Organisatie | Zeist |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Zeist houdende regels omtrent kansspelautomaten en speelautomatenhal Verordening Kansspelautomaten en Speelautomatenhal gemeente Zeist 2018 |
Citeertitel | Verordening Kansspelautomaten en Speelautomatenhal gemeente Zeist 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Bijlage 4 Wet op de Kansspelen Bijlage 3 APV Zeist 2017 |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-10-2018 | nieuwe regeling | 09-10-2018 | 18RV062 |
Hoofdstuk 3. Speelautomatenhal
Artikel 4 – Vergunningaanvraag
De aanvrager dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:
een plattegrond op schaal van de inrichting, waaruit ten minste blijkt op welke plaats en in welk aantal kansspel- of behendigheidsautomaten worden opgesteld en op welke plaats leeftijdscontrole plaatsvindt en entreebewijzen worden verstrekt. In totaal mogen in de speelautomatenhal 100 speelautomaten, zijnde kansspelautomaten of een combinatie van kansspelautomaten en behendigheidsautomaten, worden opgesteld;
een bewijsstuk als bedoeld in artikel 6 lid 1 van de Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen, waaruit blijkt dat de leidinggevende(n) beschikt/beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van speelautomaten en de daaraan verbonden risico’s van gokverslaving.
Het is verboden een speelautomatenhal voor het publiek geopend te houden, indien in de speelautomatenhal niet aanwezig is:
De burgemeester weigert de vergunning, indien:
de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit of de geldende beheersverordening en geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend.
De burgemeester kan de vergunning voorts weigeren in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Voordat toepassing wordt gegeven aan deze weigeringsgrond, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.
Artikel 10 – Intrekkingsgronden
De burgemeester kan de vergunning voorts intrekken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Voordat toepassing wordt gegeven aan deze intrekkingsgrond, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.
Hoofdstuk 4 – Straf- en overgangsbepalingen
Overtreding van het bij of krachtens de artikelen van deze verordening bepaalde en/of de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in de speelautomatenhal zonder toestemming van de rechthebbende of gebruiker.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 09 oktober 2018.
De raad voornoemd,
griffier
mr. J. Janssen,
voorzitter
drs. J.J.L.M.Janssen
Toelichting wijzigingen Verordening Kansspelautomaten en Speelautomatenhal gemeente Zeist 2018
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Voor de definities van de begrippen speelautomaat, behendigheidsautomaat, kansspelautomaat, hoogdrempelige inrichting en speelautomatenhal wordt aangesloten bij de definities van deze begrippen in de Wet op de Kansspelen. De begrippen ondernemer en beheerder worden vervangen door het begrip leidinggevende. Voor de definitie van het begrip leidinggevende wordt aangesloten bij de definitie van dit begrip in de Drank-en Horecawet. In de APV 2017 is dezelfde definitie opgenomen. Door de definities op deze wijze aan te passen zijn zij juridisch juist en is er meer eenvormigheid in de plaatselijke regelgeving.
Hoofdstuk 2. Kansspelautomaten
Artikel 2 – Maximaal aantal kansspelautomaten
Artikel 2 lid 1 is aangepast omdat de vergunningplicht voor behendigheidsautomaten is afgeschaft.
Op grond van artikel 30c lid 2 van de Wet op de Kansspelen moet het maximaal aantal kansspelautomaten waarvoor vergunning kan worden verleend aan hoogdrempelige inrichtingen in de verordening worden bepaald op 2. Dit is vastgelegd in artikel 2 lid 2.
Op grond van artikel 30c lid 2 van de Wet op de Kanspelen moet ook het maximaal aantal kansspelautomaten waarvoor aan een speelautomatenhallen vergunning kan worden verleend in de verordening worden bepaald. Dit is in de huidige verordening niet gebeurd. In artikel 2 lid 3 van de nieuwe verordening is bepaald dat het maximum aantal kansspelautomaten waarvoor aan een speelautomatenhal vergunning kan worden verleend 100 bedraagt. Voor dit laatste aantal is gekozen op basis van de afspraken met de huidige exploitant van de speelautomatenhal.
Hoofdstuk 3. Speelautomatenhal
Artikel 3 – Vergunningplicht voor de exploitatie van een speelautomatenhal
Dit artikel is gelijk aan artikel 2 van de huidige Speelautomatenhalverordening.
