

    • Bijlage 2 Huisregels medewerkers

    • Bijlage 3 Maatregelen en sancties

    • Bijlage 4 Meldingsformulier Agressie

    • Bijlage 5 Nazorggesprekken en ordegesprekken

    • Bijlage 6 Nazorgformulier agressie

    • Bijlage 7 Procedure toegangsverbod

    • Bijlage 8 Leidraad voor medewerkers:

      • A.

        bij beheersing en bestrijding telefonische agressie

      • B.

        bij beheersing en bestrijding schriftelijke en online agressie

      • C.

        bij beheersing en bestrijding van verbale agressie

      • D.

        bij beheersing en bestrijding van geweld

  • Bijlage 9 Bejegening social media

  • Bijlage 10 Procedure agressie-paniekknoppen

  • Bijlage 11 Checklist agressie risico inschatting huisbezoek (ARIH)

  • Bijlage 12 Stroomschema agressie

 

 

Hoofdstuk 1 Inleiding

De Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) helpt werkgevers en medewerkers om gezondheid, veiligheid en welzijn van medewerkers te bevorderen. Het risico op uitval door psychosociale arbeidsbelasting bij medewerkers met veel klantcontacten is groot. Vooral agressie en geweld zijn een factor van betekenis. Het is aan de werkgever om deze belasting te verminderen. Onderdeel van het arbobeleid is hoe de organisatie tegen agressie en geweld optreedt. Welke maatregelen hebben wij om agressie en geweld te verminderen of op te vangen?

Ook bestuurders kunnen te maken krijgen met agressie en geweld. In dit protocol wordt daarom onder “medewerker” ook “bestuurder” verstaan.

Agressieprotocol gemeente Medemblik

Er is verschil tussen emotioneel en agressief gedrag. Wanneer de klant praat over ‘ik’ en ‘jullie’ betreft het emotioneel gedrag. Wanneer de klant praat over ‘jij’ dan is het agressief gedrag.

Dit agressieprotocol beschrijft hoe gemeente Medemblik met agressief gedrag en geweld omgaat. Het verduidelijkt onze verantwoordelijkheden en geeft praktische handvatten aan medewerkers over houding en acties bij agressie en geweld en de interne melding en opvolging daarvan. Deze afspraken zijn belangrijk voor een systematische aanpak ter preventie van en omgang met agressie. Daarnaast organiseren we hiervoor ook agressietrainingen en staat informatie m.b.t. dit protocol in de personeelsgids.

Doel

Duidelijkheid vanuit de gemeente over de gewenste houding van medewerkers en bezoekers; aan de balie, aan de telefoon, op sociale media en in de openbare ruimte. En welke stappen we nemen bij een incident en hoe we dit afhandelen.

Uitgangspunten voor bezoeker/beller/klant, organisatie en bestuur

  • onze medewerkers gaan professioneel en respectvol om met klanten

  • medewerkers spreken klanten aan op onacceptabel gedrag (gedrag waarbij verbaal of fysiek agressie en/of geweld wordt gebruikt)

  • klanten gedragen zich respectvol naar medewerkers

  • onacceptabel gedrag leidt nooit tot honoreren van voorzieningen

  • bij ieder incident met verbaal of fysiek geweld, waarbij sprake is van een strafbaar feit, doen we aangifte

 

Medewerkers van gemeente Medemblik staan alle klanten met respect te woord. Klanten gedragen zich respectvol naar alle medewerkers van gemeente Medemblik.

 

Hoofdstuk 2 Agressie en geweld

Onder agressie en geweld vallen alle vormen van onacceptabel gedrag waardoor medewerkers of anderen zich persoonlijk gekwetst, onveilig of bedreigd voelen. Dit kan face to face, schriftelijk, telefonisch of via sociale media. Gemeente Medemblik accepteert dit niet.

Voorbeelden (zie ook intranet/webpagina en bijlage 9 bij dit document):

  • fysiek geweld:schoppen, spugen, slaan, gooien, steken of vastpakken, knijpen en haren trekken.

  • verbaal geweld:schelden op, beledigen of vernederen van of ruzie zoeken met een medewerker of een ander

  • intimidatie: het bedreigen van een medewerker of een ander, dreigen zichzelf iets aan te doen om iets gedaan te krijgen of om te voorkomen dat iets doen

  • stalken: achtervolgen, opwachten en lastig vallen.

  • discriminatie: seksualiteit, geloofsovertuiging of ras.

  • seksuele intimidatie: seksueel getinte opmerkingen of handtastelijkheden.

  • vernielingen: gooien met meubilair of voorwerpen en vernielen van zaken.

  • wapens of gevaarlijke voorwerpen binnen de gebouwen van de organisatie te brengen en te gebruiken.

 

Hoofdstuk 3 Wie is waarvoor verantwoordelijk?

Werkgever/college

  • zorgen voor een veilige werkomgeving;

  • vaststellen van het agressieprotocol;

  • zorgen dat medewerkers voldoende toegerust zijn om met agressie en geweld om te gaan

  • uitvoeren van het agressieprotocol indien sprake is van agressie of geweld richting bestuurder(s). In voorkomende gevallen vervult de burgemeester of diens vervanger de rol, die in dit protocol is voorzien voor de leidinggevende.

