Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Subsidieregeling Onderwijsbeleid Den Haag 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Onderwijsbeleid Den Haag 2014
CiteertitelSubsidieregeling Onderwijsbeleid Den Haag 2014
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpSubsidieregeling Onderwijsbeleid Den Haag 2014

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-201827-04-2018wijziging

11-09-2018

gmb-2018-224196

RIS300474

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Onderwijsbeleid Den Haag 2014

 

Het college van burgemeester en wethouders ,

 

overwegende dat:

 

  • -

    subsidieverstrekking binnen onderwijsbeleid in overeenstemming moet worden gebracht met de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014;

  • -

    het wenselijk is vast te leggen dat in het kader van onderwijsbeleid uitsluitend subsidies worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan realisatie van de ambities uit de Haagse Educatieve Agenda 2014-2018 “Kwaliteit als kompas”;

  • -

    gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014.

 

Besluit:

 

  • I.

    Vast te stellen de

 

SUBSIDIEREGELING ONDERWIJSBELEID DEN HAAG 2014

 

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

  • -

    derde tranche: de periode waarbinnen een aanvraag om subsidieverlening kan worden ingediend, welke loopt van 1 december 2017 tot en met 30 oktober 2018 voor activiteiten die in 2018 zullen plaatsvinden.

  • -

    eerste tranche: de periode waarbinnen een aanvraag om subsidieverlening kan worden ingediend, welke begint op 15 juni en eindigt op 15 september in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd zullen plaatsvinden;

  • -

    onderwijsloket: het onderwijsloket als bedoeld in artikel 1 van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014;

  • -

    tweede tranche: de periode waarbinnen een aanvraag om subsidieverlening kan worden ingediend, welke loopt van 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd zullen plaatsvinden, en eindigt op 31 mei in het jaar waarin de activiteiten zullen plaatsvinden.

 

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 2:1 bedoelde activiteiten, tenzij een afzonderlijke subsidieregeling voor bepaalde activiteiten is vastgesteld.

 

§ 2 De activiteiten en de doelgroep

 

Artikel 2:1 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan:

    a. Meer kansengelijkheid in het Haagse onderwijs;

    b. voldoende bekwame en innoverende onderwijsprofessionals;

    c. leren samenleven op school;

    d. onderwijs dat bijdraagt aan de economie van de stad;

    e. een brede leer- en ontwikkelomgeving;

    f. voor iedere leerling een passende plek; of

    g. voldoende en toekomstbestendige schoolgebouwen.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid moet passen binnen het beleid dat is vastgelegd in de Haagse Educatieve Agenda 2018- 2022 “Ontwikkel kansen in Den Haag”.

 

Artikel 2:2 Doelgroep

Uitsluitend rechtspersonen die activiteiten verrichten op het gebied van onderwijs, maar geen school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 1 van de Wet op de expertisecentra en artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs in stand houden, komen in aanmerking voor subsidie op grond van deze subsidieregeling.

 

§ 3 De kosten en de subsidie

 

Artikel 3:1 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteiten.

 

§ 4 Besluitvorming subsidie

 

Artikel 4:1 Aanvraag

  • 1.

    In aanvulling op het bepaalde in artikel 8, tweede lid, sub b van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, geeft de aanvrager bij zijn aanvraag aan in welke mate de activiteiten waarvoor hij subsidie aanvraagt bijdragen aan en gericht zijn op het bereiken van de ambities als bedoeld in artikel 2:1, eerste lid.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 8, tweede lid, sub c van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, dient de aanvrager bij zijn aanvraag een dekkingsplan in, uitsluitend indien ten behoeve van dezelfde activiteiten bij andere bestuursorganen of niet krachtens publiek recht ingestelde rechtspersonen of personen subsidies of vergoedingen zijn aangevraagd. Daarbij wordt de stand van zaken van de bij deze anderen ingediende aanvragen vermeld.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 8, tweede lid sub d, is bij aanvragen op grond van deze subsidieregeling, geen de-minimisverklaring vereist, tenzij het college daartoe uitdrukkelijk besluit.

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 9 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014, worden aanvragen om subsidie ingediend binnen de termijnen van de eerste, tweede en derde tranche.

 

Artikel 4:2 Onderwijsloket

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt elektronisch ingediend via het onderwijsloket.

  • 2.

    Vervallen

  • 3.

    De subsidieaanvrager neemt bij de indiening van de aanvraag de door burgemeester en wethouders daaraan gestelde nadere eisen, als bedoeld in artikel 2:15 van de Algemene wet bestuursrecht in acht.

  • 4.

    De aanvraag dient te worden ondertekend met een elektronische handtekening namens de aanvrager, als bedoeld in artikel 2:16 van de Algemene wet bestuursrecht, dan wel op een andere door burgemeester en wethouders toegestane wijze van elektronische indiening waarbij geen twijfel bestaat over de authenticiteit van de aanvraag.

