Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lingewaard

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent standplaatsen- en ventvergunningenbeleid Standplaatsen- en ventvergunningenbeleid gemeente Lingewaard 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLingewaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent standplaatsen- en ventvergunningenbeleid Standplaatsen- en ventvergunningenbeleid gemeente Lingewaard 2018
CiteertitelStandplaatsen- en ventvergunningenbeleid gemeente Lingewaard 2018
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Standplaatsen- en ventvergunningenbeleid 2006.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Lingewaard/CVDR322922/CVDR322922_1.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-10-2018nieuwe regeling

09-10-2018

gmb-2018-226450

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent standplaatsen- en ventvergunningenbeleid Standplaatsen- en ventvergunningenbeleid gemeente Lingewaard 2018

[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke bekendmaking is op 17 oktober 2018 beschikbaar via de gemeentepagina van de gemeente Lingewaard]'

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard,

 

Overwegende:

dat het gewenst is om in beleidsregels criteria vast te leggen die een nadere invulling geven aan de artikelen 5:14 en 5:15, 5:17 tot en met 5:20 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Lingewaard 2018 (hierna APV);

 

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en op de artikelen 5:14, 5:15, 5:17 tot en met 5:20 van de APV;

 

besluit vast te stellen:

Standplaatsen- en ventvergunningenbeleid gemeente Lingewaard 2018

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

    • a.

      Onder een standplaats wordt niet verstaan een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet of een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:24 APV.

  • 2.

    Venten: het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten op een openbare plaats en in de openlucht gelegen plaats of aan huis.

    • a.

      Onder venten wordt niet verstaan het aan huis afleveren van goederen in het kader van de exploitatie van een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet, het venten op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet, het venten op een standplaats als bedoeld in artikel 5:17 APV.

  • 3.

    Openbare plaats: hetgeen in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties daaronder wordt verstaan.

  • 4.

    Standplaatsvergunning: vergunning voor het innemen van een standplaats.

  • 5.

    Vergunninghouder: de persoon op wiens naam de vergunning is gesteld.

  • 6.

    Vaste standplaats: standplaats die gedurende een opeenvolgende periode van minimaal 3 maanden steeds op dezelfde dag(en) en tijdstip(pen) wordt ingenomen.

  • 7.

    Maatschappelijke standplaats: standplaats die gedurende maximaal 3 aaneengesloten maanden wordt ingenomen ten behoeve van maatschappelijke dienstverlening waarbij geen producten mogen worden verkocht of contracten mogen worden aangeboden. Onder maatschappelijke dienstverlening wordt onder andere verstaan: bevolkingsonderzoek, educatieve of informatieve doeleinden.

  • 8.

    Seizoensstandplaats: standplaats die gedurende maximaal 3 aaneengesloten maanden wordt ingenomen voor de verkoop van seizoensgebonden waren en goederen.

  • 9.

    Standplaats op particulier terrein: standplaats die op particulier terrein wordt ingenomen met toestemming van de eigenaar.

     

Standplaatsen

Artikel 2 Innemen van een standplaats in de openbare ruimte

  • 1.

    Een standplaats kan alleen worden ingenomen op de gemeentelijke locaties, op de beschikbare dagen en voor zover nog niet is voldaan aan het maximum aantal tegelijkertijd ingenomen standplaatsen zoals opgenomen in tabel 1.

  • 2.

    Per locatie als opgenomen in tabel 1 mogen per branche maximaal twee vergunningen per week worden ingenomen. Met uitzondering van de standplaatslocatie aan de Langestraat, waar er één vergunning per branche per week mag worden ingenomen.

     

    Tabel 1

    Plaats:

    Locatie:

    Beschikbare dagen:

    Aantal standplaatsen:

    Angeren

    Emmastraat, parkeerplaats Dorpshuis *

    Onbeperkt

    2

    Bemmel

    Kinkelplein, nabij hoek Van Ambestraat-Dorpsstraat

    Niet op donderdag

    1 + 1 maatsch.

    Bemmel

    Markt

    Niet op donderdag

    3

    Bemmel

    Sportpark Ressen *

    Onbeperkt

    2

    Doornenburg

    Rijndijk, veerpont winterstoep *

    Onbeperkt

    1

    Doornenburg

    Hoek Kerkstraat/St. Maartenstraat

    Onbeperkt

    3

    Gendt

    Julianaplein

    Niet op vrijdag

    3

    Haalderen

    Kolkweg, Plein bij cafetaria Moos

    Onbeperkt

    2

    Huissen

    Looveer, De Molenweide

    Niet op vrijdag

    3 + 1 maatsch.

