Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Delft

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Delft houdende regels omtrent Gedragscode college Delft 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDelft
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de gemeenteraad van de gemeente Delft houdende regels omtrent Gedragscode college Delft 2018
CiteertitelGedragscode college Delft 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 41c, tweede lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 69, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 170 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-10-2018nieuwe regeling

27-09-2018

gmb-2018-217493

3719557

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Delft houdende regels omtrent Gedragscode college Delft 2018

De raad van de gemeente Delft,

 

Gelezen het voorstel van het college van 26 juni 2018

gelet op de artikelen 41c, tweede lid, artikel 69, tweede lid en artikel 170 Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen:

Gedragscode college Delft 2018

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1.

    Deze gedragscode geldt voor burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De gedragscode heeft tot doel de integriteit van leden van het college te waarborgen

    alsmede de zuiverheid van de besluitvorming te bevorderen.

  • 3.

    Onder integriteit van collegeleden wordt verstaan: Het handelen zoals een goed

    burgemeester of wethouder betaamt.

  • 4.

    In de gevallen waarin de gedragscode niet voorziet, deze voor meerdere uitleg

    vatbaar is, dan wel de burgemeester om overige redenen dit nodig acht, vindt

    bespreking plaats in het college.

Artikel 2 Integer handelen

  • 1.

    Collegeleden dienen integer te handelen.

  • 2.

    Collegeleden voorkomen elk persoonlijk belang of schijn van persoonlijk belang bij

    enig door het college of de burgemeester te nemen besluit.

  • 3.

    Collegeleden bejegenen elkaar correct, zowel in woord als geschrift.

  • 4.

    Collegeleden gaan respectvol met raadsleden om.

  • 5.

    Collegeleden ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van deze gedragscode.

  • 6.

    De burgemeester zorgt ervoor dat de gedragscode periodiek besproken wordt. De

    gedragscode komt aan de orde in het introductieprogramma van nieuwe collegeleden en

    wordt ten minste op nog één ander moment in het college besproken.

  • 7.

    De code is openbaar en voor iedereen makkelijk toegankelijk.

  • 8.

    Het collegelid is door een ieder aanspreekbaar op de naleving van de code.

Artikel 3 Belangenverstrengeling en nevenfuncties

  • 1.

    Een collegelid doet, zowel bij aantreden als tijdens uitoefening van het ambt,

    opgave aan de gemeentesecretaris van relevante (financiële) belangen die hij heeft in

    ondernemingen en organisaties. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2.

    Lidmaatschappen worden gemeld aan de gemeentesecretaris indien deze strijdig zijn

    met de belangen van de gemeente Delft.

  • 3.

    Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een collegelid over een onderwerp in

    het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het

    onderwerp hem persoonlijk aangaat.

  • 4.

    Een collegelid die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke

    betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich

    van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 5.

    Een collegelid vervult geen nevenfuncties:

    • a.

      die een risico vormen voor een integere invulling van de politieke functie;

    • b.

      bij een organisatie die een subsidierelatie heeft met de gemeente Delft.

  • 6.

    Het collegelid neemt bij het aanvaarden en uitoefenen van een nevenfunctie in acht

    dat:

    • a.

      zijn onafhankelijkheid gewaarborgd blijft;

    • b.

      elke vorm of schijn van beïnvloeding wordt vermeden;

    • c.

      geen strijdigheid met enig gemeentelijk belang optreedt;

    • d.

      het tijdsbeslag het goed functioneren als collegelid niet in de weg staat.

  • 7.

    Een collegelid geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijn nevenfuncties aan de

    gemeentesecretaris aan voor welke organisatie de functies worden verricht, wat het

    tijdsbeslag is en of de functies bezoldigd zijn.

  • 8.

    De nevenfuncties worden overeenkomstig de wet openbaar gemaakt.

    Openbaarmaking geschiedt via internet.

  • 9.