Artikel 4 – Vergunningaanvraag
Ten opzichte van artikel 3 van de huidige Speelautomatenhalverordening zijn op grond van wijzigingen in hogere wetgeving de volgende bepalingen toegevoegd:
dat een bewijsstuk als bedoeld in artikel 6 lid 1 van de Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen moet worden overgelegd, waaruit blijkt dat de leidinggevende(n) beschikt/beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van speelautomaten en de daaraan verbonden risico’s van gokverslaving. Dit is een regeling op grond van de Wet op de Kansspelen.
Daarnaast is toegevoegd de bepaling dat in een speelautomatenhal in totaal 100 speelautomaten, zijnde kansspelautomaten of een combinatie van kansspelautomaten en behendigheidsautomaten worden opgesteld. Reden voor opname van deze bepaling is de wens om te voorkomen dat de omvang van de speelautomatenhal onbegrensd wordt doordat voor de aanwezigheid van behendigheidsautomaten geen vergunning op grond van de Wet op de Kansspelen meer nodig is. Er is vanuit gegaan dat dit laatste onverlet laat dat bij het verlenen van een exploitatievergunning voor een speelautomatenhal vanuit openbare orde oogpunt wel een maximum kan worden gesteld aan het aantal behendigheidsautomaten.
Vervallen is de bepaling dat een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel moet worden overgelegd. Deze bepaling is vervallen, omdat de medewerkers die de aanvraag behandelen zelf digitaal informatie in kunnen winnen bij de Kamer van Koophandel.
In de huidige verordening is niets opgenomen over de termijn waarbinnen op de aanvraag om een exploitatievergunning voor een speelautomatenhal moet worden beslist. Bij ontbreken van een beslistermijn in de verordening bedraagt deze op basis van artikel 4:13 Awb maximaal 8 weken.
Gezien de complexiteit van de te verlenen vergunning is een beslistermijn van maximaal 8 weken niet gewenst. Daarom is in artikel 5 lid 1 van de nieuwe verordening vastgelegd dat de beslistermijn 13 weken bedraagt en dat de beslissing één maal voor ten hoogste 13 weken kan worden verdaagd.
In artikel 5 lid 2 van de nieuwe verordening is bepaald dat de lex silencio positivo (paragraaf 4.1.3.3 van de Awb) niet van toepassing is. Dit om duidelijk te maken dat de vergunning niet van rechtswege kan ontstaan.
Artikel 6 – Gegevens, voorschriften en beperkingen
Ten opzichte van artikel 5 van de huidige verordening is toegevoegd dat de vergunning wordt verleend voor maximaal 10 jaar. De reden hiervoor is dat het op grond van recente jurisprudentie niet is toegestaan om zogenaamde “schaarse vergunningen” voor onbepaalde tijd te verlenen. Dit uit oogpunt van gelijke kansen voor concurrenten. (uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2927) De vergunning voor een speelautomatenhal is een schaarse vergunning, omdat de burgemeester op grond van artikel 3 lid 2 voor maximaal één speelautomatenhal een vergunning kan verlenen. De huidige vergunning verloopt in 2022. Na afloop van deze termijn zal aan de markt kenbaar moeten worden gemaakt dat de vergunning beschikbaar is en zullen marktpartijen de gelegenheid moeten krijgen om de vergunning aan te vragen.
Nieuw is ook dat de naam/namen van de leidinggevende(n) niet in de vergunning zelf worden vermeld, maar op een aanhangsel. Dit heeft als voordeel dat geen nieuwe vergunning hoeft te worden verstrekt op het moment dat er een wisseling is in de leiding. In dat geval kan volstaan worden met wijziging van het aanhangsel. De procedure voor wijziging van het aanhangsel is opgenomen in artikel 11. Dit is dezelfde procedure die in de APV is opgenomen voor wisseling van leidinggevende (n) bij horeca-inrichtingen.
Op verzoek van het Ondernemersplein is een artikel over sluitingstijd opgenomen. In artikel 7 lid 1 is bepaald dat de speelautomatenhal dagelijks in ieder geval gesloten is tussen 24 uur en 6 uur. Artikel 7 sluit aan bij de bepalingen in de APV over sluitingstijd.
Voorgesteld wordt om in artikel 8 een bepaling toe te voegen dat het niet toegestaan is een speelautomatenhal geopend te houden als geen leidinggevende aanwezig is. Dit is gewenst vanuit het oogpunt van toezicht. De inhoud van de verbodsbepaling is vergelijkbaar met soortgelijke bepalingen in verordeningen van andere gemeenten.