 

Leidinggevende/senior

  • inbedden en uitvoeren agressieprotocol;

  • agressie en geweld bespreekbaar maken in werkoverleg, dag-/weekstart en tijdens functioneringsgesprekken

  • bespreken aanpak bij (vermoeden van) agressie of geweld met de medewerker

  • invullen meldingsformulier agressie, samen met slachtoffer

  • opleggen/uitvoeren van maatregelen tegen de agressor

  • opvang en begeleiding slachtoffer;

  • nazorg medewerker;

  • organiseren van voldoende steun bij (on)aangekondigd bezoek van mogelijk agressieve klant

  • informeren van de receptionist over aangekondigd bezoek van mogelijk agressieve klant/lastige bezoeker of het toegangsverbod

  • informeren van de beleidsmedewerker openbare orde en veiligheid bij bezoek waar politie back-up gewenst is

 

Medewerker

  • professionele en respectvolle houding naar klanten

  • melden (vermoeden van) agressie en geweld bij leidinggevende

  • samen met leidinggevende invullen meldingsformulier agressie

  • bespreken van agressie en geweld met leidinggevende en afdeling

 

Collega’s

  • ondersteunen collega waar agressie of geweld tegen gericht is

 

Halteam

  • het Halteam bestaat uit zes medewerkers. Tenminste twee leden van het Halteam moeten tijdens werktijden aanwezig en bereikbaar zijn.

  • wanneer een medewerker op de alarmknop heeft gedrukt, ontvangen de Halteamleden een melding met de locatie. Zij komen daar zo snel mogelijk naar toe.

  • gesprek en dienstverlening aan de agressor beëindigen we direct. De medewerker die hulp heeft ingeroepen, verdwijnt uit zicht.

  • de agressor moet altijd het gebouw verlaten.

  • als agressor het pand niet wenst te verlaten, direct 112 bellen.

 

Na afloop van een incident doet de medewerker op het daarvoor bestemde formulier ‘meldingsformulier agressie’ verslag van de situatie. Een lid van het Halteam kan dit begeleiden. Alle leden van het Halteam krijgen deze notitie per e-mail toegestuurd en wordt het incident opgenomen als onderwerp bij de dagstart. Bij een incident waarbij de bezoeker een toegangsverbod krijgt opgelegd, wordt het incident ook opgenomen in het antwoordportaal. Ook volgt een evaluatie met de medewerker tegen wie de agressie gericht was. Initiatiefnemer hiertoe is de leidinggevende.

Afspraken en bijeenkomsten Halteam

  • als een lid van het Halteam een afspraak heeft die hij of zij niet tussentijds kan verlaten, zorgt deze voor (tijdelijke) vervanging.

  • tijdens rustige dagen/vakantieperiode maakt het Halteam een rooster, zodat er altijd leden van het Halteam aanwezig zijn.

  • bijeenkomsten Halteam. De leden van het Halteam komen zo nodig een uur bij elkaar om lopende zaken/belangrijke onderwerpen te bespreken. Alle Halteamleden krijgen de notulen hiervan, met de gemaakte afspraken over de taken per lid.

  • op de agenda staat in ieder geval: verslag vorige bijeenkomst, evaluatie laatste incidenten, rondvraag.

 

* Ook van verbaal agressie op social media, waarbij sprake is van een strafbaar feit dient aangifte te worden gedaan bij de politie.

 

Hoofdstuk 4 Voorkomen van agressie en geweld

Hoewel agressie of geweld niet volledig is uit te bannen staan in de huisregels (bijlage 2) tips om escalatie te voorkomen.

Vermoeden agressie

De medewerker meldt vermoedens van agressie of geweld aan de leidinggevende. Samen bespreken ze de aanpak en informeren collega’s.

Huisbezoek

De medewerker meldt bij collega’s wanneer hij/zij vertrekt en terug is. Bij vermoedens van mogelijke agressie of geweld vindt huisbezoek onder begeleiding of geen huisbezoek plaats.

Huis- en gedragsregels

We verwachten van bezoekers en medewerkers dat zij zich houden aan de gedragsregels (bijlage 1). Daarnaast zijn voor medewerkers de huisregels van toepassing(bijlage 2).

Inrichting ruimtes

Publieksruimtes zijn vriendelijk en veilig ingericht. Medewerkers die spreekkamers gebruiken of werken aan de loketten van publiekszaken weten de exacte locatie van de alarmknoppen. Zij weten ook welk proces start als zij die indrukken. Werkruimtes zijn niet toegankelijk voor bezoekers. Bij onbekenden vragen we voor wie ze komen.

Kennis/vaardigheden

De werkgever biedt medewerkers, die vanuit hun functie contact hebben met bezoekers, minimaal elke drie jaar een training in het omgaan met agressie. Medewerkers die daarbuiten behoefte aan informatie of een training hebben, bespreken dat met hun leidinggevende. Het agressieprotocol staat op intranet en informatie is opgenomen in de personeelsgids.

 

Hoofdstuk 5 Maatregelen en sancties

Onacceptabel gedrag zoals benoemd in de gedragsregels (bijlage 1) accepteren wij dus niet. Dit geldt voor binnen én buiten gemeentelijke gebouwen (of aan de telefoon). Een klant spreken we aan op zijn/haar gedraging en geven we eventueel een waarschuwing. Bij voortzetting van het gedrag helpen we de klant niet verder. Deze ontzeggen we, als dit noodzakelijk is, de toegang tot de gemeentelijke gebouwen of tot het opnemen van contact. In onderstaande tabel staan de sancties. In bijlage 3de toelichting.

Hoe te handelen bij onacceptabel gedrag van een bezoeker?

