Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schouwen-Duiveland

REGELING FUNCTIEWAARDERING GEMEENTE SCHOUWEN-DUIVELAND

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchouwen-Duiveland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingREGELING FUNCTIEWAARDERING GEMEENTE SCHOUWEN-DUIVELAND
CiteertitelRegeling functiewaardering Schouwen – Duiveland
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 160 van de Gemeentewet
  2. artikel 125 van de Ambtenarenwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-10-201801-10-2017Nieuwe regeling

26-09-2017

gmb-2018-217743

Tekst van de regeling

Intitulé

REGELING FUNCTIEWAARDERING GEMEENTE SCHOUWEN-DUIVELAND

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland,

 

gezien het voorstel van afdeling Bedrijfsvoering 1, cluster P&O d.d. 18 september 2017, zaaknummer 21223, en gezien de verkregen instemming van de ondernemingsraad d.d. 3 augustus 2016;

 

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en artikel 125 van de Ambtenarenwet;

 

overwegende:

de constatering dat de Regeling Functiewaardering Schouwen-Duiveland d.d. 1 december 2006 op onderdelen niet langer actueel is;

 

besluit vast te stellen de:

 

REGELING FUNCTIEWAARDERING GEMEENTE SCHOUWEN-DUIVELAND

Artikel 1 Algemene bepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a. medewerker:

de ambtenaar in de zin van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR);

b. generieke functie:

het geheel van werkzaamheden dat uit de vastgelegde doelstelling en taken van de gemeente is af te leiden en dat door één of meerdere medewerker(s) is te verrichten;

c. functiebeschrijving:

het op geordende wijze op een voorgeschreven formulier inhoudelijk weergeven van de functie;

d. functiewaarderingssysteem:

het in de bijlage 1 opgenomen functiewaarderingssysteem;

e. waardering:

het op basis van de vastgestelde functiebeschrijving met behulp van het functiewaarderingssysteem vaststellen van de salarisschaal die aan de functie is verbonden;

f. adviseur:

een in- of externe functiewaarderingsdeskundige.

 

Artikel 2  

Onder mannelijke naamgevingen worden in deze regeling tevens vrouwelijke naamgevingen begrepen.

 

Artikel 3 Functiebeschrijving

Lid 1

De adviseur stelt in overleg met de afdelingshoofden de generieke functiebeschrijving op.

Lid 2

De generieke functiebeschrijving wordt voorgelegd aan het Managementteam, dat zijn visie op de beschrijving geeft.

Lid 3

De functiebeschrijving wordt vervolgens voorgelegd aan de medewerker of aan een afvaardiging van de medewerkers.

Lid 4

De medewerker of de afvaardiging kan binnen twee weken na verzenddatum van de in artikel 3, lid 3 bedoelde functiebeschrijving zijn zienswijze schriftelijk kenbaar maken bij de adviseur. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt.

Lid 5

De adviseur stelt naar aanleiding van de in artikel 3, lid 2 genoemde visie van het Management en de ingediende zienswijzen een advies op. Dit advies wordt naar de indiener en burgemeester en wethouders gestuurd.

Lid 6

Burgemeester en wethouders stellen na ontvangst en beoordeling van de in dit artikel bedoelde zienswijzen en advies de inhoud van de functiebeschrijving al dan niet gewijzigd vast.

Lid 7

Burgemeester en wethouders doen schriftelijk mededeling aan de medewerker van het besluit over de inhoud van de functiebeschrijving. Daarbij wordt de medewerker gewezen op de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen.

 

Artikel 4 Functiewaardering

Lid 1

De adviseur voorziet de functie aan de hand van de functiebeschrijving en het functiewaarderingssysteem van een gemotiveerd waarderingsadvies.

Lid 2

Het waarderingsadvies wordt voorgelegd aan de in artikel 5 bedoelde functiewaarderingscommissie.

 

Artikel 5  

Lid 1

Er is een functiewaarderingscommissie.

Lid 2

De functiewaarderingcommissie bestaat uit 3 leden:

a. de gemeentesecretaris, tevens voorzitter;

b. de adjunct gemeentesecretarissen;

Lid 3

De adviseur kan aanwezig zijn bij de vergaderingen van de functiewaarderingscommissie.

 

Artikel 6  

Lid 1

Het in artikel 4 bedoelde waarderingsadvies wordt door de adviseur toegelicht aan de functiewaarderingscommissie.

Lid 2

Indien het de waardering van de functie van een lid van de functiewaarderingscommissie betreft, neemt deze geen deel aan de vergadering en wordt de commissie uitgebreid met een extern adviseur.

Lid 3

Nadat de adviseur de toelichting op het waarderingsadvies heeft gegeven, doet de functiewaarderingscommissie zijn eindadvies schriftelijk aan burgemeester en wethouders toekomen.