De in artikel 9 lid 1 opgenomen absolute weigeringsgronden komen grotendeels overeen met die van artikel 7 lid 1 van de huidige verordening. Op een aantal punten zijn zij in overeenstemming gebracht met de Drank- en Horecawet en de bepalingen over exploitatievergunningen in de APV.
De leeftijdsgrens voor leidinggevenden is verlaagd van 25 naar 21 jaar, zodat deze gelijk is aan de leeftijdsgrens voor leidinggevenden in de Drank- en Horecawet. In verband met de verlaging van de leeftijdsgrens is de bepaling dat de burgemeester ontheffing kan verlenen van het leeftijdsvereiste komen te vervallen.
Toegevoegd is de bepaling dat de vergunning kan worden geweigerd indien de aanvrager of de leidinggevende(n) in enig opzicht van slecht levensgedrag is (zijn). Ook op dit punt is aansluiting gezocht bij de Drank- en Horecawet. Ook nieuw is dat de burgemeester de vergunning weigert als niet wordt voldaan aan de krachtens artikel 30d lid 4 van de Wet op de Kansspelen gestelde eisen. Het gaat hierbij om eisen aan leidinggevenden die bij AMVB zijn vastgesteld.
In artikel 9 lid 2 is toegevoegd de bepaling dat de burgemeester de vergunning kan weigeren, indien niet wordt voldaan aan de krachtens artikel 4 van de verordening gestelde indieningsvereisten. Hiermee wordt bereikt dat de burgemeester als niet wordt voldaan aan de indieningsvereisten kan kiezen om de aanvraag buiten behandeling te stellen of de aanvraag af te wijzen.
In artikel 9 lid 3 is op verzoek van het Ondernemersplein toegevoegd de bepaling dat de burgemeester de vergunning kan weigeren in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (BIBOB).
Artikel 10 – Intrekkingsgronden
In de huidige verordening wordt in artikel 9 aangegeven wanneer de burgemeester de vergunning kan intrekken. Deze intrekkingsgronden komen terug in artikel 10 van de nieuwe verordening. In artikel 10 van de nieuwe verordening is er voor gekozen om de intrekkingsgronden te verdelen in absolute en facultatieve intrekkingsgronden.
In artikel 10 lid 1 staan de absolute intrekkingsgronden. Nieuw is dat de vergunning wordt ingetrokken als de vergunninghouder niet langer gerechtigd is om over de ruimte te beschikken.
In artikel 10 lid 2 staan de facultatieve intrekkingsgronden. Nieuw is dat de vergunning kan worden ingetrokken als de bij of krachtens titel VA van de Wet op de Kansspelen gestelde bepalingen of de bepalingen van de verordening worden overtreden.
In artikel 10 lid 3 is op verzoek van het Ondernemersplein toegevoegd de bepaling dat de burgemeester de vergunning kan intrekken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (BIBOB)
Artikel 11 – Wijziging aanhangsel
In artikel 11 is de procedure opgenomen voor het laten bijschrijven van een leidinggevende op het aanhangsel bij de vergunning. Deze bepaling is gelijk aan degene die is opgenomen in de APV voor het laten bijschrijven van leidinggevenden op het aanhangsel bij exploitatievergunningen voor horeca-inrichtingen.
Artikel 12 - Wijziging vergunninghouder
Dit artikel regelt wat geldt als de exploitatie van de speelautomatenhal wordt beëindigd, de vergunninghouder komt te overlijden of de speelautomatenhal wordt overgedragen aan een rechtsopvolger. Deze bepaling komt inhoudelijk overeen met artikel 10 van de huidige verordening.
Hoofdstuk 4 – Straf- en overgangsbepalingen
De strafbepaling is aangepast aan de betreffende bepaling in de APV.
De bepaling over toezichthouders is aangepast aan de betreffende bepaling in de APV.
De bepaling over binnentreden is aangepast aan de betreffende bepaling in de APV.
Artikel 16 – Overgangsbepaling
In artikel 16 wordt aangegeven dat de bepalingen van de nieuwe verordening vanaf het moment dat deze inwerking is getreden van toepassing zijn op een vergunning die voor inwerkingtreding van deze verordening is verleend.