De medewerker spreekt de bezoeker hier op aan en geeft deze de kans dit gedrag te herstellen.

Als dat lukt, zetten we de dienstverlening voort. Lukt dit niet, dan roept de medewerker, via de alarmknop, assistentie van het Halteam op.

Het Halteam richt zich er op dat de bezoeker het gemeentehuis verlaat. Dus niet meer op het aanpassen van gedrag en het voortzetten van de dienstverlening. Het Halteam geeft de eerste nazorg aan betrokken medewerker(s) en licht hun leidinggevende(n) in.

De leidinggevende neemt de nazorg van het Halteam over voor de betrokken medewerker(s) en handelt conform het agressieprotocol. De leidinggevende maakt een brief en stuurt deze uit naam van gemeentesecretaris en burgemeester naar de betreffende bezoeker.

Met deze brief geven we een waarschuwing, leggen we een pandverbod op aan de bezoeker en/of nodigen deze uit voor een ordegesprek. Het ordegesprek is gericht op conformeren aan onze gedragsnormen.

Weigeren als adviseur/vertegenwoordiger/gemachtigde

Als bij een persoon ernstige bezwaren bestaan als gevolg van zijn of haar gedrag richting medewerkers kan het college en/of de burgemeester op grond van artikel 2:2 Algemene wet bestuursrecht weigeren dat betrokkene bijstand verleend aan een ander of deze vertegenwoordigt. Een dergelijke maatregel wordt vastgelegd in een brief van het betreffende bestuursorgaan en is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Degene aan wie bijstand wordt verleend of wordt vertegenwoordigd, wordt in kennis gesteld van de weigering van diens adviseur/vertegenwoordiger/gemachtigde.

 

Hoofdstuk 6 Aangifte

Als je vermoedt dat er een strafbaar feit is gepleegd, kun je altijd aangifte doen.

Je moet altijd aangifte doen bij:

  • een ernstige bedreiging geuit tegen de medewerker als persoon (artikel 285 WvSr)

  • fysieke agressie (artikel 300 t/m 303 WvSr)

  • vernieling (artikel 350 WvSr)

  • openlijke geweldpleging (artikel 141 WvSr)

  • beperkt anoniem aangifte doen (artikel 190 lid 3 WvSv)

 

De medewerker doet na een incident, waarbij sprake is van een strafbaar feit en waar nodig, aangifte bij de politie en meldt het incident aan de beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid. De leidinggevende ondersteunt en staat de medewerker hierin bij. Bij de medewerker OOV kan de medewerker terecht voor meer uitleg en mogelijkheden. De politie bepaalt (in overleg met het Openbaar Ministerie) of de betreffende klant/bezoeker vervolgd wordt.

De leidinggevende kan aangifte doen namens het slachtoffer maar alleen als daar bijzondere redenen voor zijn, zoals angst of iets dergelijks bij de medewerker, of als de emotionele belasting die het doen van aangifte met zich meebrengt. Aangifte namens de werkgever moet zich beperken tot uitzonderingen omdat het slachtoffer zelf het beste kan vertellen wat er is gebeurd.

Aangifte

  • De medewerker doet aangifte bij de politie en kiest als plaats van de gebeurtenis het adres van het gemeentehuis (Dick Ketlaan 21 in Wognum). De leidinggevende ondersteunt en staat de medewerker bij in dit proces.

  • De medewerker verzoekt na de aangifte de beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid, de politie te vragen of er wordt vervolgd of niet.

  • Bij vervolging wordt het slachtoffer door de politie gehoord als getuige.

  • Is er geen vervolging, maar wil het slachtoffer graag een gesprek met de politie, dan maakt de beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid hiervoor een afspraak.

  • Aangifte doen, kan ook onder nummer (anoniem). Voorwaarde is dat het slachtoffer dan zelf aangifte moet doen.

 

Noot:De politie gaat niet altijd akkoord dat een leidinggevende aangifte doet. Dit is niet juist. Laat je niet van de wijs brengen. Wees hierin duidelijk, dat dit protocol hetzelfde is als die van de politie. Mocht je er niet uitkomen, bel dan met de medewerker OOV of teamchef Politie.

 

Beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid

  • adviseert, indien gewenst, bij en over de aangifte

  • is contactpersoon voor de politie bij vragen

  • regelt, indien noodzakelijk, politie back-up bij gesprekken

  • doet aangifte als de leidinggevende dit niet kan doen

 

Hoofdstuk 7 Opvang, nazorg en afwikkeling na incident

De leidinggevende vangt het slachtoffer op en organiseert nazorg. Het incident en de gevolgde aanpak wordt in het eerstvolgende teamoverleg besproken.

Opvang

Direct na een incident staan de volgende punten centraal:

  • geruststellen, luisteren en ruimte geven voor het uiten van emoties

  • organiseren van steun uit de naaste omgeving (collega’s en eventueel thuisfront)

  • praktische zaken bespreken (doorwerken, vervoer naar huis)

  • bespreken van behoefte aan vervolggesprek of opvang via arbodienst

  • bespreken wens van de medewerker over contact met de betrokken klant

  • alertheid op signalen van verstoring in verwerking

 

Welke opvang is nodig?

De leidinggevende en het slachtoffer spreken af welke vorm van opvang en nazorg gewenst is. Zij kunnen kiezen voor verschillende soorten opvang, al naar gelang van de ernst van de situatie.