    Huissen

    Julianastraat *

    Vrijdag

    1

    Huissen

    Langestraat bij NH kerk

    Niet op vrijdag

    1

    Huissen

    Winterdijk, carpoolstrook *

    Onbeperkt

    2

    Huissen

    Plaza, Loovelden *

    Onbeperkt

    1

    Huissen

    Arnhemse Poort *

    Onbeperkt

    1

    Huissen

    Nielant, parkeerplaats bunker *

    Onbeperkt

    1

    * = geen stroomvoorziening beschikbaar op locatie, alleen in te nemen door standplaatsen die geen voorzieningen nodig hebben, dan wel zelfvoorzienend zijn.

    De exacte locaties zijn opgenomen in de bijlage behorend bij dit beleid.

Artikel 3 Duur, tijdstip standplaats

  • 1.

    Een vergunninghouder met een vaste standplaatsvergunning mag maximaal één dag per week op één locatie staan om te voorkomen dat de standplaats het karakter krijgt van een reguliere winkel.

  • 2.

    Een vergunning voor een vaste, seizoens- of maatschappelijke standplaats wordt voor maximaal 5 jaar verleend.

  • 3.

    Er wordt geen vergunning voor een seizoensstandplaats verleend voor dezelfde locatie voor de maand die direct aansluit op de periode van de laatst verleende vergunning.

  • 4.

    Een standplaatsvergunning op maandag tot en met zaterdag wordt verleend voor de tijd van 08:00 uur tot maximaal 22:00 uur. Binnen deze tijden dient ook de op- en afbouw van de standplaats plaats te vinden.

  • 5.

    Een standplaatsvergunning voor een zon- of feestdag wordt verleend voor de tijd van 13:00 uur tot maximaal 22:00 uur. Binnen deze tijden dient ook de op- en afbouw van de standplaats plaats te vinden.

  • 6.

    Standplaatsen mogen niet worden ingenomen tijdens een evenement op het evenemententerrein waarvoor een evenementenvergunning is verleend, dan wel, indien het een meldingsplichtig evenement betreft, het evenement tijdig is gemeld, tenzij de vergunninghouder schriftelijk toestemming heeft van de organisator van het evenement.

Artikel 4 Standplaats op particulier terrein

  • 1.

    Een standplaatsvergunning op particulier terrein kan worden verleend, indien:

    • a.

      in 1000 meter geen door de gemeente ingestelde markt wordt gehouden;

    • b.

      de afstand tussen de gewenste locatie en een andere voor die periode verleende standplaats meer dan 250 meter is;

    • c.

      de verkeersveiligheid niet in het geding komt, waaronder het uitzicht op kruisingen, oversteekplaatsen of uitritten wordt niet belemmerd;

    • d.

      de ter plaatse benodigde vrije doorgang voor het verkeer en hulpdiensten niet wordt belemmerd;

    • e.

      het niet leidt tot een onaanvaardbare toename van de parkeerdruk;

    • f.

      in de directe omgeving voldoende parkeergelegenheid is voor klanten met gemotoriseerd vervoer;

    • g.

      het niet is gelegen op een locatie welke is aangewezen ten behoeve van parkeren voor specifieke doeleinden;

    • h.

      de toegang tot gebouwen en brandkranen niet wordt belemmerd;

    • i.

      het uitzicht van woningen en kantoren niet onevenredig wordt belemmerd;

    • j.

      geen onevenredige geur- of geluidhinder of enige ander vorm van overlast te verwachten is voor gebruikers of zakelijk gerechtigden van in de nabijheid van de locatie gelegen onroerende zaken dan wel de eventuele overlast afdoende kan worden beperkt door het stellen van voorwaarden;

    • k.

      het niet binnen een natura 2000-gebied ligt, tenzij de provincie Gelderland daarvoor goedkeuring heeft verleend.

  • 2.

    De tijden als bedoeld in artikel 3, vierde en vijfde lid, zijn niet van toepassing op standplaatsen die worden ingenomen op particulier terrein.

Artikel 5 Voorwerpen bij standplaats

  • 1.