    Indien gaande het lidmaatschap van het college een nieuwe nevenfunctie door het

    collegelid wordt aanvaard, dan wel wijzigingen in de nevenfunctie optreden, dan meldt

    het collegelid dit binnen één week bij de gemeentesecretaris.

  • 10.

    Een collegelid behoudt geen inkomsten uit een ambtsgerelateerde- of q.q.-

    nevenfunctie, tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. De

    inkomsten komen ten goede aan de kas van de gemeente. Voor een voltijds-

    collegelid vindt ook verrekening plaats met inkomsten uit niet aan het ambt gebonden

    nevenfuncties.

  • 11.

    De kosten die een collegelid maakt in verband met ambtsgerelateerde- of q.q.-

    nevenfuncties, worden in beginsel vergoed door de instantie waar de nevenfunctie

    wordt uitgeoefend. Het college kan besluiten de kosten te vergoeden.

  • 12.

    Het collegelid handelt in de uitoefening van zijn ambt niet zodanig dat hij vooruitloopt

    op een functie na aftreden.

  • 13.

    Het collegelid bespreekt het voornemen tot tussentijdse aanvaarding van een functie

    na aftreden met de burgemeester.

  • 14.

    Het collegelid wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn betrekking uitgesloten

    van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden, buiten dienstverband, voor

    de gemeente.

  • 15.

    Het collegelid draagt de burgemeester of een wethouder niet eerder dan een jaar

    na aftreden voor als kandidaat voor benoeming tot commissaris dan wel bestuurslid

    van een verbonden partij.

  • 16.

    Wat onder een verbonden partij wordt verstaan, is opgenomen in artikel

    1.1. van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

Artikel 4 Informatie

  • 1.

    Een collegelid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde

    van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke en geheime

    gegevens veilig worden opgeborgen en dat computers, tablets en andere data- en

    communicatieapparatuur dan wel computerbestanden beveiligd zijn.

  • 2.

    Een collegelid houdt geen informatie achter, tenzij deze informatie vertrouwelijk of

    geheim is. Aan raadsleden kan geheime informatie verstrekt worden onder oplegging van

    geheimhouding conform artikel 25, 55 en 86 Gemeentewet, tenzij het openbaar

    belang zich tegen het verstrekken van informatie verzet.

  • 3.

    Een collegelid maakt niet ten eigen bate, of ten bate van zijn persoonlijke

    betrekkingen, gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

  • 4.

    Een collegelid gaat verantwoord om met de e-mail- en internetfaciliteiten van de

    gemeente, alsmede met de sociale media.

Artikel 5 Geschenken, diensten en uitnodigingen

  • 1.

    Een collegelid accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten als zijn

    onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Het collegelid kan incidentele geschenken die een geschatte waarde hebben van

    ten hoogste € 50,- behouden, waarbij ook dan geldt dat de onafhankelijke positie niet

    mag worden beïnvloed. Melden en registreren vinden plaats overeenkomstig de

    ‘Algemene afspraken met betrekking tot declaraties van het college’.

  • 3.

    Geschenken en giften die een collegelid uit hoofde van zijn functie ontvangt en die

    een geschatte waarde van meer dan € 50,- vertegenwoordigen zijn eigendom van de

    gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

  • 4.

    Het college kan binnen een redelijke termijn, alsnog besluiten een hem door een

    collegelid overgedragen geschenk - gelet op de aard hiervan of op de hiermee

    beoogde bedoeling - niet te aanvaarden en aan de gever terug te geven. Betreft het

    een aangeboden dienst, dan kan het college alsnog aan de aanbieder meedelen dat

    van het aangebodene geen gebruik wordt gemaakt.

  • 5.

    Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is

    gebeurd, wordt dit gemeld in het college, waar een besluit over de bestemming van

    het geschenk wordt genomen.

  • 6.

    Aanbiedingen voor privé-werkzaamheden of kortingen op privégoederen worden niet

    geaccepteerd.

  • 7.