  • collegiale opvang: het voorval bespreken met één of meerdere collega’s of de leidinggevende

  • professionele opvang: het inschakelen van deskundige hulpverlening zoals bedrijfsmaatschappelijk werk

  • traumaverwerking: inschakelen van specialistische hulpverlening voor verwerking van traumatische ervaringen

 

Nazorg

Het is belangrijk het slachtoffer te ondersteunen bij de verwerking. Het verwerken van een heftige gebeurtenis duurt ongeveer 1 tot 6 weken. Daarna kan iemand vaak weer functioneren zonder dat de gebeurtenissen constant op de voorgrond staan. De leidinggevende voert in deze periode een aantal gesprekken met het slachtoffer. De inhoud van deze gesprekken staat in bijlage 5 en bijlage 6.

We kunnen een vervolgtraject inzetten en/of professionele hulpverlening inschakelen.

Registratie

In de CAO is afgesproken dat gemeenten incidenten van agressie en geweld registreren. Het is vaak onderdeel bij een controle van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Registratie vormt de basis voor de aanpak van agressie en geweld.

Door incidenten te registreren, ontstaat inzicht in aard en omvang van voorvallen. Hierdoor kunnen we gerichte preventiemaatregelen nemen.

Elk incident van agressie en geweld leggen we vast op een meldingsformulier agressie (bijlage 4). Dit formulier staat ook als sjabloon in Mitoffice. De medewerker vult dit formulier samen met de leidinggevende in bij een incident, ongeacht plaats of vorm. Dit wordt geregistreerd in Decos join. Een afschrift gaat naar P&O voor registratie. Eenmaal per jaar bespreekt het MO alle meldingsformulieren. Vanuit deze evaluatie kunnen we het agressieprotocol eventueel aanpassen.

Afwikkeling

Na elk incident volgt een maatregel tegen de agressor. Bijvoorbeeld een gesprek, schriftelijke waarschuwing of ontzegging tot gemeentelijke gebouwen. Ook verhalen we eventuele schade bij de agressor. De leidinggevende beslist over te nemen maatregel(en) en informeert de agressor hierover. In bijlage 7 staan voorbeeldbrieven. Bij een toegangsverbod informeert de leidinggevende ook de organisatie. Toelichting en handelswijze bij een toegangsverbod staan in bijlage 8

 

Noot: Afstemming met de ParticipatiewetZeer ernstige misdragingen o.g.v. artikel 9, zesde lid van de Participatiewet kunnen in combinatie met de Afstemmingsverordening leiden tot verlaging van de uitkering met 100% van de bijstandsnorm gedurende één maand.

 

Bijlagen

Bijlage 1 Gedragsregels klanten / bezoekers

Huisregels zijn gepubliceerd op de intranetsite van de gemeente Medemblik. Gedragsregels zijn zichtbaar bij de balies van het gemeentehuis en gepubliceerd op intra- en internet.

Gedragsregels Gemeente Medemblik

Wij verwachten van u dat u zich respectvol gedraagt naar onze medewerkers en naar overige bezoekers. Daarbij handelt u naar de algemeen maatschappelijk geaccepteerde omgangsvormen. Dezelfde respectvolle behandeling mag u ook van onze medewerkers verwachten.

Voorbeelden van gedrag dat wij zien als niet-respectvol en dus ongewenst:

  • Schelden of met geweld dreigen

  • Beledigende opmerkingen over uiterlijk, kleding, huidskleur, seksuele geaardheid of sekse

  • Met (grote) stemverheffing spreken

  • Het gebruik van geweld

  • Het plegen van vernielingen, gooien en smijten met spullen

  • Alle vormen van stalken: dit is het stelselmatig lastigvallen van een persoon, door die persoon te achtervolgen, steeds op hinderlijke wijze contact op te nemen, en soms ook te bedreigen

 

Verder is het niet toegestaan:

  • Zonder toestemming vanuit de publieksruimte het personeelsgedeelte te betreden

  • In de publieksruimte te roken, alcohol of drugs te gebruiken

  • Messen of andere soort wapens mee te nemen

  • Andere bezoekers lastig te vallen

  • Op andere wijze overlast te veroorzaken

 

Bijlage 2 Huisregels medewerkers

Huisregels zijn gepubliceerd op de intranetsite van de gemeente Medemblik. Gedragsregels zijn zichtbaar bij de balies van het gemeentehuis en gepubliceerd op intra- en internet.

Huisregels medewerkers Gemeente Medemblik

Agressie valt niet helemaal uit te bannen. Hieronder staan tips om het zoveel mogelijk te voorkomen:

  • Toon respect voor de bezoeker/klant door houding en gedrag

  • Stel duidelijke grenzen

  • Maak heldere afspraken en kom die ook na

  • Leg tijdig uit als het niet lukt om een afspraak na te komen

  • Houd je aan afspraken over bereikbaarheid

  • Probeer wachttijden te voorkomen

  • Voorkom achterstanden en kom termijnen na

  • Luister goed en neem de klant serieus

  • Blijf kalm en probeer een klant/bezoeker op zijn gemak te stellen en ga niet mee in zijn/haar emoties

  • Als je vermoeden, omdat je de klant kent of het dossier hebt gelezen, dat er misschien iets kan gebeuren neem dan altijd een collega mee op huisbezoek

 

Bijlage 3 Maatregelen en sancties

Schriftelijke waarschuwing

Een schriftelijke waarschuwing is een eerste maatregel die we kunnen nemen tegen een klant/bezoeker, nadat deze zich voor de eerste keer agressief en/of gewelddadig heeft geuit tegen een medewerker of de organisatie.