    Per standplaats zijn maximaal twee reclame-uitingen binnen de maximale afmetingen van de standplaats toegestaan.

  • 2.

    Deze reclame-uitingen mogen maximaal 90 centimeter breed en 125 centimeter hoog zijn.

  • 3.

    Een vergunninghouder mag statafels bij zijn standplaats plaatsen als deze binnen de maximale afmetingen van de standplaats worden geplaatst.

  • 4.

    Als de objecten in het eerste en derde lid buiten de aangewezen standplaatslocatie vallen of de standplaatshouder andere voorwerpen wil plaatsen, moet de standplaatshouder hiervoor een aparte vergunning aanvragen op grond van artikel 2:10a van de APV.

Artikel 6 Niet innemen standplaats (1:6 APV)

Indien de vergunninghouder van een vaste, seizoens- of maatschappelijke standplaats zijn standplaats 6 weken achtereenvolgend niet inneemt zonder schriftelijke opgaaf van redenen kan de vergunning door het college worden ingetrokken.

Artikel 7 Schoonhouden en ontruimen standplaats

  • 1.

    De vergunninghouder zorgt ervoor dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt.

  • 2.

    Bij het ontruimen van de standplaats moet de vergunninghouder zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving schoon opleveren.

  • 3.

    De standplaats dient, overeenkomstig artikel 3, vijfde en zesde lid, volledig ontruimd te zijn.

  • 4.

    Het derde lid geldt niet voor maatschappelijke standplaatsen en seizoensstandplaatsen voor zover zij meerdere aaneengesloten dagen gebruik maken van hun vergunning.

  • 5.

    De standplaatshouders van standplaatsen als bedoeld in het vierde lid mogen hun standplaats afgesloten laten staan op de dagen dat geen standplaats mag worden ingenomen conform tabel 1 van artikel 2, met uitzondering van de locaties die beschikbaar worden gesteld voor de weekmarkten.

  • 6.

    Aan het eind van elke dag moeten de standplaatsen bedoeld in het vierde lid schoon opgeleverd worden en eventuele brandbare spullen moeten uit de standplaats worden verwijderd.

     

Venten

Artikel 8 Ventvergunning

  • 1.

    Ter voorkoming van marktvorming, is het naast het verbod om te venten op dagen en tijden conform de APV, ook verboden om te venten:

    • a.

      op de dag voorafgaand aan en de dag van de weekmarkt in de kernen waar op dat moment weekmarkt is; en

    • b.

      op, dan wel binnen 250 meter van, locaties waarvoor standplaatsvergunningen zijn verleend.

  • 2.

    Er mogen maximaal 3 ventvergunninghouders tegelijkertijd binnen de gemeente venten, dit om overlast te voorkomen.

  • 3.

    Een ventvergunning wordt voor maximaal 5 jaar verleend.

     

Algemene en slotbepalingen

Artikel 9 Aanvraag en vergunningverlening

  • 1.

    Een vergunning wordt aangevraagd door middel van een daarvoor vastgesteld formulier.

  • 2.

    Vergunning wordt verleend op volgorde van binnenkomst van een volledige en ontvankelijke aanvraag.

  • 3.

    Een aanvraag voor het innemen van een vaste, seizoens- of maatschappelijke standplaats op 1 van de aangewezen locaties of een ventvergunning kan worden ingediend, indien op de website van de gemeente Lingewaard staat dat er een plaats beschikbaar is, dan wel drie maanden voor afloop van de bestaande vergunning.

  • 4.

    Een aanvraag voor het innemen van een standplaats op particulier terrein kan op elk moment worden ingediend en wordt verleend indien de aanvraag voldoet aan alle toetsingscriteria van artikel 4.

  • 5.

    Het college verleent uitsluitend vergunning aan handelingsbekwame, natuurlijke personen.

  • 6.

    De vergunning is persoonsgebonden.

  • 7.

    De vergunninghouder neemt de standplaats persoonlijk in.

  • 8.

    Het vijfde tot en met zevende lid zijn niet van toepassing op een maatschappelijke standplaatsvergunning en een ventvergunning. Deze vergunningen kunnen ook aan rechtspersonen worden verleend, mits voor de vergunning (een) verantwoordelijk(e) perso(o)n(en) door de rechtspersoon worden aangedragen.

  • 9.

    De vergunning is niet overdraagbaar en/of verhandelbaar.

  • 10.