    Een collegelid bespreekt in het college, of met de burgemeester of de

    gemeentesecretaris, uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van

    derden.

Artikel 6 Bestuurlijke uitgaven

  • 1.

    De gemeente Delft richt de financiële en administratieve organisatie zodanig in

    dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de

    uitgaven en hanteert heldere procedures over de wijze waarop functionele uitgaven

    rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de

    gemeente.

  • 2.

    Het collegelid verantwoordt zich over zijn gebruik van de voorzieningen volgens de

    in het kader van het eerste lid vastgestelde regels en procedures.

  • 3.

    Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen

    worden aangetoond. Een collegelid is terughoudend bij het in rekening brengen van

    uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek bevinden.

  • 4.

    Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende

    criteria gehanteerd:

    • a.

      met de uitgave is het belang van de gemeente gediend, en

    • b.

      de uitgave vloeit voort uit de functie.

Artikel 7 Declaraties

  • 1.

    Een collegelid declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed,

    bijvoorbeeld door de aangeboden gemeentelijke, functionele voorzieningen of de

    onkostenvergoeding.

  • 2.

    Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier.

    Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de

    functionaliteit van de uitgave vermeld.

  • 3.

    In geval van twijfel omtrent een declaratie wordt deze voorgelegd aan de gemeente-

    secretaris. Bij blijvende twijfel legt deze de zaak ter beslissing voor aan het college.

  • 4.

    Gemaakte kosten worden binnen een maand gedeclareerd. Eventuele voorschotten

    worden binnen een maand afgerekend.

  • 5.

    De gemeentesecretaris, dan wel een door hem aan te wijzen ambtenaar, is

    verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van

    declaraties.

Artikel 8 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

  • 1.

    Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is

    niet toegestaan, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden.

  • 2.

    Collegeleden kunnen voor zakelijk gebruik een mobiele telefoon en tablet in bruikleen

    ter beschikking krijgen.

  • 3.

    Collegeleden kunnen voor hun dienstreizen gebruik maken van het taxibedrijf waarmee

    de gemeente een contract heeft. Indien het qua tijdsbeslag in redelijke verhouding staat

    tot autovervoer wordt gebruik gemaakt van het openbaar vervoer.

  • 4.

    Collegeleden kunnen met het oog op het onderhouden van binnen- en buitenlandse

    betrekkingen conform de vastgestelde criteria een beroep doen op de relatiegeschenken

    van de gemeente. De uitgifte en het gebruik van relatiegeschenken wordt centraal

    geregistreerd onder vermelding van het verantwoordelijke collegelid en de aanleiding/

    gelegenheid.

Artikel 9 Reizen buitenland

  • 1.

    Een lid van het college dat het voornemen heeft een buitenlandse reis te maken heeft toestemming nodig van het college.

  • 2.

    Een lid van het college dat het voornemen van een reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen en de samenstelling van het gezelschap.

  • 3.

    Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden, worden altijd besproken in het college en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 4.

    Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een lid van het college is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij, en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van het college betrokken.

  • 5.

    Het meereizen van partners of anderen, op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming van het college betrokken.

  • 6.

    Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van het collegelid.

  • 7.

    De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed voor zover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

Artikel 10 Integriteit

De raad stelt een regeling op voor de behandeling van meldingen van (vermoedens van)

handelen in strijd met deze Gedragscode en andere vormen van niet integer handelen.

Artikel 11 Rol voorzitter

De voorzitter van de raad is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van deze

Gedragscode.

Artikel 12 Bekendmaking en inwerkingtreding Gedragscode

De gedragscode wordt bekendgemaakt in het gemeenteblad en treedt een dag na bekendmaking inwerking.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 september 2018.

 

 

,burgemeester.

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart,

 

 

,griffier.

Drs. R.G.R. Jeene CMC

 

 

 

 

 

Artikelsgewijze Toelichting:

Artikel 1 Algemene bepalingen

 

Toelichting lid 2:

De gedragscode heeft tot doel een algemene leidraad te bieden voor de collegeleden op het gebied van integer handelen. Waar dat van toepassing is, wordt in deze gedragscode naar

specifieke bepalingen, omtrent integriteit, in de Gemeentewet verwezen.