Een waarschuwing kunnen we onder andere geven bij:

  • onacceptabel gedrag, waaronder intimidatie (zie gedragsregels);

  • verbaal geweld, agressie via telefoon, schriftelijk of op sociale media;

  • stalken.

 

Ontzegging toegang tot het gebouw

Een gebouwverbod leggen we op wanneer een klant/bezoeker herhaaldelijk agressief en/of gewelddadig gedrag heeft vertoond. Bij fysiek geweld leggen we meteen een gebouwverbod op.

Ontzegging opnemen van contact

Een contactverbod leggen we op wanneer een klant herhaaldelijk agressief of buitensporig gedrag vertoont via telefoon of social media.

Wanneer doe je in ieder geval aangifte bij de politie?

Voor een goede landelijke registratie is het belangrijk altijd aangifte te doen. Wanneer doe je in ieder geval aangifte bij de politie:

  • bij bedreiging tegen jezelf of tegen familieleden;

  • bij geweldpleging;

  • bij het toebrengen van lichamelijk letsel;

  • bij het aanrichten van materiële schade;

  • na een ernstig incident, na bespreking met de leidinggevende;

  • in deze gevallen, vindt zo spoedig mogelijk na het voorval dan wel binnen 24 uur aangifte bij de politie plaats. Ter bescherming van de medewerker doet de leidinggevende aangifte en kiest als adres het gemeentehuis. De medewerker dient op dit adres wel bereikbaar te zijn voor de politie en het Openbaar ministerie om gehoord te worden als getuige.

 

Het kan ook voorkomen dat er geen bedreiging van een persoon plaats vind maar tegen de gemeentelijke organisatie. Bijvoorbeeld:”als ik nu niet geholpen wordt blaas ik hier de boel op”. Indien er bedreiging plaats vind tegen de gemeentelijke organisatie doen de volgende functionarissen aangifte namens de gemeentelijke organisatie:

De algemeen directeur, de sectormanager, het hoofd van de afdeling of een gemandateerde medewerker doet namens de gemeente Medemblik aangifte bij de politie. Dit vind plaats op grond van het mandaatbesluit algemeen directeur en sectormanagers. Er kan op grond van punt IX onder 1 van voornoemd mandaatbesluit ondermandaat worden verleend aan een afdelingshoofd. Op grond van punt XVII onder 1 van het “Ondermandaat afdelingshoofden” kan het afdelingshoofd de bevoegdheid tot aangifte van strafbare feiten namens de gemeente ondermandateren aan een medewerker.

Verhaal de schade

Bij ontstane materiële of immateriële schade als gevolg van fysiek geweld, moet de schade bij de verzekering opgegeven worden. Als het immateriële schade betreft, moet de medewerker zelf de schade verhalen. De organisatie kan hem/haar hierbij ondersteunen.

Bijlage 4 Agressie meldingsformulier

 

Meldingsformulier agressie

 

Bijlage 5 Nazorggesprekken en ordegesprekken door de leidinggevende/senior

Nazorggesprekken

1e gesprek (1 of 2 dagen na het incident)

Centraal staat de omschrijving van het incident:

  • reconstructie van de gebeurtenis: verhaal laten vertellen, gedetailleerd en in beelden.

  • beeld vormen van de reactie medewerker: klachten, symptomen, herbeleving.

  • zo nodig mobiliseren van steun.

  • bespreken of klant overgedragen moet worden aan een collega.

  • bespreken behoefte aan deskundige ondersteuning.

 

2e gesprek (2 weken na incident)

Doel en inhoud is gelijk aan het eerste gesprek.

  • opnieuw reconstructie van het gebeuren door vertellen van het verhaal.

  • vragen naar verloop van verwerking; hoe gaat het nu, afgelopen periode en de huidige klachten en symptomen.

  • bespreken behoefte aan deskundige ondersteuning.

 

3e gesprek (4 tot 6 weken na incident)

Centraal staat het terugblikken: is het gebeuren voldoende verwerkt.

  • stand van zaken bespreken ( hoe gaat het nu).

  • terugblikken op de afgelopen periode ( wat is er allemaal gebeurd en hoe is de medewerker hiermee omgegaan).

  • reconstructie verwerkingsverhaal (zijn er nog klachten of symptomen).

  • bij onvoldoende verwerking doorverwijzen.

 

Tijdens deze gesprekken het nazorgformulier invullen en ondertekenen.

Ordegesprekken

Per incident besluiten we of een ordegesprek volgt en wie hierbij aanwezig moeten zijn. Doel ordegesprek: iemand die zich misdragen heeft, aanspreken op zijn of haar gedrag. Hij of zij moet zich conformeren aan de gedragsnormen van de gemeente. En zich verantwoorden voor het gedrag voor we weer diensten verlenen. Bij het gesprek zijn naast de betrokken medewerker, de leidinggevende en/of een collega aanwezig. Dit is afhankelijk van het incident.

In een ordegesprek wordt in ieder geval besproken:

  • dat het gedrag van de klant (misschien begrijpelijk, maar) onacceptabel is

  • de voorwaarden voor voortzetting van onze dienstverlening: zich conformeren aan de organisatienorm

  • dat de persoon zich bereidt verklaart om zich aan die voorwaarden te houden

  • dat herhaling van het gedrag onherroepelijk leidt tot het staken van onze dienstverlening

 

De betreffende persoon ondertekent een verklaring. Van het gesprek en de afspraken wordt een verslag gemaakt en ondertekend door beide partijen.