    Indien door ziekte de vergunninghouder zijn standplaats niet kan innemen en een vervanger daarvoor in de plaats wil sturen, deelt hij dit schriftelijk mee aan het college. Vervanging bij plotselinge verhindering wordt mondeling aan het college gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

  • 11.

    Vervanging als bedoeld in het tiende lid is voor maximaal 6 weken toegestaan.

Artikel 10 Bibob-procedure

  • 1.

    Het college kan besluiten de vergunningsaanvraagprocedure uit te breiden met toepassing van de wet Bibob (Wet Bevordering Integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur).

  • 2.

    Op verzoek van het college vult de aanvrager, naast het aanvraagformulier standplaats- dan wel ventvergunning, ook het vragenformulier Bibob met de bijbehorende bijlagen in.

  • 3.

    De Bibob-vragenformulieren bevatten in elk geval vragen die het college zo goed mogelijk in staat stellen om het eigen onderzoek gericht op de integriteit van de aanvrager te kunnen verrichten.

  • 4.

    Het bestuursorgaan kan, wanneer daar aanleiding toe is, besluiten de Bibobprocedure op te starten wanneer de vergunning reeds is verstrekt. De vergunninghouder wordt hiervan op de hoogte gebracht. De vergunninghouder is verplicht hieraan mee te werken.

  • 5.

    Bij weigering om in gevallen als bedoeld in het tweede en vierde lid de Bibob-vragenformulieren in te vullen c.q. het niet naar waarheid invullen van deze vragenformulieren, kan het, naast een aangifte van verdenking van overtreden van artikel 225 Wetboek van Strafrecht (valsheid in geschrifte), ook een grond opleveren om de aanvraag buiten behandeling te stellen conform 4:5 Awb, de bestaande vergunning in te trekken dan wel bij een dusdanig korte periode van gebruik van de vergunning besluiten de volgende keer geen vergunning te verlenen.

Artikel 11 Intrekken oude regeling

Het Standplaatsen- en ventvergunningenbeleid 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    Een vergunning verleend met toepassing van het Standplaatsen- en ventvergunningenbeleid 2006 geldt als vergunning verleend op grond van dit beleid. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een vergunning op grond van dit beleid.

  • 2.

    Aanvragen die zijn ingediend onder het Standplaatsen- en ventvergunningenbeleid 2006, maar waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van dit beleid, worden afgehandeld overeenkomstig dit beleid.

  • 3.

    Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om vergunning op grond van het Standplaatsen- en ventvergunningenbeleid 2006 wordt beslist met toepassing van dit beleid.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Dit beleid treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 14 Citeertitel

Dit beleid wordt aangehaald als: Standplaatsen- en ventvergunningenbeleid gemeente Lingewaard 2018.

 

Toelichting bij standplaatsen- en ventvergunningenbeleid gemeente Lingewaard 2018

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voertuig/parkeren

In het eerste lid staat wat onder een standplaats wordt verstaan. Specifiek staat hierbij vermeld dat hierbij gebruik wordt gemaakt van fysieke middelen zoals een kraam, een wagen of een tafel. Hieronder wordt niet verstaan het parkeren van een voertuig bij de standplaats. De standplaatsvergunning geeft alleen recht op het plaatsen van de kraam, wagen, tafel etc. waarmee de standplaats wordt ingenomen dan wel van waaruit/waarachter de goederen dan wel diensten worden aangeboden.

Het parkeren van een bus, auto of ander voertuig, voor zover het niet het middel is waarmee de standplaats wordt ingenomen zoals hierboven omschreven, (ook indien hierin voorraad wordt bewaard) dient te geschieden op een parkeerplaats. Parkeren is niet op alle standplaatslocaties toegestaan.

 

Particuliere standplaats

Voor een standplaats op een particulier terrein is ook een vergunning nodig, dit omdat een particulier terrein in dit geval een openbare plaats is. Het gebruik van het terrein voor een standplaats heeft een publiek karakter. De standplaatshouder beoogt het (passerend) publiek vrij toegang te verschaffen tot het terrein waarop de standplaats wordt ingenomen. Vandaar dat voor het innemen van een standplaats op particulier terrein ook een standplaatsvergunning benodigd is. 1

 

Maatschappelijke standplaats

Op een maatschappelijke standplaats mogen geen producten worden verkocht of contracten worden aangeboden. Dan heeft de maatschappelijke standplaats namelijk een concreet commercieel/winstgevend doel dat niet overeenkomt met de maatschappelijke dienstverlening. Het innemen een standplaats met een concreet commercieel/winstgevend doel kan wel met de andere standplaatsmogelijkheden.