 

Toelichting lid 3:

Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan mede- collegeleden en de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie collegeleden de functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspektief.

 

Dienstbaarheid:

Het handelen van een collegelid is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de

organisaties en burgers die daar onderdeel van uitmaken.

Functionaliteit:

Het handelen van een collegelid heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het

bestuur.

Onafhankelijkheid

Het handelen van een collegelid wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen

vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging

wordt vermeden.

Openheid

Het handelen van een collegelid is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de

controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de politiek ambtsdrager en zijn

beweegredenen daarbij.

Betrouwbaarheid

Op een collegelid moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie

waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

Zorgvuldigheid

Het handelen van een collegelid is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met

respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

Het is belangrijk aan te tekenen dat bij twijfel of bepaald handelen de toets van de integriteit kan

doorstaan, het beter is aan de veilige kant van de streep te blijven.

 

Artikel 2 Integer handelen

 

Toelichting lid 1:

Collegeleden dienen zich terdege bewust te zijn van hun eigen verantwoordelijkheden én van wat het functioneren als collegelid voor hen én de gemeente betekent. Het is daarom belangrijk dat ze bij hun aantreden kennisnemen van deze gedragscode.

Integer handelen begint immers bij bewustwording van wat integer handelen inhoudt. Het is goed erop te

wijzen dat in bepaalde gevallen, als het collegelid in strijd handelt met zijn verplichtingen, dit meerdere vervelende gevolgen kan hebben. Naast gevolgen voor het aanzien van de politiek, kan het ook concrete (juridische) gevolgen voor hemzelf, de gemeente of derden hebben:

 

- Civielrechtelijk: Als een collegelid zijn mond voorbijpraat waar hij geacht wordt te zwijgen, kan dit

schade voor de gemeente of derden meebrengen. Een derde kan in zo’n geval de gemeente

aanspreken tot schadevergoeding.

- Bestuursrechtelijk: Als een collegelid meedoet aan een stemming over een aangelegenheid van

een instelling waar hij zich op grond van persoonlijke belangen had moeten onthouden van stemmen,

kan dat onder sommige omstandigheden leiden tot vernietiging van een besluit door de bestuursrechter

op grond van vooringenomenheid (artikel 2:4 Algemene wet bestuursrecht).

- Strafrechtelijk: Als een collegelid vertrouwelijke of geheime informatie naar buiten brengt, is hij

strafbaar op grond van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht.

- Politiek: De Gemeentewet regelt in artikel 47 voor wethouders het volgende: Indien een wethouder

niet langer voldoet aan de vereisten voor het wethouderschap, bedoeld in artikel 36a, eerste en tweede

lid, of een functie gaat bekleden als bedoeld in artikel 36b, eerste lid, en het tweede of derde lid van dat

artikel niet van toepassing zijn, neemt hij onmiddellijk ontslag. Hij doet hiervan schriftelijk mededeling

aan de raad. De raad verleent hem ontslag indien hij dit nalaat. Het ontslag gaat in terstond na de

bekendmaking van het ontslagbesluit.

Het Rechtspositiebesluit Burgemeester regelt de gevolgen van het aanvaarden van onverenigbare

betrekkingen of het verrichten van verboden handelingen door de burgemeester.

 

Artikel 3 Belangenverstrengeling en nevenfuncties

 

Toelichting lid 2:

Het collegelid kan anders dan als gevolg van functiebekleding relevante belangen hebben

in bepaalde sectoren van de lokale samenleving, niet alleen financiële, welke aanleiding kunnen zijn tot

(schijn van) belangenverstrengeling. Het kan gaan om het bezit van effecten, vorderingsrechten,

onroerend goed, bouwgrond alsook om financiële deelnemingen in ondernemingen en dergelijke.