Bijlage 6 Nazorgformulier agressie

 

Nazorgformulier agressie

 

Bijlage 7 Procedure toegangsverbod

De volgende stappen moeten we nemen als een klant/bezoeker een toegangsverbod heeft gekregen:

  • de ontzegging tot de gebouwen in een brief zetten. Je leidinggevende maakt de brief of afdeling Advies en Dienstverlening maakt de brief en zorgt voor ondertekenen en verzenden. (mogelijk juridisch vervolg?)

  • deze brief versturen:

    • per post/mail naar de agressor

    • aangetekend naar de agressor

    • per post/mail naar de politie

  • zo snel mogelijk de receptie informeren

  • van alle klanten die een ontzegging tot de gebouwen hebben, een kopie van de brief tot ontzegging, zo mogelijk met foto van betrokkene, bij de receptie bewaren

  • alle medewerkers van de gemeente Medemblik snel informeren over maatregelen en/of ontzeggingen door de leidinggevende. De leidinggevende informeert alle teams met intensieve klantcontacten.

 

Bijlage 8A Leidraad voor medewerkers bij beheersing en bestrijding telefonische agressie

Situatie: je ontvangt een telefoongesprek van een klant. Deze geeft aan iets te willen van de gemeente, maar doet dit met scheldend, beledigend, discriminerend of bedreigend taalgebruik.

Je maakt een inschatting van de ernst van de agressie.

  • bij schelden en beledigen, de klant tot de orde roepen en voor de keuze stellen: meewerken en het gesprek wordt voortgezet of niet meewerken en het gesprek wordt beëindigd

  • bij niet meewerken de verbinding verbreken

  • zo mogelijk de klant later terugbellen voor een telefo¬nisch ordegesprek (jij of je leidinggevende)

  • bij mislukking hiervan met je leidinggevende de verdere aanpak bespreken

  • bij discriminatie of bedreiging de verbinding zondermeer verbreken en aangifte doen van bedreiging

  • na de 1e keer de agressor een schriftelijke waarschuwing sturen van het college (hierin staat dat we bij herhaling van scheldend en beledigend gedrag een toegangsverbod opleggen). Je leidinggevende maakt de brief of afdeling Advies en Dienstverlening maakt de brief en zorgt voor ondertekenen en verzenden. (mogelijk juridisch vervolg?)

  • na de 2e keer een schriftelijk toegangsverbod voor bepaalde tijd sturen. Je leidinggevende maakt deze brief.

  • het toegangsverbod melden aan college, receptie en directe collega’s

  • je leidinggevende informeert alle medewerkers van de gemeente Medemblik snel over maatregelen en/of ontzeggingen

  • je leidinggevende vangt je op en organiseert nazorg. Ook bespreekt deze het incident en de gevolgde aanpak tijdens het eerstvolgende werkoverleg.

 

Bijlage 8B Leidraad voor medewerkers bij beheersing en bestrijding schriftelijke of online agressie

Situatie: je ontvangt schriftelijk een verzoek van een klant. Deze geeft aan iets te willen van de gemeente, maar doet dit met scheldend, beledigend, discriminerend of bedreigend taalgebruik.

Samen met je leidinggevende maak je een inschatting van de ernst van de agressie.

  • bij schelden en beledigen per direct aan de agressor een schriftelijke waarschuwing sturen van het college (hierin staat dat we bij herhaling van scheldend en beledigend gedrag een toegangsverbod opleggen)

  • de leidinggevende informeert de directe collega’s over de gevolgde procedure (om uit te sluiten dat de klant het via een andere collega opnieuw kan proberen)

  • we doen zondermeer aangifte

  • bij online agressie verwijdert team Communicatie, als het kan, de tekst zodra het gezien wordt. Is het toch nog te zien, dan met hun contact opnemen.

  • na de 1e keer de agressor een schriftelijke waarschuwing sturen van het college (hierin staat dat we bij herhaling van scheldend en beledigend gedrag een toegangsverbod opleggen). Je leidinggevende maakt eventueel i.o.m. afdeling Advies en Dienstverlening de brief.

  • na de 2e keer een schriftelijk toegangsverbod voor bepaalde tijd sturen. Je leidinggevende maakt eventueel i.o.m. afdeling Advies en Dienstverlening de brief.

  • het toegangsverbod melden aan college, receptie en directe collega’s; bij online agressie ook aan team Communicatie

  • alle medewerkers van de gemeente worden door de leidinggevende snel geïnformeerd over maatregelen en/of ontzeggingen.

  • je leidinggevende vangt je op en organiseert nazorg. Ook bespreekt deze het incident en de gevolgde aanpak tijdens het eerstvolgende werkoverleg.

 

Bijlage 8C Leidraad voor medewerkers bij beheersing en bestrijding van verbale agressie in een spreekruimte/aan de balie

Je maakt een inschatting van de ernst van de agressie

  • als de situatie hierom vraagt, bel je direct de politie via 112

  • bij schelden en beledigen, de klant tot de orde roepen en voor de keuze stellen: meewerken en het gesprek wordt voortgezet of niet meewerken en het gesprek wordt beëindigd

  • bij meewerken (positieve keuze) kan de inhoud van de vraag aan de orde komen; bij niet meewerken (negatieve keuze) beëindig je het gesprek en verlaat het vertrek/de balie

  • bij discriminatie en verbale bedreiging beëindig je onmiddellijk het gesprek en verlaat het vertrek/de balie

  • je vraagt assistentie van het Halteam

  • het Halteam sommeert de klant/bezoeker (zo nodig) maximaal tweemaal het gebouw te verlaten (= lokaalvredebreuk)

  • bij niet meewerken (negatieve keuze): Het Halteam waarschuwt de politie, Houdt de agressor in het oog en probeert de agressor tot kalmte te manen. Het Halteam neemt daarbij in afwachting van de politie een houding aan dat niet tot verdere escalatie leidt.