 

Artikel 3 Duur, tijdstip standplaats

Concurrentie/branchering

In het eerste lid staat dat een vaste standplaats één dag per week op één locatie mag worden ingenomen om te voorkomen dat de standplaats het karakter krijgt van een reguliere winkel.

 

5 jaar

Een vaste, seizoens- of maatschappelijke standplaats wordt voor maximaal 5 jaar verleend. Indien een vergunning voor een kortere duur wordt aangevraagd, wordt deze niet ambtshalve voor 5 jaar verleend: de vergunning wordt verleend voor de duur waarvoor deze is aangevraagd (waarbij maximaal voor 5 jaar). Dit geldt ook voor ventvergunningen die op grond van artikel 8 voor 5 jaar worden verleend.

 

Tijden

Bij de tijden voor het innemen van een standplaats wordt aangesloten bij winkelopeningstijden.

 

Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen

Er is een nieuwe landelijke wettelijke regeling ingegaan. Deze regeling gaat over brandveilig gebruik van onder andere bakkramen en –wagens.

Dit is ook van toepassing op standplaatsen die worden ingenomen met bakkramen, een gasinstallatie of wagen waarin wordt gefrituurd. Op grond van deze regeling gelden er bijvoorbeeld afstandseisen tussen kramen onderling en tussen kramen en gebouwen.

Omdat landelijke regelgeving direct van kracht is, hoeven de van toepassing zijnde voorwaarden niet te worden overgenomen in beleid of in vergunningsvoorschriften. De vergunninghouder dient ervoor te zorgen dat hij de regeling kent en moet de regeling naleven bij het innemen van de standplaats.

 

Artikel 4 Standplaats op particulier terrein

De tijden voor het innemen van standplaatsen als bedoeld in artikel 3 gelden niet voor standplaatsen op particulier terrein, omdat hierover met de eigenaar van het particuliere terrein afspraken worden gemaakt.

 

Artikel 5 Voorwerpen bij standplaats

In het derde lid staat dat een vergunninghouder statafels bij zijn standplaats mag plaatsen als deze binnen maximale afmetingen van de standplaats worden geplaatst. Hierbij is bewust gekozen voor statafels en geen ‘terras’, omdat een zitgelegenheid bij een standplaats in beginsel niet wenselijk is.

Een zitgelegenheid biedt publiek namelijk de gelegenheid om langer bij de standplaats te blijven en kan overlast veroorzaken voor omwonenden of de bereikbaarheid.

 

Artikel 6 Niet innemen standplaats (1:6 APV)

In artikel 6 staat dat een standplaatsvergunning kan worden ingetrokken indien het een bepaalde duur niet ingenomen wordt. De grondslag hiervoor ligt in artikel 1:6 van de APV.

Op grond van artikel 1:6 van de APV zijn er ook andere redenen om een vergunning of ontheffing in te trekken of te wijzigen. Zo kan een vergunning wordt gewijzigd of ingetrokken bij het veranderen van omstandigheden/inzichten bijv. bij een herinrichting waardoor de standplaats niet langer kan worden ingenomen.

 

Artikel 9 Aanvraag en vergunningverlening

Schaarse vergunningverlening

Uit jurisprudentie (uitspraak van de rechter) volgt dat wanneer er maar één of een beperkt aantal kan worden verleend, terwijl er meer (potentiële) aanvragers zijn, er sprake is van een schaarse vergunning. Een vergunning voor een standplaats is een goed voorbeeld van zo’n vergunning. De gemeente moet bij het verlenen van schaarse standplaatsvergunningen potentiële gegadigden de mogelijkheid bieden om naar de beschikbare vergunningen mee te dingen. Dit vloeit voort uit het formele gelijkheidsbeginsel. Het beginsel van gelijke kansen voor iedereen.

Omdat er een maximumstelsel wordt gehanteerd voor standplaatsen gelet op tabel 1 bij artikel 2 en bij ventvergunningen gelet op artikel 7, tweede lid, moet hiervoor worden voldaan aan de voorwaarden voor schaarse vergunningen. Dit houdt onder meer in dat de vergunningen niet voor onbepaalde tijd verleend mogen worden en dat het verdelingssysteem transparant moet zijn. Dit betekent dat vooraf duidelijke informatie moet worden gegeven over de verdelingsprocedure, het aanvraagtijdvak en de toe te passen criteria.