Dergelijke financiële belangen kunnen een rol gaan spelen bij besluiten over bijvoorbeeld

bestemmingsplannen, grondverkopen, maatschappelijke, culturele of welzijnsorganisaties, of andere

organisaties met een ideële doelstelling. Relevant in dit verband zijn lidmaatschappen van die

verenigingen of media, die belangen hebben die strijdig zijn met het belang van de gemeente

Delft.

 

Toelichting lid 3:

Deze norm betreft een aanvulling op de norm uit 2:4, tweede lid Awb dat het bestuursorgaan

oproept er tegen te waken dat tot het bestuursorgaan behorende personen die een persoonlijk belang bij

een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden.

 

Toelichting lid 4:

Deze regel komt voort uit artikel 58 van de Gemeentewet.

 

Toelichting lid 5:

De Gemeentewet kent in de artikelen 36b en 68 een opsomming van een aantal functies die

de wethouders respectievelijk de burgemeester niet met hun betrekking mogen combineren.

 

Toelichting lid 6:

Deze normen zijn aanvullend op de normen die de Gemeentewet in de artikelen 41b, eerste

lid en 67, eerste lid, stelt voor respectievelijk wethouders en de burgemeester. In dit verband wordt ook

gewezen op de verplichtingen van een collegelid tot melding van een voornemen tot aanvaarding van

een nevenfunctie aan de raad, een en ander conform artikel 41b tweede lid en artikel 67 tweede lid

Gemeentewet.

 

Toelichting lid 16: in dat besluit wordt onder verbonden partij verstaan: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de provincie onderscheidenlijk gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft.

Artikel 4 Informatie

 

Toelichting lid 1: Met de tegenwoordige stand van zaken op het terrein van digitale gegevensopslag en

communicatiemogelijkheden, wordt extra zorgvuldigheid betracht bij het omgaan met en transporteren

van dergelijke informatie. Het collegelid is hiervoor verantwoordelijk en kan, bij aan hem te wijten naar

buiten komen van geheime of vertrouwelijke informatie, hierop worden aangesproken.

Het kan hier bijvoorbeeld gaan om een USB-stick die ergens (bijvoorbeeld in de taxi) achterblijft of de niet meer

gebruikte computer welke aan de straat wordt gezet.`

 

Artikel 5 Geschenken, diensten en uitnodigingen

 

Toelichting lid 2: Dit is het algemene uitgangspunt. Het gaat om een essentiële verplichting welke ook een

belangrijk onderdeel uitmaakt van de eed dan wel belofte die het collegelid aflegt.

De nieuwe code is in dit opzicht strikter dan de oude van 2003, waar een geschenk van hoogstens €

50,- altijd kon worden geaccepteerd. De algemene regel hoort echter te zijn dat geen enkel geschenk

of dienst acceptabel is, indien de onafhankelijkheid van het collegelid daardoor in het geding kan

komen.

Vele kleinere geschenken kunnen tezamen wel degelijk de onafhankelijkheid van het

collegelid aantasten, of de schijn wekken. In die situatie begeeft het collegelid zich niet.

 

Toelichting lid 3: Het uitgangspunt is het niet aanvaarden van kostbare geschenken of aanbiedingen. Er zijn

uitzonderingen denkbaar. Bijvoorbeeld wanneer een geschenk, of een faciliteit in het belang van de gemeente

(publiek belang) goed te verdedigen is. Voor dat doel is het

denkbaar dat het collegelid weliswaar aanvaardt, maar hij dit dan zo snel mogelijk meldt en de gift dan

wel de aangeboden faciliteit zo snel mogelijk aan de gemeente ten goede komt. Hierbij wordt

volstrekte openheid betracht. Het is van belang ter voorkoming van elke verkeerde schijn dan ook dat het

collegelid dit direct meldt aan de gever of de aanbieder. Er wordt bij overdracht aan de gemeente, een

passende bestemming voor gezocht.