  • verlaat de agressor alsnog het gebouw; dan belt het Halteam de politie af.

  • nadat agressor door de politie is verwijderd, doet gemeente Medemblik aangifte van bedreiging

  • na de eerste keer een toegangsverbod voor bepaalde tijd sturen. Je leidinggevende maakt eventueel i.o.m. de afdeling Advies en Dienstverlening de brief en zorgt voor ondertekenen en verzenden.

  • het toegangsverbod melden aan college, receptie en directe collega’s

  • de leidinggevende informeert alle medewerkers van de gemeente Medemblik snel over maatregelen en/of ontzeggingen

  • je leidinggevende vangt je op en organiseert nazorg. Ook bespreekt deze het incident en de gevolgde aanpak tijdens het eerstvolgende werkoverleg.

 

Bijlage 8D Leidraad voor medewerkers bij beheersing en bestrijding van geweld tegen zaken in een spreekruimte/aan de balie

  • bij geweld tegen zaken beëindig je onmiddellijk het gesprek;

  • als de situatie hierom vraagt, bel je direct de politie via 112;

  • de medewerker vraagt assistentie van het Halteam

  • je verlaat het vertrek/de balie

  • Het HALteam sommeert de klant/bezoeker maximaal tweemaal het gebouw te verlaten (= lokaalvredebreuk)

  • bij niet meewerken (negatieve keuze): Het Halteam waarschuwt de politie, houdt de agressor in het oog en probeert de agressor tot kalmte te manen. Het Halteam neemt daarbij in afwachting van de politie een houding aan dat niet tot verdere escalatie leidt.

  • verlaat de agressor alsnog het gebouw; dan belt het Halteam de politie af

  • verlaat de agressor het gebouw niet; dan in afwachting van de politie een houding aannemen die niet tot verdere escalatie leidt

  • de schade verhalen we op de agressor

  • een toegangsverbod voor bepaalde tijd sturen. Je leidinggevende maakt de brief

  • het toegangsverbod melden aan college, receptie en directe collega’s

  • De leidinggevende informeert alle medewerkers over maatregelen en/of ontzeggingen. Je leidinggevende vangt je op en organiseert nazorg. Ook bespreekt deze het incident en de gevolgde aanpak tijdens het eerstvolgende werkoverleg.

 

Bijlage 9 Bejegening social media

Gemeente Medemblik is op social media actief, op Facebook, twitter, linkedin en dergelijke. Bestuurders gebruiken deze instrumenten ook. Het heeft vele voordelen, het is snel je bent benaderbaar en je kunt anderen volgen. De nadelen zijn dat je vaak maar beperkt ruimte hebt voor berichten. In de politiek is dat niet altijd handig wanneer je een besluit wilt toelichten. Reacties volgen snel en zijn ook niet altijd positief.

In sommige gevallen komt er grensoverschrijdend gedrag voor. Dat kan een belediging of een bedreiging zijn of zelfs gevallen van smaad en laster. Hoe kan daar het beste mee omgegaan worden? Hieronder enkele uitgangspunten die breed inzetbaar zijn.

Uitgangspunt 1: In de begindagen van social media was een uitgangspunt om niet te reageren op negatieve berichten. Het OM en andere overheden hebben daar nu een duidelijk ander standpunt in genomen: grensoverschrijdend gedrag op social media wordt hetzelfde aangepakt, als wanneer dit fysiek wordt ingezet.

Voor grensoverschrijdend gedrag is een agressieprotocol ingesteld. De uitgangspunten hierin zijn dat situaties waarin agressie voor kan komen geïnventariseerd zijn. De werkgever preventieve maatregelen moet nemen, zowel fysiek als in houding en gedrag. En er moet nazorg verleend worden. Ook de sancties zijn in het protocol duidelijk uitgewerkt.

Uitgangspunt 2: Bij grensoverschrijdend gedrag op social media wordt het agressieprotocol in werking gesteld.*

Voor smaad en laster is in de interne stukken niets terug te vinden, terwijl ook dit voorkomt. De organisatie is in deze zaken vooral kwetsbaar bij de nieuwe, gedecentraliseerde taken op het gebied van Wmo, Arbeidsparticipatie en Jeugdzorg. In de laatste groep hebben zich al gevallen voor gedaan van smaad en laster. De gemeente is in deze zaken extra kwetsbaar, omdat personen privékwesties aanhalen, waar de gemeente niet op kan reageren in verband met de Wet op de privacy. Echter, in deze zaken en in deze situaties is het nooit gebruikelijk om via social media een reactie te geven.

Uitgangspunt 3: Bij grensoverschrijdend gedrag of smaad en laster die geuit wordt via social media, wordt nooit via datzelfde middel gereageerd.