Lingewaard doet dit op de volgende manier voor vaste, seizoens- en maatschappelijke standplaatsen en ventvergunningen:

  • 1.

    Op de website van de gemeente Lingewaard wordt een systeem gerealiseerd waarin zichtbaar is welke locaties voor welke dagen zijn vergeven dan wel niet beschikbaar zijn en, indien nodig, tot welke datum de huidige vergunning geldig is.

  • 2.

    Vergunning wordt verleend aan degene die als eerste een volledige en ontvankelijke aanvraag indient, op het moment dat op de website staat dat er een plaats beschikbaar is, dan wel drie maanden voor afloop van de bestaande vergunning.

  • 3.

    Te vroeg ingediende aanvragen worden niet in behandeling genomen, er wordt geen wachtlijst gehanteerd.

 

Natuurlijke -/rechtspersoon

Door de koppeling van een standplaatsvergunning voor vaste en seizoensstandplaatsen aan een natuurlijke persoon en de beperking dat de standplaats persoonsgebonden is en dus door de standplaatshouder zelf moet worden ingenomen, wordt een zo eerlijke mogelijke verdeling van vergunning bewerkstelligd. Hiermee voorkom je dat een rechtspersoon met meerdere vergunningen standplaats inneemt.

Het kan wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld de bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is dus niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.

Hiervoor wordt een uitzondering gemaakt voor maatschappelijke standplaatsen en ventvergunningen. Dit omdat bij maatschappelijke standplaatsen vaak vanuit/namens een organisatie een standplaats wordt ingenomen en hier geen commercieel doel aan ten grondslag ligt, denk bijvoorbeeld aan een bevolkingsonderzoeksunit of een serviceaanbieder. Bij een ventvergunning wordt vaak namens een stichting/organisatie/vereniging gevent en lopen vaak meerdere personen onder één ventvergunning te venten, denk bijvoorbeeld aan het werven van donateurs voor een stichting. Zo is het mogelijk om met een (kleine) groep tegelijkertijd te venten.

 

Vervangen bij ziekte

In het tiende en elfde lid is geregeld hoe een vergunninghouder zich bij ziekte kan laten vervangen. Dit kan voor maximaal zes weken. Indien de vergunninghouder langer ziek is, dan mag hij zich niet meer laten vervangen. Dit om te voorkomen dat een standplaats gedurende lange tijd door iemand anders wordt ingenomen dan de vergunninghouder, terwijl er ook andere gegadigden kunnen zijn voor deze standplaats.

Indien de vergunninghouder langer ziek is dan zes weken, is dit wel een gegronde reden voor afwezigheid, mits hiervoor een schriftelijke opgaaf van redenen is gedaan (zie artikel 6).

 

Bijlage 1: Standplaatslocatie Emmastraat, Angeren

Bijlage 2: Standplaatslocatie Kinkelplein, Bemmel

Bijlage 3: Standplaatslocatie Markt, Bemmel

Bijlage 4: Standplaatslocatie Sportpark Ressen, Bemmel

Bijlage 5: Standplaatslocatie Rijndijk veerpont winterstoep, Doornenburg

Bijlage 6: Standplaatslocatie Kerkstraat St. Maartenstraat, Doornenburg

Bijlage 7: Standplaatslocatie Julianaplein, Gendt

Bijlage 8: Standplaatslocatie Kolkweg, plein cafetaria Moos, Haalderen

Bijlage 9: Standplaatslocatie Looveer, Molenweide, Huissen

Bijlage 10: Standplaatslocatie Julianastraat, Huissen

Bijlage 11: Standplaatslocatie Langestraat, NH Kerk, Huissen

Bijlage 12: Standplaatslocatie Winterdijk, carpoolstrook, Huissen

Bijlage 13: Standplaatslocatie Arnhemse Poort, Huissen

Bijlage 14: Standplaatslocatie Plaza, Loovelden, Huissen

Bijlage 15: Standplaatslocatie Nielant, parkeerplaats bij bunker, Huissen


1

Rb. Limburg, 26 april 2018, ECLI:NL:RBLIM:2018:4062.