Lid 4

De functiewaarderingscommissie kan bij meerderheid van stemmen een afwijkend advies aan burgemeester en wethouders uitbrengen.

 

Artikel 7  

Lid 1

De vergaderingen van de functiewaarderingscommissie zijn niet openbaar.

Lid 2

De leden van de commissie en adviseur zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen uit de stukken of beraadslagingen bekend is geworden.

 

Artikel 8  

Burgemeester en wethouders stellen de waardering vast.

 

Artikel 9  

Burgemeester en wethouders doen schriftelijk mededeling aan de medewerker over de voorgenomen uitslag van de functiewaardering en voegen de motiveringsformulieren daarbij. Daarbij wordt de medewerker gewezen op de mogelijkheid tot het indienen van zijn zienswijze als bedoeld in artikel 10, eerste lid.

 

Artikel 10  

Lid 1

Binnen twee weken na verzenddatum van de in artikel 9 bedoelde kennisgeving kan de medewerker mondeling en/of schriftelijk zijn zienswijze toelichten bij de adviseur. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt.

Lid 2

De adviseur stelt naar aanleiding van de zienswijzen een advies op. Dit advies wordt naar de indiener en burgemeester en wethouders gestuurd.

Lid 3

Burgemeester en wethouders stellen na ontvangst van de in artikel 10, eerste lid bedoelde zienswijze en het in artikel 10, lid 2 bedoelde advies de functiewaardering al dan niet gewijzigd vast.

Lid 4

Burgemeester en wethouders doen schriftelijk mededeling aan de medewerker van het besluit inhoudende de uitslag van de functiewaardering en voegen de motiveringsformulieren daarbij. Daarbij wordt de medewerker gewezen op de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen.

 

Artikel 11 Onderhoud

Lid 1

Jaarlijks en hooguit één maal per jaar worden de generieke functiebeschrijvingen door de leden van het managementteam getoetst op hun actualiteit, zowel inhoudelijk als wat betreft de opbouw van de organisatie.

Lid 2

Een medewerker kan tussentijds een aanvraag tot aanpassing indienen (als daar aanleiding toe is).

Lid 3

De leden van het managementteam kunnen tussentijds een aanvraag tot aanpassing indienen (als daar aanleiding toe is).

Lid 4

De gemeentesecretaris adviseert burgemeester en wethouders over de in het tweede en derde lid bedoelde aanvragen, na advies van de adviseur.

Lid 5

Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag.

Lid 6

Indien de functie opnieuw beschreven moet worden, zijn de bepalingen van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 12 Overgangs- en slotbepalingen

In die gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

 

Artikel 13  

Deze regeling treedt in werking met ingang van 01 oktober 2017. De Regeling functiewaardering Schouwen – Duiveland van 1 december 2006 komt met ingang van dezelfde datum te vervallen.

 

Artikel 14  

Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling functiewaardering Schouwen – Duiveland".

Toelichting

 

Artikel 1, sub f

Daar waar in de regeling gesproken wordt over de adviseur kan een externe adviseur bedoeld worden of een interne adviseur. Een externe adviseur is bijvoorbeeld een medewerker van een adviesbureau, zoals bureau Leeuwendaal. Een interne adviseur is een interne medewerker, bijvoorbeeld een P&O-adviseur. Afhankelijk van de vraagstelling wordt een interne dan wel externe adviseur ingezet.

 

Artikel 3, lid 2

Aangezien het generieke functiebeschrijvingen betreft, geeft het Managementteam haar visie, zodat met name de consistentie van de opbouw van het functieboek wordt gewaarborgd.

 

Artikel 3, lid 3

Aangezien een functiebeschrijving zowel betrekking kan hebben op een individuele medewerker, als op een groep medewerkers, kan de functiebeschrijving, afhankelijk van de situatie, aan een individuele medewerker worden voorgelegd of aan een afvaardiging van de medewerkers. De besluiten met betrekking tot het toewijzen van de functie en de waardering zijn persoonsgebonden.

 

Artikel 11

Er vindt jaarlijks een toets plaats of het functieboek actueel is.

Zowel een medewerker als een leidinggevende kan een aanvraag indienen tot aanpassing. Aanleiding hiertoe kunnen bijvoorbeeld zijn, wijzigingen van het takenpakket of een reorganisatie.

Voorafgaand aan deze stap moet gekeken worden of er geen andere functiebeschrijving uit het functieboek passend is. Indien dit het geval is, wordt deze functiebeschrijving, en daarmee de waardering, toegewezen en hoeft geen nieuwe beschrijving volgens deze regeling opgesteld te worden. Er is dan wel sprake van een formatiewijziging die, inclusief dekkingsvoorstel, aan burgemeester en wethouders voorgelegd moet worden.

Indien een nieuwe functiebeschrijving wordt opgesteld, wordt gekeken naar de opbouw van het functieboek en de consistentie daarvan.