Het is van belang om het onderwerp in een één op één relatie verder door te nemen, als dit al niet is gebeurd. Is dat al wel gebeurd, dan is het nodig om maatwerk te leveren en te kijken in hoeverre de gemeente verplicht is om met diegene de situatie op te lossen (derden zijn nooit een partij in privékwesties).

Alle gevallen van grensoverschrijdend gedrag en smaad en laster moeten gemeld worden en inzichtelijk gemaakt worden. Net na de verkiezingen is het goed om dit onderwerp in het introductieprogramma te verwerken, net als het gentle agreement. Wellicht helpt het de organisatie ook, wanneer er intern weer nieuwe aandacht gegeven wordt aan het agressieprotocol met een toelichting op gevallen van smaad en laster en de werkafspraken hoe daar mee om te gaan als medewerkers daar ook via social media mee geconfronteerd worden.

Uitgangspunt 4: Incidenten inzichtelijk maken in een overzicht en regelmatig bespreken

Uitgangspunt 5: Hernieuwde aandacht voor agressieprotocol met nadere toelichting op smaad en laster en situaties die zich op social media voordoen.

  • * Uit het agressieprotocol:

 

Sancties

Bij herhaling binnen een jaar

Verbaal geweld:Mondelinge waarschuwingSchriftelijke waarschuwing wordt nagezonden

Geen contact met gemeente voor 3 maanden

Discriminatie:Geen contact met de gemeente voor 3 maanden

Geen contact met de gemeente voor 6 maanden

Fysiek geweld:Geen contact met de gemeente voor 6 maanden, als het een zaak betreftGeen contact met de gemeente voor 12 maanden, wanneer het een medewerker betreft

Geen contact met de gemeente voor 12 maanden., Geen contact met de gemeente voor 24 maanden.

Psychisch geweld:Geen contact met de gemeente voor 6 maanden

Geen contact met de gemeente voor 12 maanden.

Combinatie:Toepassing van de sanctie op de gedraging met de hoogste impact en hoogste sanctie

Verhoging van de sanctie met de hoogste impact en de hoogste sanctie.

 

Bijlage 10 Procedure agressie - Paniekknoppen

Noodknoppen en paniekknoppen

In de publieksruimtes van het gemeentehuis zijn zogenaamde noodknoppen en paniekknoppen. Waar deze zich bevinden en wat er gebeurt wanneer we deze knoppen gebruiken, is afgesproken tussen gemeente en meldkamer.

Agressief gedrag en heb je steun nodig? Gebruik de noodknop.

Bij verbale agressie, discriminatie of andere vormen van agressie, moet je inschatten of gebruik van de noodknop nodig is. De noodknoppen geven een interne melding naar het Halteam. Het Halteam komt dan naar je toe om je te ondersteunen.

Wel agressie, maar vind je het niet nodig de noodknop te gebruiken?

Schakel bij (dreigende) agressie altijd je leidinggevende en eventuele andere collega’s in. Met elkaar bepaal je de meest passende reactie. Deze kan variëren van een (mondelinge en schriftelijke) waarschuwing tot aangifte bij politie en/of een gebouwontzegging.

Overval/geweld/wapens: gebruik altijd de paniekknop

De paniekknoppen zijn voor spoedeisende agressie, vergelijk het met 112-bellen. De reactie van de politie is ook vergelijkbaar. De mate van agressie of de ernst van de situatie wanneer je de paniekknop gebruikt is niet eenduidig te beschrijven. Iedere situatie is anders. Als basis geldt: als je twijfelt: gebruiken!

Maar zeker bij:

  • fysiek geweld (slaan, schoppen, spugen, vastpakken, gooien met spullen, knijpen, haren trekken) gericht tegen een persoon

  • het dragen en/of tonen en/of gebruiken van wapens of gevaarlijke voorwerpen. Ook dreiging met gevaarlijke dieren (vaak honden) valt hieronder.

 

De paniekknoppen geven een alarmmelding naar de meldkamer. De meldkamer:

  • belt direct de politie met verzoek zo snel mogelijk aan te sturen naar de noodsituatie

  • vraagt direct een surveillant van Regio Control met spoed aan te sturen op de noodsituatie

  • neemt direct contact op met de receptie/callcenter van het gemeentehuis (op verschillende nummers) om aan te geven dat hulp onderweg is

 

De nood- en paniekknoppen bevinden zich onder het werkblad

  • in de spreekkamer NBG24 (naast de loketten)

  • van iedere publieksbalie in gebouw Noord

  • van iedere receptiewerkplek gebouw Noord

  • van iedere receptiewerkplek gebouw Midden

  • in de raadzaal is een zogenaamde mobiele paniekknop

 

Opvolging

De nood- en paniekknoppen in spreekkamer NBG24, aan receptie Noord en aan de loketten, geven een interne melding: in de (afgesloten en beveiligde) werkruimte achter de loketten geeft dit een duidelijk zichtbaar lichtsignaal, gecombineerd met een duidelijk geluid.

Op een display is zichtbaar welk van de werkplekken de alarmmelding geeft. Deze werkruimte is, ook tijdens avondopenstellingen, bemenst.

Testen

Minimaal 1 keer per jaar organiseren onze interne preventiemedewerkers in overleg met het afdelingshoofd Publiek een test met de knoppen.

Bijlage 11 Checklist Agressie Risico Inschatting Huisbezoek (ARIH)

 

Checklist Agressie Risico Inschatting Huisbezoek (ARIH)

 

Bijlage 12 Stroomschema, Agressie op kantoor

 

Stroomschema - Agressie op kantoor