 

Artikel 4:3 Beslistermijn

In afwijking van het bepaalde in artikel 10 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 beslissen burgemeester en wethouders op een aanvraag om subsidie, die in de eerste tranche is ingediend, uiterlijk op 31 december voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

 

  • a.

    beslissen burgemeester en wethouders op een aanvraag om subsidie die in de eerste tranche is ingediend, uiterlijk op 31 december voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

  • b.

    beslissen burgemeester en wethouders op een aanvraag om subsidie die in de tweede tranche is ingediend, uiterlijk op 30 juni in het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

  • c.

    beslissen burgemeester en wethouders op een aanvraag om subsidie die in de derde tranche is ingediend binnen 12 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

 

Artikel  4.4 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor 2019, voor aanvragen om subsidie in de tweede tranche een subsidieplafond van € 6.250.000,00.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de hoogte van het subsidieplafond binnen de in het eerste lid genoemde periode wijzigen.

 

Artikel  4.5 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3.

    Indien burgemeester en wethouders op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, meer dan één aanvraag ontvangen, stellen zij de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

 

§ 5. Verplichtingen, verantwoording, vaststelling en voorschot

 

Artikel 5:1 Verplichtingen

Voor alle subsidies gelden de volgende verplichtingen:

 

  • a.

    de subsidieontvanger werkt mee aan inhoudelijk onderzoek ten behoeve van monitoring en evaluatie;

  • b.

    de verleende subsidie wordt besteed conform het plan van aanpak zoals opgenomen bij de aanvraag om subsidieverlening;

  • c.

    de subsidieontvanger stelt de ervaringen en ontwikkelde producten ter beschikking aan andere scholen of instellingen.

 

§ 6. Slotbepalingen

 

Artikel 6:1 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 december 2014.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1:1, eindigt de tweede tranche voor subsidieaanvragen die betrekking hebben op activiteiten in 2015, op 30 januari 2015.

  • 3.

    De aanvraag van de vaststelling van een subsidie die op basis van deze subsidieregeling is verleend, wordt afgedaan op basis van deze subsidieregeling.

  • 4.

    Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag krachtens deze subsidieregeling, wordt beslist met toepassing van deze subsidieregeling.

  • 5.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Onderwijsbeleid Den Haag 2014.

 

Artikel 6:2 Bekendmaking

 

Deze regeling wordt bekendgemaakt door plaatsing in het Gemeenteblad binnen een week na het besluit tot vaststelling ervan.

 

Den Haag, 25 november 2014

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

mw. A.W.H. Bertram

 

de burgemeester,

J.J. van Aartsen

 

Korte toelichting op de Subsidieregeling Onderwijsbeleid Den Haag 2014

Het proces van subsidiëring in het kader van onderwijsbeleid wijkt af van het algemene proces zoals dat is neergelegd in de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014 (ASV), die per 1 juli 2014 in werking is getreden.

 

Zo moeten subsidieaanvragen digitaal via het Onderwijsloket worden ingediend en geschiedt subsidieverstrekking in tranches. Ook worden er andere termijnen gehanteerd dan in de ASV staan vermeld. Om af te kunnen wijken van de ASV is vaststelling van de Subsidieregeling Onderwijsbeleid Den Haag 2014 noodzakelijk.

 

Van belang is voorts dat er een link wordt gelegd met de Haagse Educatieve Agenda 2014-2018 “Kwaliteit als kompas” die in maart 2014 is vastgesteld en tot stand is gekomen in samenwerking met het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO). Uitsluitend activiteiten die bijdragen aan realisering van de ambities die in de Haagse Educatieve Agenda staan, komen voor subsidie in aanmerking.

 

De Subsidieregeling Onderwijsbeleid Den Haag 2014 geldt alleen voor subsidieverstrekking aan rechtspersonen die geen scholen in de zin van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in stand houden.

 

Subsidiëring van activiteiten op het gebied van onderwijsbeleid door schoolbesturen, gebeurt op basis van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014. De inhoud van hoofdstuk 2D “Voorzieningen onderwijsbeleid” van laatstgenoemde verordening en de Subsidieregeling Onderwijsbeleid Den Haag 2014 zijn op elkaar afgestemd, opdat voor beide categorieën subsidieaanvragers – schoolbesturen en andere organisaties – nagenoeg dezelfde verplichtingen, termijnen, e.d. gelden.

 

Op aanvragen om subsidies of subsidievaststellingen die op grond van de Subsidieregeling Onderwijsbeleid Den Haag 2014 zijn ingediend voordat deze wijzigingsregeling is vastgesteld, wordt beschikt op basis van de bepalingen in eerstgenoemde regeling, zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling.

 

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Verordening tot wijziging van de Verordening personele en materiële voorzieningen onderwijs gemeente Den Haag 2014 in werking treedt.